Besluit van 22 juni 2020, houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, van het Besluit van 1 juni 2018 tot wijziging van het Waterbesluit in verband met normering van de Westelijke kanaaldijk Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal tussen Amsterdam en Nieuwegein, de Westelijke kanaaldijk Afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch Drongelen en de kanaaldijk Kreekrakpolder en overdracht van voorhavendijken (Stb. 2018, 167)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 16 juni 2020, nr. IenW/BSK-2020/98970, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel II van het Besluit van 1 juni 2018 tot wijziging van het Waterbesluit in verband met normering van de Westelijke kanaaldijk Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal tussen Amsterdam en Nieuwegein, de Westelijke kanaaldijk Afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch Drongelen en de kanaaldijk Kreekrakpolder en overdracht van voorhavendijken (Stb. 2018, 167);

Hebben goedgevonden en verstaan:

ENIG ARTIKEL

Artikel I, onderdeel D, van het Besluit van 1 juni 2018 tot wijziging van het Waterbesluit in verband met normering van de Westelijke kanaaldijk Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal tussen Amsterdam en Nieuwegein, de Westelijke kanaaldijk Afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch Drongelen en de kanaaldijk Kreekrakpolder en overdracht van voorhavendijken (Stb. 2018, 167) treedt in werking met ingang van 1 juli 2020.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 juni 2020

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de negenentwintigste juni 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Met dit koninklijk besluit wordt voorzien in de inwerkingtreding van het laatste deel van het Besluit van 1 juni 2018 tot wijziging van het Waterbesluit in verband met normering van de Westelijke kanaaldijk Amsterdam-Rijnkanaal en Lekkanaal tussen Amsterdam en Nieuwegein, de Westelijke kanaaldijk Afwateringskanaal ’s-Hertogenbosch Drongelen en de kanaaldijk Kreekrakpolder en overdracht van voorhavendijken (hierna: het besluit).

De inwerkingtredingsdatum van artikel I, onderdeel D, van het besluit hangt samen de daadwerkelijke overdracht van het beheer van de voorhavendijken bij de Prinses Beatrixsluizen, Koninginnensluizen en Prinses Irenesluizen. De overeenkomst die ten grondslag ligt aan de overdracht is getekend op 18 mei 2020, waardoor artikel I, onderdeel D, van het besluit ook in werking kan treden. De overige wijzigingen in het besluit zijn reeds op 1 juli 2018 in werking getreden.

De inhoud van dit besluit is al geruime tijd bekend. Burgers worden met de onderliggende wijziging niet of nauwelijks geraakt. Wel zal deze wijziging geringe gevolgen hebben voor decentrale overheden. Nu deze partijen allemaal betrokken zijn bij de ondertekening van de overeenkomst, kan er vanuit worden gegaan dat zij voldoende op de hoogte zijn van de gevolgen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven