Besluit van 14 juni 2019, houdende een wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 ten behoeve van de toekenning en de kwaliteit van tolkvoorzieningen voor auditief beperkten voor het leefdomein

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 april 2019, kenmerk 1505778-188718-WJZ;

Gelet op artikel 3a.1.1, eerste, tweede en derde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 73a van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 mei 2019, no. W13.19.0087/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens Onze Minister van Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 13 juni 2019, kenmerk 1505772-188718-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt na hoofdstuk 4 een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 4a. Tolkvoorzieningen auditief gehandicapten leefdomein

§1. Toekenning tolkdiensten
Artikel 4a.1.1
  • 1. Een ingezetene als bedoeld in artikel 3a.1.1, eerste lid, van de wet, heeft, na aanvraag bij het UWV, recht op vergoeding van een bij ministeriële regeling vastgesteld aantal uren aan tolkdiensten over bij ministeriële regeling vast te stellen perioden.

  • 2. In afwijking van het ten hoogste beschikbare aantal uren, bedoeld in het eerste lid, kunnen meer uren door het UWV worden toegekend voor tolkdiensten bij activiteiten die in het belang zijn voor de deelname aan het maatschappelijke verkeer, indien:

    • a. de ingezetene, bedoeld in het eerste lid, een onderbouwde aanvraag indient bij het UWV voor ondersteuning; en

    • b. naar het oordeel van het UWV het aangevraagde aantal aanvullende uren in redelijke verhouding staat tot de bijdrage aan de mogelijkheden van de ingezetene, bedoeld in het eerste lid, tot deelname aan het maatschappelijk verkeer.

  • 3. De vergoeding, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt toegekend indien de ingezetene een verklaring heeft van de huisarts of behandeld medisch specialist, waaruit blijkt dat deze ingezetene op deze tolkdiensten is aangewezen. Deze verklaring wordt eenmalig gevraagd, tenzij het UWV op grond van artikel 73a van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen deze al heeft verkregen voor de uitvoering van aan het UWV opgedragen taken. Bij de uitvoering van dit artikel is het UWV bevoegd de verklaring te gebruiken, die het UWV heeft verkregen voor de uitvoering van aanspraken op tolkvoorzieningen op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet overige OCW-subsidies en de Participatiewet.

  • 4. Het aantal toegekende uren, bedoeld in het eerste lid, kan verschillen per tolkvoorziening, waaronder tolkdiensten met behulp van telecommunicatiemiddelen, of per te onderscheiden doelgroep, waarbij in ieder geval wordt onderscheiden diegenen die zowel een auditieve als een visuele beperking hebben.

  • 5. De op grond van het tweede lid toegekende uren worden verrekend met de resterende uren waarop de ingezetene, bedoeld in het eerste lid, reeds recht heeft op grond van dat lid.

  • 6. Bij ministeriële regeling kunnen regels gesteld worden over:

    • a. de gegevens die bij een aanvraag moeten worden ingediend;

    • b. de declaratie van een vergoeding voor tolkvoorzieningen per tolkvoorziening.

Artikel 4a.1.2

Het UWV kan tolkdiensten toekennen aan instellingen voor activiteiten die zich mede richten op auditief beperkte personen, indien:

  • a. die instelling geen winstoogmerk heeft;

  • b. de instelling gemotiveerd aantoont één of meerdere activiteiten te organiseren waarbij personen met een auditieve beperking ook tot de doelgroep behoren; en

  • c. de tolkdiensten passender door middel van een toekenning aan een instelling kunnen worden vergoed dan per ingezetene op grond van artikel 4a.1.1, eerste of tweede lid.

Artikel 4a.1.3
  • 1. Het UWV kan, in afwijking van de artikelen 4a.1.1 en 4a.1.2, zonder aanvraag ambtshalve noodzakelijke tolkdiensten toekennen aan:

    • a. instellingen als bedoeld in artikel 3a.1.1, tweede lid, van de wet; of

    • b. een persoon, bedoeld in artikel 3a.1.1, tweede lid, van de wet:

      • 1°. in spoedeisende gevallen;

      • 2°. indien de onverkorte toepassing van artikel 4a.1.1 leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

  • 2. De ambtshalve toekenning bedoeld in het eerste lid kan ook betrekking hebben op vreemdelingen als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000.

§2. Kwaliteitseisen tolkdiensten
Artikel 4a.2.1

Tolkendiensten van tolken komen alleen voor vergoeding in aanmerking op grond van artikel 3a.1.1 van de wet, als de tolken ingeschreven staan in het openbaar register van de Stichting Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken.

ARTIKEL II

Artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Een intermediaire activiteit, bedoeld in het eerste lid, worden verleend indien er een verklaring is van de huisarts of de behandelend medisch specialist, waaruit blijkt dat deze persoon op het gebruik van een intermediaire activiteit is aangewezen. Deze verklaring wordt eenmalig gevraagd, tenzij het UWV op grond van artikel 73a van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen deze al heeft verkregen voor de uitvoering van aan het UWV opgedragen taken. Bij de uitvoering van dit artikel is het UWV bevoegd de verklaring te gebruiken, die het UWV heeft verkregen voor de uitvoering van aanspraken op intermediaire activiteiten op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen jonggehandicapten, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Participatiewet.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 14 juni 2019

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Uitgegeven de zesentwintigste juni 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

1. Inleiding

Op grond van de Wet centralisering tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) gewijzigd in verband met het centraliseren van de tolkvoorzieningen ten behoeve van de maatschappelijke participatie van personen met een auditieve beperking. Deze tolkvoorziening wordt niet zoals andere voorzieningen in het kader van de Wmo 2015 door het college uitgevoerd maar door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (het UWV) en staat open voor ingezetenen van Nederland van alle leeftijden. Op die manier wordt een centralisatie bereikt in de uitvoering en in de inhoud van alle tolkvoorzieningen voor auditief beperkten, op het terrein van werk, onderwijs en leefdomein. Het UWV is het zelfstandige bestuursorgaan dat de tolkvoorzieningen toekent. Ook de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media ondertekent dit besluit vanwege een wijziging van Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap.

2. Hoofdlijnen van het besluit

In het besluit worden op grond van artikel 3a.1.1 van de Wmo 2015 regels gesteld over de omvang en de inhoud van de aanspraak en de voorwaarden waaronder de tolkvoorzieningen worden verleend aan personen en instellingen.

Voorwaarde voor het verkrijgen van de tolkvoorziening is dat de gebruiker (in ieder geval) een auditieve beperking heeft. Hij moet dit één keer aantonen door middel van een medische verklaring van de huisarts of de specialist. Daarnaast moet de tolkgebruiker ingezetene van Nederland zijn. Hierbij wordt hetzelfde begrip gevolgd als in de Wmo 2015 gangbaar is. De tolkvoorzieningen behelzen tolkdiensten van tolken (tactiele) gebarentaal of schrijftolken. Een tolk gebarentaal kan ook via een videoverbinding vertalen op afstand. Bij ministeriële regeling zal de omvang van de aanspraak worden vastgesteld. Daarnaast is er een mogelijkheid tot het aanvragen van aanvullende uren, een regeling voor het toekennen van tolkdiensten aan instellingen voor activiteiten die zich mede richten op auditief beperkte personen (artikel 4a.1.2), het toekennen van tolkdiensten zonder aanvraag (artikel 4a.1.3) en de borging van de kwaliteit van het tolkwerk (artikel 4a.2.1). In aansluiting op de Wet centralisering tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein beoogt dit besluit de bestaande rechten van gebruikers zoveel mogelijk intact te houden. Dit betekent dat voor de formulering van het besluit zoveel mogelijk is aangesloten bij de regeling die de VNG de afgelopen jaren heeft gehanteerd voor de uitvoering van de tolkvoorzieningen.1

3. Uitvoerbaarheid

Op 15 februari 2018 is het UWV verzocht een uitvoeringstoets uit te brengen over dit wetsvoorstel. Het UWV heeft deze toets op 23 april 2018 uitgebracht. UWV is van oordeel dat de voorgestelde wetswijzigingen en de beoogde uitvoering haalbaar en uitvoerbaar zijn voor UWV. Ook in de invoeringsdatum van 1 juli 2019 is haalbaar, op voorwaarde dat de Europese Aanbestedingsprocedure tijdig is afgerond. Dat is het geval.

De uitvoeringstoets heeft ook betrekking op twee algemene maatregelen van bestuur (bij de Wmo 2015 en bij de Participatiewet) en één ministeriële regelingen (voor de Wmo 2015). Hierin worden uitvoeringsdetails van de tolkvoorziening geregeld.

Het UWV voert het proces van aanvraag tot en met beschikking uit, inclusief de daarbij behorende klantinteractie, en de betaling aan de tolk.

Voor mensen met een auditieve beperking en de tolken betekent dit dat zij dan nog maar met één uitvoeringsorganisatie van doen hebben, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), waar één loket wordt ingericht voor de drie domeinen. Het voornemen tot centralisatie en harmonisatie is reeds aangekondigd in de brief aan de Kamer van 8 maart 2017. Het bleek dat vanaf 1 januari 2018 de tot dan toe gebruikte wijze van financiering van de tolkvoorziening die werden uitgevoerd door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) via het Gemeentefonds niet mogelijk was. Bovendien is het toekennen van tolkvoorzieningen op grond van de Wmo 2015 geen besluit van de VNG of private aanbieder, maar van het college. Dit wordt nu door de Wet centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd en de daaronder hangende lagere regelgeving bij het UWV als zelfstandig bestuursorgaan neergelegd.

Dit gaf druk om het proces van centralisatie en harmonisatie gedeeltelijk op te knippen. Vanaf 1 januari 2018 werd VWS tijdelijk verantwoordelijk totdat het UWV de taak kon overnemen. In dat kader is ervoor gekozen om eerst te centraliseren bij het UWV en de bestaande rechten in de verschillende domeinen zoveel mogelijk intact te laten. Dit is zo afgesproken met de belangenorganisaties van gebruikers en tolken en het UWV.

Daarnaast is één formulier ontwikkeld dat voor aanvragen in verschillende domeinen kan worden gebruikt (zowel digitaal als op papier). Hierbij is de doelgroep van gebruikers betrokken. Tolkgebruikers hebben verschillende ingangen bij het UWV om tolkvoorzieningen aan te vragen. Dit is niet enkel beperkt tot de elektronische weg. Overigens worden digitale hulpmiddelen (computer, tablet en smartphone) steeds vaker gebruikt door mensen met een auditieve beperking. Er zijn verschillende mogelijkheden om een ingang te vinden tot de tolkvoorzieningen:

  • Iemand is al langer auditief beperkt en kan via verschillende wegen informatie hebben ontvangen over het aanvragen van tolken via organisaties of eigen netwerk. In de meeste gevallen hebben mensen zelf al een geregistreerde tolk betrokken (die dan bij het UWV de kosten kan declareren) die van de voorziening weet.

  • Op de vestigingen van UWV is overigens ook altijd de mogelijkheid om gebruik te maken van computers om werk te zoeken of hulp te krijgen met aanvragen van voorzieningen. Mensen kunnen via een chatfunctie ofwel telefonisch contact zoeken met het UWV over de tolkvoorziening en schriftelijk een aanvraag indienen.

  • Verder kan men ook terecht bij de eigen gemeente (informatiepunt cliëntenondersteuning).

  • Bij mensen die zowel auditief als visueel gehandicapt zijn is dit alles een probleem, maar gezien hun hulpvraag zullen zij al specialistische begeleiding hebben die ze kunnen helpen aan een vergoeding voor een tolk Tactiele Gebarentaal.

Dit zijn de eerste stappen naar een verdere harmonisatie en het verbeteren van het gebruikersgemak.

Onder verantwoordelijkheid van het UWV functioneert daarnaast een externe dienstverlener die begeleidende dienstverlening aan de tolkgebruiker en de tolk verleent. Het gaat dan om bemiddeling tussen tolk en tolkgebruiker, achterwacht en spoedgevallen, tolk op afstand, het afhandelen van facturen van tolken, het gebruiksvriendelijk accorderen van tolkfacturen en real-time inzicht in het budget van de klant voor de klant zelf. De facto zullen tolkgebruikers dus met twee organisaties van doen hebben. Beide organisaties hebben hun eigen taak maar werken nauw samen. Het UWV schetst in de toets hoe het proces van aanvraag, toekenning en betaling zal verlopen en hoe zal worden samengewerkt met de in te huren externe partij. Het UWV is eindverantwoordelijk voor de hele dienstverlening.

Hergebruik van medische gegevens is toegestaan tussen de tolkvoorzieningen voor het leef-, werk en onderwijsdomein, dus de uitvraag van deze gegevens zal tot een minimum beperkt worden. Medische gegevens kunnen alleen worden ingezien en beoordeeld door daartoe bevoegde functionarissen, namelijk verzekeringsartsen. De verzekeringsarts beoordeelt of er sprake is van een auditieve beperking.

Naast het vaste aantal uren kunnen voor specifieke activiteiten uren worden aangevraagd. Deze kunnen het maximum aantal uren overstijgen. Het gaat om op de persoon toegesneden dienstverlening (maatwerk). Aan de toekenning van deze uren is een aantal voorwaarden verbonden: de aanvrager moet de aanvraag onderbouwen en aangeven voor welke activiteit de uren nodig zijn en nut hebben in het kader van de maatschappelijke participatie. Dit vraagt nieuwe expertise van het UWV bij het beoordelen van de aanvragen.

Voor het leefdomein zal het UWV bepaalde relaties aangaan met organisaties om door middel van de tolkvoorziening de maatschappelijke participatie te ondersteunen. Te denken valt aan bepaalde evenementen in het kader van zorg of maatschappelijke ondersteuning waar veel mensen met een auditieve beperking komen.

4. Persoonsgegevens

Het UWV verwerkt gegevens die noodzakelijk zijn voor het toekennen van de tolkvoorzieningen. Het besluit voldoet ook aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit die volgen uit artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het doel van dit besluit is om auditief beperkten te ondersteunen bij hun leven en werken met tolkvoorzieningen zodat zij in staat worden gesteld zoveel mogelijk op gelijke voet te participeren in de maatschappij met personen zonder auditieve beperking. Om dit doel te kunnen bereiken zal het UWV informatie over de betrokkene moeten kunnen verwerken om tot een onderbouwde, passende en rechtmatige ondersteuning te komen. De proportionaliteit is gewaarborgd doordat er slechts gebruik wordt gemaakt van de meest noodzakelijke, tot het minimum beperkte gegevensset.

Op grond van artikel 3a.1.1 van de Wmo 2015 en artikel 19a van de Wet overige OCW-subsidies heeft het UWV de taak om auditief beperkten uit de gemeentelijke populatie te ondersteunen met tolkdiensten in het kader van hun maatschappelijke participatie. Het UWV heeft krachtens deze artikelen de mogelijkheid om persoonsgegevens te verwerken (in dit artikel is artikel 3:74 van de Wajong van overeenkomstige toepassing verklaard). Daarnaast staat er een algemene grondslag in artikel 54 van de Wet SUWI voor gegevensverwerking.

Bijzondere persoonsgegevens betreffende de gezondheid mogen in dat kader ook verwerkt worden op grond van artikel 9, tweede lid, onderdeel h, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en artikel 30, eerste lid, onderdeel a, Uitvoeringswet AVG. Het gaat hier om het persoonsgegeven dat iemand auditief beperkt is, namelijk de verklaring van de huisarts of behandeld medisch specialist waaruit blijkt dat de persoon op dienstverlening is aangewezen. Het is niet wenselijk om de auditief beperkten meerdere keren de verklaring te laten afgeven, ook omdat de verklaring niet verandert.

Indien de auditief beperkte (extra) uren aanvraagt voor specifieke activiteiten worden de doelen van die activiteit enkel globaal beschreven en bewaard. Hierbij worden (daardoor) geen bijzondere persoonsgegevens verwerkt en is niet te achterhalen wat de levensbeschouwelijke of politieke opvattingen van een gebruiker zijn. Het komt voor dat tolkgebruikers vragen naar een tolk met een specifieke expertise zoals kennis over een religieus ritueel. Hierbij gaat het echter om de expertise van de tolk en de ondersteuningsvraag en niet de overtuigingen of doelen van de gebruiker. Na afronding van de opdracht worden deze gegevens direct verwijderd. Ook onnodig gegeven informatie wordt direct verwijderd en niet opgeslagen.

Aanvragen kunnen met zowel een fysiek formulier als via de elektronische weg. Zie hierbij ook § 3. Het doen van een aanvraag van tolkdiensten wordt van de nodige waarborgen voorzien met behulp van DigiD en alleen via de DigiD-app of met sms-controle. Indien er bij een aanvraag bijlagen dienen te worden aangeleverd, stuurt de klant deze in alle gevallen op met de fysieke post. De fysieke stukken worden in het elektronisch dossier opgenomen in een afgeschermd deel, het medisch dossier. Degene die over de toekenning van een tolkvoorziening beslist, ziet in het systeem dat er een medische bijlage is aangeleverd, maar kan deze bijlage niet openen. Dat kan alleen de verzekeringsarts. Hij of zij wordt gevraagd de bijlagen te beoordelen en de beslisser te informeren. Daarmee heeft alleen de verzekeringsarts toegang tot de anderszins beveiligde bijlagen. Deze handelwijze geldt overigens voor alle medische persoonsgegevens die het UWV nodig heeft voor het uitvoeren van zijn wettelijke taken, zoals arbeidsongeschiktheidskeuringen.

De Archiefwet 1995 is van toepassing op het bewaren van de medische verklaring dat iemand auditief beperkt is. Het UWV heeft op grond van de Archiefwet een selectielijst waarin regels zijn gesteld over de bewaartermijn met betrekking tot de overige stukken. Bescheiden worden, bij het verlopen van de vastgestelde termijn, niet langer bewaard dan op grond van de uitvoering van de taak noodzakelijk is. De bewaartermijn is voor het werkdomein, leefdomein en onderwijsdomein hetzelfde. Inzake het bewaren en vernietigen van bescheiden sluit het UWV zoveel mogelijk aan bij de bepalingen inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst, in het bijzonder artikel 7:454, derde lid, Burgerlijk Wetboek.

5. Regeldruk en financiële gevolgen

In de paragrafen 2.5 en 2.6 van het algemeen deel van de Memorie van Toelichting bij de Wet centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd (Kamerstukken II 2018–2019, 35 070, nr. 3) staat beschreven wat de financiële gevolgen van de maatregel zijn en welke regeldruk deze met zich meebrengt. Conclusie is dat de effecten van de regeldruk voor de burger en tolk licht positief zijn mede vanwege het hergebruik tussen de verschillende domeinen van het gegeven dat iemand een auditieve beperking heeft, zodat een verdere reductie van uitvoeringslasten voor gebruikers bewerkstelligd wordt.

Het Adviescollege Toetsing Regeldruk heeft in het advies van 27 juni 2018 (Kenmerk: MvH/RvZ/MK/bs/ATR0212/2018-U090) geadviseerd over het wetsvoorstel en de lagere regelgeving. Het adviescollege geeft naar aanleiding van dit besluit aan dat de regeldrukeffecten reeds voldoende in het kader van de voorbereiding van de Wet centraliseren tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd aan bod zijn gekomen.

6. Fraude, toezicht en handhaving

Op grond van de wet kan het UWV gebruikmaken van de artikelen die van toepassing zijn verklaard uit de Wajong voor terugvordering. Het gaat dan bijvoorbeeld over ten onrechte uitbetaalde gelden aan tolken (voor bijv. niet geleverde diensten) met gebruikmaking van een dwangbevel (op grond van het van overeenkomstige toepassing verklaarde 3:57 Wajong in art. 3a.1.1 van de Wmo 2015).

Ambtenaren van het UWV zijn aangewezen voor de bestuursrechtelijke handhaving van de regels die aan de toekenning van de tolkvoorzieningen worden verbonden en de kwaliteitseisen die aan tolken worden gesteld. Hiertoe kan bestuursdwang door (de Raad van bestuur van) het UWV worden ingezet bij bijvoorbeeld problemen in de kwaliteit van dienstverlening. Dit wordt met name relevant als in de toekomst mogelijk aanvullende kwaliteitseisen worden gesteld.

Ten aanzien van dit besluit is een fraudetoets uitgevoerd. Deze regelgeving brengt geen additionele frauderisico’s met zich mee. De mogelijke frauderisico’s zijn gezien de doelgroep beperkt. Het gaat om het verleggen van de verantwoordelijkheid van gemeenten naar Rijk.

7. Consultatie

Het besluit is in verschillende fasen voorgelegd aan de betrokken partijen (vertegenwoordigende belangenorganisaties van tolken en gebruikers).

Daarnaast is het besluit voor consultatie aangeboden via internet.

Naar aanleiding daarvan zijn er vier reacties gegeven op het ontwerpbesluit. Een daarvan was een positieve reactie en gaf aan dat centraliseren van deze voorziening effectief is. Twee andere reacties hebben geleid tot verduidelijking van het besluit. Dovenschap, de Oogvereniging, de Nederlandse Schrijftolken Vereniging en de Nederlandse beroepsvereniging tolken gebarentaal vragen om een verduidelijking van de toelichting onder §6 inzake de terugvordering en bestuursdwang. De toelichting is hierop aangepast. Ten tweede wordt door een particulier ingegaan op artikel 4a.1.2, onderdeel b, van dit besluit. Voorgesteld wordt dit artikel te herformuleren en op te nemen dat het gaat om een instelling die aantoont een of meerdere activiteiten voor personen met een auditieve beperking toegankelijk te maken. Het gaat in artikel 4a.1.2 echter om de situatie waarin instellingen, die geen winstoogmerk hebben, een of meerdere activiteiten willen organiseren waartoe ook personen met een auditieve beperking tot de doelgroep behoren. Het is dan effectiever om voor hen gezamenlijk een tolk te regelen dan dat iedereen die voor zichzelf doet. Het artikel is in die zin verduidelijkt.

Door de Samenwerkende Instellingen Auditieve Communicatieve Sector (SIAC) ten slotte wordt aandacht gevraagd voor het zogenaamde vierde domein, de zorg- en dienstverlening aan mensen met een auditieve beperking. Gevraagd wordt om de bemiddeling door de tolkvoorziening ook in te zetten voor bedrijven en (zorg)organisaties. Verder wijst SIAC op een aantal punten die samenhangen met het zorgdomein: geen centralisatie, maar verschillende financieringsstromen, ontoereikende tarieven en het niet of verminderd kunnen werken met vaste tolken. Van deze opmerkingen is nota genomen, maar dit heeft niet geleid tot aanpassing van het besluit. Het besluit vloeit voort uit de Wet centralisering tolkvoorzieningen auditief beperkten leef- en werkdomein, luisterlijnen en vertrouwenswerk jeugd. Daarin wordt, vanuit de huidige uitvoeringspraktijk, onder andere de centralisatie van de tolkvoorziening in het leefdomein geregeld. Deze voorziening is nadrukkelijk gericht op de privésfeer en bedoeld om deelname aan het maatschappelijk verkeer mogelijk te maken, zoals kerk- en ziekenhuisbezoek.

Ten slotte heeft ook de Autoriteit Persoonsgegevens over dit besluit geadviseerd. Naar aanleiding hiervan in de paragraaf over persoonsgegevens aangevuld met nadere toelichting over de verwerking van bijzondere persoonsgegevens, beveiliging van gegevens en de bewaartermijn daarvan.

II Artikelsgewijs

Artikel 4a.1.1

Dit artikel regelt dat, als hoofdregel, elke auditief beperkte die ingezetene van Nederland is, recht heeft op een bij ministeriële regeling vastgesteld aantal uur tolkdiensten per periode, ten behoeve van de deelname aan het maatschappelijk verkeer (leefdomein). Per tolkvoorziening en doelgroep kan een ander aantal uren aan tolkdiensten worden verleend door het UWV. Beoogd wordt om in ieder geval 30 uur per 12 maanden te verstrekken en, voor mensen die zowel auditief als visueel beperkt zijn, in elk geval 168 uur per 12 maanden. Daarbij wordt in ieder geval geregeld dat het recht op tolken op afstand en het recht op tolkdiensten voor auditief én visueel beperkten meer uren omvat. Dit vaste aantal uren kan in één keer worden aangevraagd of over meerdere jaren. Bij de aanvraag hoeven geen doelen te worden aangegeven. Bij declaraties moet wel kenbaar worden gemaakt dat het gaat om de inzet van tolkdiensten ten behoeve van de maatschappelijke participatie.

Naast het vaste aantal uren kunnen ook voor specifieke activiteiten uren worden aangevraagd. Deze kunnen het maximum aantal uren overstijgen. Het gaat om op de persoon toegesneden dienstverlening (maatwerk). Aan de toekenning van deze uren zijn wel een aantal voorwaarden verbonden. De aanvrager moet de aanvraag onderbouwen en aangeven voor welke activiteit de uren nodig zijn en nut hebben in het kader van deelname aan maatschappelijk verkeer in het leefdomein. Deze activiteiten worden echter globaal gerubriceerd. Er wordt niet verwerkt welke specifieke bijeenkomst wordt bezocht, maar wel dat bijvoorbeeld een congres wordt bezocht. De diensten die zijn toegekend door het UWV moeten hiervoor worden ingezet.

Mede in dat licht beoordeelt het UWV of het gevraagde aantal uren in verhouding staat tot het te bereiken doel om de beperkingen op het gebied van de deelname aan het maatschappelijke verkeer, die de beperking met zich meebrengt, zoveel mogelijk weg te nemen. Als niet wordt voldaan aan de voorwaarden kan het UVW de toekenning weigeren. Het aantal aangevraagde meeruren wordt verrekend met het aantal vaste toegekende uren. Dat betekent dat als men bijvoorbeeld 52 uren extra aanvraagt en 30 «vaste uren» over heeft, iemand per saldo dus 22 uren extra heeft ontvangen ten opzichte van de standaard aantal uren. Ten slotte kunnen ook bij ministeriële regeling regels worden gesteld aan de informatie die moet worden aangeleverd bij de aanvraag en de declaratie van de tolkdiensten bij het UWV.

Op grond van artikel 73a Wet SUWI kan het UWV gegevens die het heeft verkregen bij de uitvoering van een bij of krachtens deze of een andere wet, zoals de Wmo 2015, aan hen opgedragen taak, verwerken voor de uitvoering van een andere wettelijke taak. Dit besluit regelt deze werkwijze. Het gaat concreet om aanspraken op tolkvoorzieningen op grond van de Participatiewet, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet overige OCW-subsidies.

Artikel 4a.1.2

Dit artikel regelt dat het UWV ook uren kan toekennen aan instellingen. Hieronder vallen ook instellingen die onder een gemeente vallen. Het gaat dan om het tolken voor activiteiten die zich mede richten op auditief beperkte personen. De instelling moet, om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor een tolk, geen winstoogmerk hebben en aantoonbaar een of meerdere activiteiten organiseren waartoe ook personen met een auditieve beperking tot de doelgroep behoren.

Ten slotte moet het passender zijn om door middel van een toekenning aan een instelling een tolkvoorziening te vergoeden dan per auditief beperkte. Als er bijvoorbeeld een lezing voor auditief beperkten wordt georganiseerd, is het efficiënter om via de instelling één of twee tolken in te schakelen dan voor iedere deelnemer afzonderlijk. Dit scheelt voor hen ook weer op het aantal beschikbare tolkuren. Instellingen hebben dus geen vast aantal uren zoals individuele tolkgebruikers. Het UWV stelt net zoals in het werkdomein beleidsregels op over het toekennen van tolkvoorzieningen.

Artikel 4a.1.3

Dit artikel regelt dat het UWV in een aantal bepaalde gevallen ambtshalve, zonder aanvraag, tolkdiensten kan toekennen. Specifiek gaat het om situaties waar door spoedeisendheid er geen tijd is om een aanvraag te doen. Onder spoed wordt verstaan vooraf niet voorziene noodsituaties op medisch, juridisch of maatschappelijk gebied, waaronder maar niet uitsluitend: spoedeisende hulp, een gesprek met een arts, aangifte of politieverhoor, rechtbankzitting, crisisopname (GGZ) en een uitvaart.

Dit geldt voor toekenning aan instellingen of individuen. Deze bepaling strekt zich ook uit over vreemdelingen die zich buiten de vreemdelingenketen bevinden. Denk bijvoorbeeld aan (ongedocumenteerde) vreemdelingen die tijdelijk gebruikmaken van een opvang voor dak- en thuislozen. In de praktijk zal dit gaan om zeer sporadische uitzonderlijke gevallen. Daarbij is het voor het UWV ook mogelijk om een hardheidsclausule toe te passen als onverkorte toepassing van de regeling tot evident onredelijke situaties of zeer schrijnende situaties leidt.

Artikel 4a.2.1

De kwaliteit van het werk van de tolken wordt gegarandeerd omdat zij ingeschreven moeten staan in het openbaar register van de stichting Register Tolken Gebarentaal en Schrijftolken. Een tolk kan hier alleen worden ingeschreven als hij de betreffende hbo-opleiding aan de Hogeschool van Utrecht heeft afgerond en aan de nascholingseisen van de stichting voldoet.

Artikel II

Op grond van artikel 19a van de Wet Overige OCW-subsidies heeft het UWV de taak om in het onderwijsdomein tolkvoorzieningen toe te kennen. Op basis daarvan kan op grond van artikel 73a van de Wet SUWI worden geregeld dat er slechts een eenmalig uitvraag is van gegevens (i.c. de medische verklaring) als men zich al heeft gemeld bij een ander domein. Het besluit is daarom aangepast door in het Uitvoeringsbesluit onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap te regelen voor het onderwijsdomein, gelijk met het leef- en werkdomein, dat een medische verklaring die wordt ingediend voor tolkvoorzieningen in het onderwijs ook voor de andere domeinen kan worden gebruikt.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2019.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Landelijke regeling tolkvoorziening voor mensen met een zintuiglijke beperking 2015 met toelichting (december 2014).

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbij behorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven