Besluit van 25 maart 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 6 maart 2019 tot wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de taakuitoefening tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsmede verduidelijking van de regeling van uitkeringen door het Schadefonds en het vorderingsrecht van het slachtoffer jegens derden (Stb. 2019, 116)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 19 maart 2019, directie Wetgeving en Juridische Zaken nr.2529862;

Gelet op artikel VI van de wet van 6 maart 2019 tot wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de taakuitoefening tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsmede verduidelijking van de regeling van uitkeringen door het Schadefonds en het vorderingsrecht van het slachtoffer jegens derden (Stb. 2019, 116);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 6 maart 2019 tot wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met het opheffen van de rechtspersoonlijkheid van het fonds, uitbreiding van de taakuitoefening tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsmede verduidelijking van de regeling van uitkeringen door het Schadefonds en het vorderingsrecht van het slachtoffer jegens derden (Stb. 2019, 116) treedt met ingang van 1 april 2019 in werking.

Onze Minister voor Rechtsbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 maart 2019

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de negenentwintigste maart 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven