Besluit van 30 juni 2020, houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel 0A van de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 25 juni 2020, nr. WJZ / 20167948;

Gelet op artikel III van de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdeel 0A, van de wet van 20 mei 2020 tot wijziging van de Telecommunicatiewet met betrekking tot ongewenste zeggenschap in telecommunicatiepartijen (Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie) (Stb. 2020, 165) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2020.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 30 juni 2020

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Uitgegeven de tiende juli 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel I, onderdeel 0A, van de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie herstelt een kennelijke verschrijving in artikel 3.18 van de Telecommunicatiewet zoals dat artikel is gewijzigd bij artikel I, onderdeel C, van de wet van 14 maart 2018 tot wijziging van de Telecommunicatiewet en van de Mediawet 2008 (gebruiksbeperking frequentieruimte en digitale radio-omroep)(Stb. 2018, 87).

Laatstgenoemde wet is in werking getreden met ingang van 1 maart 2020. Omdat het hier gaat om het herstel van een kennelijke verschrijving is er, in afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten, voor gekozen dit besluit zo snel mogelijk na publicatie in werking te laten treden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven