Besluit van 10 april 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 27 maart 2019 tot wijziging van de Wet foetaal weefsel in verband met het mogelijk maken van het bewaren en gebruiken van foetaal weefsel ten behoeve van de opsporing en vervolging van ernstige zedenmisdrijven (Stb. 2019, 138)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 april 2019, kenmerk 1509947-189004-WJZ;

Gelet op artikel III van de Wet van 27 maart 2019 tot wijziging van de Wet foetaal weefsel in verband met het mogelijk maken van het bewaren en gebruiken van foetaal weefsel ten behoeve van de opsporing en vervolging van ernstige zedenmisdrijven (Stb. 2019, 138);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 27 maart 2019 tot wijziging van de Wet foetaal weefsel in verband met het mogelijk maken van het bewaren en gebruiken van foetaal weefsel ten behoeve van de opsporing en vervolging van ernstige zedenmisdrijven (Stb. 2019, 138) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 april 2019

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Uitgegeven de zesentwintigste april 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Met het onderhavige besluit wordt de inwerkingtreding van de Wet van 27 maart 2019 tot wijziging van de Wet foetaal weefsel in verband met het mogelijk maken van het bewaren en gebruiken van foetaal weefsel ten behoeve van de opsporing en vervolging van ernstige zedenmisdrijven (Stb. 2019, 138) geregeld.

Deze wet treedt in werking op de dag na publicatie van dit besluit. Gelet op de aard van de inhoud van de artikelen bestaat er geen bezwaar tegen afwijking van de vaste verandermomenten

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven