Besluit van 11 november 2019, houdende vaststelling van de massagrenzen waar beneden een platina, gouden of zilveren voorwerp niet gewaarborgd behoeft te worden (Waarborgbesluit 2019)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 9 juli 2019, nr. WJZ / 19143448;

Gelet op artikel 2, tweede lid, van de Waarborgwet 2019;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 juli 2019, nr. W18.19.0208/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 7 november 2019, nr. WJZ / 19187702;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De verplichting, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Waarborgwet 2019 geldt niet voor:

  • a. platina voorwerpen waarvan de totale massa aan platina minder dan 0,5 gram bedraagt;

  • b. gouden voorwerpen waarvan de totale massa aan goud minder dan 1 gram bedraagt;

  • c. zilveren voorwerpen waarvan de totale massa aan zilver minder dan 8 gram bedraagt.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Waarborgbesluit 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 november 2019

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Uitgegeven de zesentwintigste november 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel en aanleiding

Dit besluit stelt de massagrenzen vast beneden welke geen verplichting bestaat tot het waarborgen van platina, gouden of zilveren voorwerpen. Deze massagrenzen zijn thans opgenomen in artikel 5, tweede lid, onderdelen a en b, van de Waarborgwet 1986 en voor goud en zilver op grond van artikel 5, derde lid, van de Waarborgwet 1986 verhoogd bij het Besluit van 8 oktober 2005, houdende verhoging van grenzen voor waarborgen van gouden en zilveren voorwerpen (Stb. 2005, 499). De Waarborgwet 1986 wordt naar verwachting op 1 januari 2020 vervangen door de Waarborgwet 2019 (Stb. 2019, 209). In de Waarborgwet 2019 zijn de ondergrenzen niet meer gedeeltelijk bij wet en gedeeltelijk bij algemene maatregel van bestuur (amvb) geregeld, maar worden de ondergrenzen uitsluitend vastgesteld bij amvb (artikel 2, tweede lid, van de Waarborgwet 2019).

Onderhavig besluit stelt daarom deze ondergrenzen vast, op dezelfde hoogte als artikel 5, tweede lid, onderdelen a en b, van de Waarborgwet 1986, en zoals verhoogd bij besluit van 8 oktober 2005. Er is dus geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling onder de Waarborgwet 1986.

2. Regeldruk

Dit besluit bevat geen inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de regeling onder de Waarborgwet 1986 en heeft derhalve geen gevolgen voor de regeldruk. Dit besluit is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR), maar is niet geselecteerd voor formele advisering door ATR.

3. Europese kaders (notificatie)

Artikel 1 van dit besluit, dat de massagrenzen vaststelt, bevat vermoedelijk technische voorschriften in de zin van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241). De Waarborgwet 1986 is, inclusief de massagrenzen, in 1997 reeds genotificeerd (notificatienummer 1997/417/NL). De verhogingen van de massagrenzen voor goud en zilver bij het besluit van 8 oktober 2005 zijn eveneens genotificeerd in 2005 (notificatienummer 2005/0276/NL). Omdat de massagrenzen niet gewijzigd zijn ten opzichte van de notificaties, hoeft het voorschrift niet opnieuw te worden gemeld aan de Europese Commissie.

II. Artikelen

Artikel 1

In dit artikel zijn de grenzen vastgesteld beneden welke massa aan platina, goud of zilver een voorwerp niet behoeft te worden gewaarborgd. Dit betreft platina voorwerpen waarvan de totale massa aan platina minder dan 0,5 gram bedraagt, gouden voorwerpen waarvan de totale massa aan goud minder dan 1 gram bedraagt en zilveren voorwerpen waarvan de totale massa aan zilver minder dan 8 gram bedraagt.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, tegelijkertijd met de Waarborgwet 2019. Inwerkingtreding is thans voorzien op 1 januari 2020.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven