Besluit van 20 november 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel A, van het Besluit van 7 november 2019, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 aangaande de opvang van slachtoffers van eergerelateerd en huiselijk geweld zonder verblijfsvergunning en wijziging van enkele besluiten in verband met technische aanpassingen eigen bijdrage zorg en maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2019, 418)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 november 2019, kenmerk 1610045-198486-WJZ;

Gelet op artikel IV, tweede lid, van het Besluit van 7 november 2019, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 aangaande de opvang van slachtoffers van eergerelateerd en huiselijk geweld zonder verblijfsvergunning en wijziging van enkele besluiten in verband met technische aanpassingen eigen bijdrage zorg en maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2019, 418);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel II, onderdeel A, van het Besluit van 7 november 2019, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 aangaande de opvang van slachtoffers van eergerelateerd en huiselijk geweld zonder verblijfsvergunning en wijziging van enkele besluiten in verband met technische aanpassingen eigen bijdrage zorg en maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2019, 418), treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 november 2019

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Uitgegeven de tweede december 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel II, onderdeel A, van het Besluit van 7 november 2019, houdende wijziging van het Besluit langdurige zorg en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 aangaande de opvang van slachtoffers van eergerelateerd en huiselijk geweld zonder verblijfsvergunning en wijziging van enkele besluiten in verband met technische aanpassingen eigen bijdrage zorg en maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2019, 418) is – kort gezegd – bepaald dat slachtoffers van huiselijk en eergerelateerd geweld die rechtmatig in Nederland verblijven, in afwachting van een verblijfsvergunning gebruik kunnen maken van de Wmo-opvangvoorziening.

De uitvoeringspraktijk en de financiering van gemeenten richten zich sinds medio 2018 reeds naar de bedoeling van voornoemde bepaling. In de toelichting bij artikel IV van het Besluit van 7 november 2019 is daarom ook opgemerkt dat artikel II, onderdeel A, van het Besluit van 7 november 2019 zo snel mogelijk in werking zal treden. Gelet op deze spoed is afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten van regelgeving.1

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Artikel 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven