Besluit van 18 juli 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 5 juni 2019 tot wijziging van de Scheepvaartverkeerswet, de Havenbeveiligingswet en de Wet voorkoming verontreiniging door schepen ter (aanvullende) implementatie van de richtlijnen (EU) 2017/2109 en 2010/65/EU in verband met een noodzakelijke wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens (Stb. 2019, 223)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 12 juli 2019, nr. IenW/BSK-2019/145376, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV van de wet van 5 juni 2019 tot wijziging van de Scheepvaartverkeerswet, de Havenbeveiligingswet en de Wet voorkoming verontreiniging door schepen ter (aanvullende) implementatie van de richtlijnen (EU) 2017/2109 en 2010/65/EU in verband met een noodzakelijke wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens (Stb. 2019, 223);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 5 juni 2019 tot wijziging van de Scheepvaartverkeerswet, de Havenbeveiligingswet en de Wet voorkoming verontreiniging door schepen ter (aanvullende) implementatie van de richtlijnen (EU) 2017/2109 en 2010/65/EU in verband met een noodzakelijke wettelijke grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens (Stb. 2019, 223) treedt in werking met ingang van 21 december 2019.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 juli 2019

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Uitgegeven de drieëntwintigste augustus 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven