Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/957 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot wijziging van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PbEU 2018, L 173) (Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en enkele andere wetten te wijzigen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/957 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot wijziging van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PbEU 2018, L 173);

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET ALLOCATIE ARBEIDSKRACHTEN DOOR INTERMEDIAIRS

Aan artikel 8 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien op grond van het vierde lid bij collectieve arbeidsovereenkomst is afgeweken, heeft de ter beschikking gestelde arbeidskracht, die tevens ter beschikking is gesteld in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel 3, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, recht op ten minste de arbeidsvoorwaarden op grond van de algemeen verbindend verklaarde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met uitzondering van de bepalingen inzake procedures, formaliteiten en voorwaarden van de sluiting en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en inzake aanvullende bedrijfspensioenregelingen.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN DE WET ARBEIDSVOORWAARDEN GEDETACHEERDE WERKNEMERS IN DE EUROPESE UNIE

De Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. De volgende artikelen zijn van toepassing op gedetacheerde werknemers wier arbeidsovereenkomst wordt beheerst door ander recht dan het Nederlandse recht:

    • a. ten aanzien van het loon: 616a tot en met 616f en 626 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

    • b. ten aanzien van vakantie en verlof: 634 tot en met 642, 645, 646, 648, en 649 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

    • c. ten aanzien van verplichtingen van de werkgever: 655 en 658 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

    • d. ten aanzien van het einde van de arbeidsovereenkomst: 670, tweede lid, en 681, eerste lid, onderdeel c, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2. Wanneer de detachering meer dan twaalf maanden bedraagt, zijn op de gedetacheerde werknemer vanaf de dertiende maand alle wettelijke arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van toepassing, met uitzondering van procedures, formaliteiten en voorwaarden van de sluiting en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, waaronder concurrentiebedingen, en pensioen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet dan wel artikel 1, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

  • 3. De in het tweede lid genoemde termijn van twaalf maanden bedraagt achttien maanden indien de dienstverrichter, gedurende de laatste drie maanden van de periode van ten hoogste twaalf maanden waarin de detachering plaatsvindt, aan Onze Minister een gemotiveerde kennisgeving verstrekt, dat de in eerste instantie opgegeven vermoedelijke duur van de werkzaamheden zal worden overschreden tot ten hoogste achttien maanden. Wanneer de detachering in geval van verdere verlenging meer dan achttien maanden bedraagt, gelden de in het tweede lid bedoelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden vanaf de negentiende maand.

  • 4. Indien een gedetacheerde werknemer door de dienstverrichter wordt vervangen door een andere gedetacheerde werknemer die op dezelfde plaats hetzelfde werk uitvoert, is de duur van de detachering de totale duur van de perioden van detachering van de afzonderlijke gedetacheerde werknemers gezamenlijk.

B

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

  • 1. De werknemer die ter beschikking is gesteld in de zin van onderdeel 3 van transnationale dienstverrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, en door de dienstontvanger in het kader van transnationale dienstverrichting ter beschikking wordt gesteld om tijdelijk arbeid te verrichten in een andere lidstaat dan de lidstaat waar de werknemer gewoonlijk werkt voor hetzij de dienstverrichter, hetzij de dienstontvanger, wordt geacht in die lidstaat ter beschikking te zijn gesteld door de dienstverrichter.

  • 2. De dienstontvanger informeert de dienstverrichter tijdig en voor aanvang van de terbeschikkingstelling, bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE WET MINIMUMLOON EN MINIMUMVAKANTIEBIJSLAG

Aan artikel 6 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Indien niet blijkt uit de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die van toepassing zijn op de dienstbetrekking van een werknemer die tijdelijk arbeid verricht in een ander land dan waar hij gewoonlijk arbeid verricht of verblijft of, en zo ja welke, onderdelen van een vergoeding strekken tot bestrijding van noodzakelijke kosten, die deze werknemer heeft te maken in verband met het verrichten van arbeid in een ander land dan waar hij gewoonlijk arbeid verricht of verblijft, wordt de volledige vergoeding aangemerkt als vergoeding in de zin van het eerste lid, onderdeel e. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de wijze waarop onderdelen van een vergoeding worden gespecificeerd.

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN DE WET OP HET ALGEMEEN VERBINDEND EN HET ONVERBINDEND VERKLAREN VAN BEPALINGEN VAN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN

De Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten wordt als volgt gewijzigd:

A

Het zesde en zevende lid van artikel 2 vervallen.

B

Onder vernummering van artikel 2a tot artikel 2b wordt na artikel 2 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. De dienstverrichter als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, waarborgt voor zijn gedetacheerde werknemers, wier arbeidsovereenkomst wordt beheerst door een ander recht dan het Nederlandse recht, de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die zijn neergelegd in verbindend verklaarde bepalingen, of bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bepalingen, die betrekking hebben op:

    • a. maximale werktijden en minimale rusttijden;

    • b. het minimale aantal vakantiedagen, gedurende welke de verplichting van de werkgever om loon te betalen bestaat;

    • c. beloning, waartoe in ieder geval behoren:

      • 1°. het geldende periodeloon in de schaal;

      • 2°. de van toepassing zijnde arbeidsduurverkorting per week, maand, jaar of periode;

      • 3°. toeslagen voor overwerk, verschoven uren en onregelmatigheid, met inbegrip van feestdagentoeslag en ploegentoeslag;

      • 4°. tussentijdse loonsverhoging;

      • 5°. kostenvergoeding: toeslagen of vergoeding van uitgaven voor de kosten die noodzakelijk zijn vanwege de uitoefening van de functie, waaronder begrepen reis-, maaltijd- en verblijfkosten voor werknemers die beroepshalve van huis zijn;

      • 6°. periodieken;

      • 7°. eindejaarsuitkeringen;

      • 8°. extra vergoedingen in verband met vakantie;

    • d. voorwaarden voor het ter beschikking stellen van werknemers;

    • e. gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk;

    • f. beschermende maatregelen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van kinderen, jongeren en van zwangere of pas bevallen werknemers;

    • g. gelijke behandeling van mannen en vrouwen, alsmede andere bepalingen ter voorkoming en bestrijding van discriminatie; en

    • h. voorwaarden van huisvesting van werknemers, indien de dienstontvanger als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie huisvesting ter beschikking stelt aan werknemers die zich niet op hun gewone werkplaats in Nederland bevinden.

  • 2. Tot de beloning, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, behoren niet:

    • a. bijdragen aan pensioenen als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet dan wel artikel 1, eerste lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

    • b. bovenwettelijke socialezekerheidsaanspraken;

    • c. toeslagen die worden uitgekeerd als vergoeding van daadwerkelijk in verband met de detachering gemaakte kosten, zoals reis-, maaltijd- en verblijfkosten.

  • 3. Indien niet uit de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden die van toepassing zijn op het dienstverband blijkt of, en zo ja welke, onderdelen van een toeslag in verband met detachering worden uitgekeerd als vergoeding voor kosten die daadwerkelijk verband houden met de detachering of die onderdeel zijn van de beloning, wordt de volledige toeslag geacht te zijn uitgekeerd als vergoeding van daadwerkelijk in verband met de detachering gemaakte kosten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.

  • 4. Wanneer de detachering meer dan twaalf maanden bedraagt, waarborgt de dienstverrichter voor zijn gedetacheerde werknemers vanaf de dertiende maand alle verbindend verklaarde bepalingen die zijn neergelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst die van toepassing is op grond van het eerste lid, met uitzondering van de bepalingen inzake procedures, formaliteiten en voorwaarden van de sluiting en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en inzake aanvullende bedrijfspensioenregelingen.

  • 5. De in het vierde lid genoemde termijn van twaalf maanden bedraagt achttien maanden indien de dienstverrichter, gedurende de laatste drie maanden van de periode van ten hoogste twaalf maanden waarin de detachering plaatsvindt, aan Onze Minister een gemotiveerde kennisgeving verstrekt, dat de in eerste instantie opgegeven vermoedelijke duur van de werkzaamheden zal worden overschreden tot ten hoogste achttien maanden. Wanneer de detachering in geval van verdere verlenging meer dan achttien maanden bedraagt, waarborgt de dienstverrichter de in het vierde lid bedoelde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden vanaf de negentiende maand.

  • 6. Indien een gedetacheerde werknemer door de dienstverrichter wordt vervangen door een andere gedetacheerde werknemer die op dezelfde plaats hetzelfde werk uitvoert, is de duur van de detachering de totale duur van de perioden van detachering van de afzonderlijke gedetacheerde werknemers gezamenlijk.

  • 7. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste lid, onder meer over de voorwaarden onder welke andere dan verbindend verklaarde bepalingen gelden voor dienstverrichters en hun gedetacheerde werknemers.

ARTIKEL V. WIJZIGING VAN DE WET PERSONENVERVOER 2000

In artikel 38, eerste lid, onderdeel a, en derde lid, van de Wet Personenvervoer 2000 wordt «2a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten» vervangen door «2b van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten».

ARTIKEL VI. WIJZIGING VAN HET WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING

Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6, onderdeel c, wordt «artikel 2, zesde lid, van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten» vervangen door «artikel 2a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten».

B

In artikel 100 wordt «artikel 2, zesde lid, van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten» vervangen door «artikel 2a van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten».

ARTIKEL VII. OVERGANGSRECHT

  • 1. In afwijking van artikel 2, tweede en derde lid, van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, zoals dat luidt na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, bedraagt de in artikel 2, tweede lid, genoemde termijn van twaalf maanden achttien maanden, indien de detachering is aangevangen voor dit tijdstip van inwerkingtreding.

  • 2. In afwijking van artikel 2a, vierde en vijfde lid, van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, zoals dat luidt na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IV, onderdeel B, bedraagt de in het vierde lid van artikel 2a genoemde termijn van twaalf maanden achttien maanden, indien de detachering is aangevangen voor dit tijdstip van inwerkingtreding.

ARTIKEL VIII. INWERKINGTREDING

  • 1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

  • 2. Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip treedt deze wet in werking ten aanzien van de sector wegvervoer.

ARTIKEL IX. CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 1 juli 2020

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Uitgegeven de vijftiende juli 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 358

Naar boven