Besluit van 14 september 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 11 april 2018 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal van verplaatste schade door derden in het strafproces te bevorderen (Stb. 2018, 132) en van het Besluit vergoeding affectieschade

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming van 11 september 2018, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 2354750;

Gelet op artikel V van de Wet van 11 april 2018 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal van verplaatste schade door derden in het strafproces te bevorderen (Stb. 2018, 132) en artikel 3 van het Besluit vergoeding affectieschade;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 11 april 2018 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade mogelijk te maken en het verhaal daarvan alsmede het verhaal van verplaatste schade door derden in het strafproces te bevorderen (Stb. 2018, 132) en het Besluit vergoeding affectieschade treden in werking met ingang van 1 januari 2019.

Onze Minister voor Rechtsbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 14 september 2018

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de negende oktober 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven