Besluit van 14 september 2017 tot wijziging van het Besluit van 16 juni 2015, houdende vaststelling van de tijdstippen van inwerkingtreding van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting, de wet van 20 maart 2015 (Stb. 146) tot wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, alsmede vaststelling van het tijdstip, bedoeld in artikel Ibis van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (Stb. 2015, 232)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 september 2017, nr. 2017-0000429052;

Gelet op de artikelen Ibis en XXII, eerste lid, van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

In artikel 3 van het Besluit van 16 juni 2015, houdende vaststelling van de tijdstippen van inwerkingtreding van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting, de wet van 20 maart 2015 (Stb. 146) tot wijziging van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting en het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, alsmede vaststelling van het tijdstip, bedoeld in artikel Ibis van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting (Stb. 2015, 232) wordt «1 januari 2018» vervangen door: 1 januari 2019.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 14 september 2017

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de achtentwintigste september 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

Met onderhavig besluit wordt het tijdstip van inwerkingtreding van enkele met de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting in de Woningwet door te voeren wijzigingen gewijzigd van 1 januari 2018 naar 1 januari 2019.

In artikel Ibis van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting worden enkele wijzigingen aangebracht in de Woningwet. Dit betreft enerzijds een wijziging van artikel 35, derde lid, van de Woningwet, op grond waarvan toegelaten instellingen thans binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening moeten vaststellen. Deze periode zal worden verkort tot vier maanden. Anderzijds betreft het een wijziging van artikel 38, eerste en tweede lid, van de Woningwet, op grond waarvan toegelaten instellingen thans jaarlijks vóór 1 juli een aantal in de wet genoemde belanghebbenden bepaalde documenten moeten hebben doen toekomen. Dit tijdstip zal worden vervroegd tot vóór 1 mei. Met het inwerkingtredingsbesluit (Stb. 2015, 232) is bepaald dat die wijzigingen in werking zouden treden met ingang van 1 januari 2017. Bij besluit van 2 december 2016 (Stb. 2016, 491) is die datum verschoven naar 1 januari 2018, nadat bleek dat de nieuwe eisen in 2017 zouden leiden tot een ongewenste stapeling van administratieve lasten.

Met onderhavig besluit wordt de inwerkingtredingsdatum van voormelde wijzigingen wederom met een jaar verschoven, naar 1 januari 2019. Er zijn namelijk signalen ontvangen van Aedes en diverse accountants waaruit blijkt dat de verplichting om de gegevens reeds in 2018 vóór 1 mei aan te leveren niet opportuun is. Een en ander wordt door de Autoriteit woningcorporaties onderschreven. De belangrijkste reden is erin gelegen dat de overgang naar de nieuwe methodiek van marktwaardering nog niet volledig is afgerond bij toegelaten instellingen, accountants en taxateurs. Ook is 2018 het jaar waarin de scheiding van diensten van algemeen economisch belang (daeb) en niet-daeb wordt geformaliseerd in de administraties van toegelaten instellingen. Dat zal extra lasten met zich brengen, waardoor een vervroeging van twee maanden van de termijn waarbinnen de stukken gereed gemaakt moeten worden in 2018 uiterst ongelegen komt. Daarnaast geldt dat in 2018 naar verwachting de status «Organisatie van openbaar belang» van toepassing wordt voor toegelaten instellingen met meer dan 2.500 verhuureenheden. Dat brengt onder meet een verscherping van de accountantscontrole mee. Als gevolg daarvan zal extra capaciteit van accountants noodzakelijk zijn, terwijl er thans signalen zijn over afnemende beschikbaarheid van accountants voor de woningcorporatiesector. Een en ander zou kunnen leiden tot de ongewenste situatie dat toegelaten instellingen niet of niet tijdig een accountant kunnen vinden, terwijl sprake is van toegenomen werkzaamheden die in een korter tijdbestek moeten worden uitgevoerd, dan wel worden geconfronteerd met onevenredige kosten. Tot slot is het wenselijk om CorpoData (het portaal voor de gegevensopvraag dat wordt beheerd door de Autoriteit woningcorporaties), gelet op de problemen die eind 2016 zijn ontstaan, meer tijd te geven om te borgen dat er een stabiel systeem staat voor de ontvangst van de verantwoordingsinformatie over verslagjaar 2017.

Bovenstaande maakt noodzakelijk dat toegelaten instellingen in 2018 nog extra tijd krijgen om de jaarrekening vast te stellen en om de documenten te doen toekomen aan de betreffende belanghebbenden. Dit laat overigens onverlet dat toegelaten instellingen zelf in 2018 al de nieuwe periode en datum kunnen aanhouden om de jaarrekening vast te stellen respectievelijk de documenten aan de belanghebbende te doen toekomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven