Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 1 mei
2018, nr. WJZ / 18080704;
Gelet op artikel V van de Wet van 11 april 2018 tot wijziging van de Wet informatie-uitwisseling
ondergrondse netten (evaluatie WION en regeling bevoegde rechter);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Enig artikel
De Wet van 11 april 2018 tot wijziging van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse
netten (evaluatie WION en regeling bevoegde rechter) (Stb. 2018, 120) treedt in werking met ingang van 1 juli 2018, met uitzondering van artikel I, onderdelen
B, C, E, subonderdeel b, en F, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2019.
Wassenaar, 3 mei 2018
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Uitgegeven de vierentwintigste mei 2018
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
NOTA VAN TOELICHTING
Het onderhavige besluit betreft de inwerkingtreding van de Wet van 11 april 2018 tot
wijziging van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (evaluatie WION en
regeling bevoegde rechter) (Stb. 2018, 120). Rekening houdend met de vaste verandermomenten voor wetgeving (Kamerstukken II
2009/10, 29 515, nr. 309) wordt voorzien in inwerkingtreding van de wet per 1 juli 2018, met uitzondering
van de bepalingen die betrekking hebben op de mogelijkheid van een centrale opslag
van gegevens over de ligging en andere relevante informatie over de netten van beheerders
bij de Dienst voor het kadaster en de openbare registers (artikel I, onderdelen B,
C, E, subonderdeel b, en F, van de wet). Die bepalingen treden in werking per 1 januari
2019.
De latere inwerkingtreding van de bepalingen over de centrale opslag hangt samen met
de uitvoering van noodzakelijke betrouwbaarheidstesten door de Dienst voor het kadaster
en de openbare registers op basis van de door beheerders aangeleverde gegevens. Omdat
het om veel en om omvangrijke gegevens gaat, kunnen deze testen niet in voldoende
mate voor 1 juli 2018 worden uitgevoerd. Gelet op de risico’s die bij graafwerkzaamheden
kunnen optreden als wordt uitgegaan van onjuiste informatie over de ligging van netten,
is er – met het oog op een voldoende betrouwbare centrale opslag – voor gekozen om
de centrale opslag van gegevens per 1 januari 2019 in te voeren.
Artikel IV van de wet behelst een zogenoemde samenloopbepaling. Het bij koninklijke
boodschap van 8 juni 2017 ingediende voorstel van wet houdende regels over de informatie-uitwisseling
betreffende bovengrondse en ondergrondse infrastructuur van netten en netwerken ter
voorkoming van graafschade en ter bevordering van de aanleg van elektronische communicatienetwerken
met hoge snelheid, alsmede wijziging van de Telecommunicatiewet ter bevordering van
medegebruik van fysieke infrastructuur en van de gecoördineerde aanleg van civiele
werken (Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken)
(Kamerstukken 34739; hierna: WIBON) voorzag namelijk in overheveling van de inhoudelijke
bepalingen van de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (hierna: WION) en
intrekking van de WION als zodanig. Zonder nadere regels zou dit tot gevolg hebben
dat de wijzigingen van de WION waarin de onderhavige wet voorziet te zijner tijd ofwel
niet meer zouden kunnen worden doorgevoerd ofwel teloor zouden gaan. Ter voorkoming
daarvan is met de samenloopbepaling geregeld dat de wijzigingen van de WION waarin
de onderhavige wet voorziet te zijner tijd ook in de WIBON terechtkomen. Daartoe is
in onderdeel A van dit artikel een voorziening getroffen voor de situatie dat de WIBON
eerder in werking treedt dan de onderhavige wet, en in onderdeel B een voorziening
voor de situatie dat de WIBON juist later in werking treedt (zie ook Kamerstukken
II 2016/17, 34 745, nr. 3, blz. 22). Nu de WIBON met ingang van 31 maart 2018 in werking is getreden en daarmee
dus eerder dan de onderhavige wet, is sprake van de situatie waarin artikel IV, onderdeel
A, van de wet voorziet en sorteert de in artikel IV, onderdeel B, van de wet opgenomen
samenloopbepaling geen effect.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer