Besluit van 27 november 2018 tot wijziging van het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders in verband met de vaststelling van een tarief voor de bezichtiging van woningen onder begeleiding van de gerechtsdeurwaarder en tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen VII, onderdeel B, en XL, onderdeel B, van de Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 9 november 2018, nr. 2407040;

Gelet op artikel 2, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet, artikel 434a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en artikel XLV, eerste lid, van de Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 15 november 2018, nr. W16.18.0351/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 22 november 2018, nr. 2418378;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 2, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel x door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • y. een bezichtiging als bedoeld in artikel 550 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: € 146,11.

B

In artikel 4 wordt «bedoeld in artikel 2, onder b, d tot en met o en q tot en met w,» vervangen door «bedoeld in artikel 2, onder b, d tot en met o, q tot en met w, en onder y».

C

In artikel 7, onderdeel a, wordt «h en n» vervangen door «h, n en y».

ARTIKEL II

Dit besluit, alsmede de artikelen VII, onderdeel B, en XL, onderdeel B, van de Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018, treden in werking met ingang van 1 januari 2019.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 27 november 2018

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de elfde december 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Bij Wet van 1 oktober 2014 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek in verband met het transparanter en voor een breder publiek toegankelijk maken van de executoriale verkoop van onroerende zaken (Stb. 2014, 352) is de mogelijkheid geïntroduceerd om in het kader van een executieveiling tot bewoning bestemde onroerende zaken te bezichtigen, zo nodig tegen de wil van de bewoner. Zoals aangegeven in de memorie van toelichting bij deze wet, is het doel van deze bezichtiging om geïnteresseerden meer en betere informatie te geven over de staat van de te executeren zaak. Hierdoor zullen zij sneller geneigd zijn deel te nemen aan de executieveiling. Dit zorgt voor meer deelnemers aan een executieveiling. Hoe meer deelnemers aan een veiling, hoe hoger doorgaans de prijzen voor de te veilen zaken. Dit is in het belang van de schuldenaar. Bij een hogere verkoopprijs blijft de schuldenaar immers met een lagere restschuld achter. Naast de hypotheekhouder kan ook de gerechtsdeurwaarder bijdragen aan het goede verloop van het verkoopproces. Zo zou hij bij het exploot waarbij de bezichtiging wordt aangekondigd aan kunnen geven dat de bezichtiging ook in het belang is van de bewoner (die ook vaak de schuldenaar is), omdat de bezichtiging de kans op een hogere opbrengst op de veiling vergroot, waardoor de schuldenaar met een lagere schuld achterblijft. In voorkomende gevallen, bij vrijwillige medewerking van de bewoner, zal dit kunnen leiden tot een beperking van de kosten (zie ook onderdeel B van dit besluit). Genoemde benadering sluit aan bij de brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brede aanpak van problematische schulden.1

Bij Wet van 15 juni 2018, houdende verbeteringen in enkele wetten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018) (Stb 2018, 228) wordt een nieuw artikel 550 Rv ingevoegd waarmee de deurwaarder is aangewezen om de bezichtiging te doen laten plaatsvinden (zie artikel XL, onderdeel B). Daarmee is de bezichtiging in de zin van artikel 550 Rv een ambtshandeling geworden. Evenals andere ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder, zoals de gedwongen ontruiming, is het nodig om deze handeling te voorzien van een wettelijk tarief dat de gerechtsdeurwaarder in rekening brengt.

In overleg met de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) is het tarief vastgesteld op € 146,11, gebaseerd op de (verwachte) gemiddelde tijd die nodig is om een groep geïnteresseerden tijdens een bezichtiging rond te leiden en in de gelegenheid te stellen om voor zichzelf aantekeningen te maken. Uitgegaan is van een tijd van ongeveer 30 minuten ter plaatse om de handeling uit te voeren. Deze tijdsduur ligt tussen de ontruiming van onroerende zaken (ongeveer 80 minuten) en de inbeslagneming van roerende zaken (ongeveer 15 minuten). Duurt de bezichtiging feitelijk langer, dan kan op grond van artikel 7 een hoger tarief in rekening worden gebracht, voor zover de uitvoering ter plaatse van de ambtshandeling langer dan anderhalf uur duurt. Artikel 6 Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) voorziet in een opslag wanneer op grond van een wettelijk voorschrift getuigen worden ingeschakeld, bijvoorbeeld bij een ontruiming van een onroerende zaak (vgl. artikel 556 lid 2 Rv). Artikel 6 Btag wordt niet gewijzigd, omdat artikel 550 Rv niet voorziet in de inschakeling van getuigen.

Tot slot wordt nog opgemerkt dat dit besluit geen gevolgen heeft voor de regeldrukkosten. Het Adviescollege Toetsing Regeldruk deelt deze analyse en conclusie.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

A

De wijziging van artikel 2 Btag in onderdeel A stelt het tarief vast dat voor de ambtshandeling van bezichtiging wordt gerekend. Dit bedrag komt ten laste van de schuldenaar en is voor 2018 vastgesteld op € 146,11.

B

Artikel 4 Btag is gewijzigd zodat in geval van het niet doorgaan van de ambtshandeling, terwijl de gerechtsdeurwaarder ter plaatse van de uitvoering van de desbetreffende ambtshandeling is aangetreden een lager tarief wordt gerekend. Dit doet zich voor indien de schuldenaar vrijwillig de uit de executoriale titel blijkende verplichting tot de prestatie nakomt die met die ambtshandeling zou worden afgedwongen, of omdat zijn gehele of gedeeltelijke prestatie leidt tot beëindiging van de tenuitvoerlegging van de executoriale titel. Concreet komt het erop neer dat de bewoner alsnog vrijwillig meewerkt met de bezichtiging. In een dergelijk geval zal 0,5 * € 146,11= € 73,06 verschuldigd zijn.

C

In onderdeel C is geregeld dat bij een langere duur van de bezichtiging er een aanvullend bedrag in rekening kan worden gebracht, voor zover de duur anderhalf uur overschrijdt. De duur van de ambtshandeling blijkt uit het exploot van de ambtshandeling. Per 15 minuten kan een bedrag van € 19,77 in rekening worden gebracht. Bij een bezichtiging die twee uur duurt, zal € 146,11 + 2*19,77 = € 185,65 worden gerekend.

Artikel II

De wijziging treedt tegelijk in werking met de in de Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2018 opgenomen invoeging van artikel 550 Rv (Stb 2018, 228). Omdat het gaat om een wijziging die strekt tot het wegnemen van een technische onvolkomenheid, kan worden afgeweken van de vaste verandermomenten. De wijziging zal tijdig worden aangekondigd, zodat de praktijk voldoende tijd heeft om zich voor te bereiden op de wijziging.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstukken II 2017–2018, 24 515 nr. 431, in het bijzonder: actielijn 3 zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven