Besluit van 6 september 2017, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A, B, C, D, E, F, onder 1 en 3, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, U, V, W, Z en AA en artikel II van het Besluit van 9 februari 2010 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de implementatie van het Ballastwaterverdrag en de herziene Bijlage VI van het MARPOL-verdrag, artikel I, onderdelen C, F en I van het Besluit van 23 augustus 2011 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de uitvoering van de in Bijlage II van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen opgenomen voorschriften met betrekking tot het voorwassen van ladingtanks en enige andere onderwerpen en tot wijziging van enkele besluiten op het gebied van de binnenvaart en artikel I, onderdelen C, E en J en artikel II van het Besluit van 3 januari 2013 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de implementatie van de wijzigingen van de Bijlagen IV, V en VI van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen en van het Ballastwaterverdrag en tot wijziging van het Besluit havenontvangstvoorzieningen in verband met de implementatie van het Ballastwaterverdrag

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 31 augustus 2017, nr. IenM/BSK-2017/203393, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV van het Besluit van 9 februari 2010 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de implementatie van het Ballastwaterverdrag en de herziene Bijlage VI van het MARPOL-verdrag, artikel VIII van het Besluit van 23 augustus 2011 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de uitvoering van de in Bijlage II van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen opgenomen voorschriften met betrekking tot het voorwassen van ladingtanks en enige andere onderwerpen en tot wijziging van enkele besluiten op het gebied van de binnenvaart en artikel III van het Besluit van 3 januari 2013 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de implementatie van de wijzigingen van de Bijlagen IV, V en VI van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen en van het Ballastwaterverdrag en tot wijziging van het Besluit havenontvangstvoorzieningen in verband met de implementatie van het Ballastwaterverdrag;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Artikel I, onderdelen A, B, C, D, E, F, onder 1 en 3, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, U, V, W, Z en AA, en artikel II van het Besluit van 9 februari 2010 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de implementatie van het Ballastwaterverdrag en de herziene Bijlage VI van het MARPOL-verdrag treedt in werking met ingang van 8 september 2017.

Artikel 2

Artikel I, onderdelen C, F en I van het Besluit van 23 augustus 2011 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de uitvoering van de in Bijlage II van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen opgenomen voorschriften met betrekking tot het voorwassen van ladingtanks en enige andere onderwerpen en tot wijziging van enkele besluiten op het gebied van de binnenvaart treedt in werking met ingang van 8 september 2017.

Artikel 3

Artikel I, onderdelen C, E en J en artikel II van het Besluit van 3 januari 2013 tot wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in verband met de implementatie van de wijzigingen van de Bijlagen IV, V en VI van het Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen en van het Ballastwaterverdrag en tot wijziging van het Besluit havenontvangstvoorzieningen in verband met de implementatie van het Ballastwaterverdrag treedt in werking met ingang van 8 september 2017.

Onze minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 6 september 2017

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de achtste september 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

TOELICHTING

Op 8 september 2016 is met de ratificering door Finland het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen (Trb. 2005, 44) (hierna: het Ballastwaterverdrag) in werking getreden. Het Ballastwaterverdrag is in de Nederlandse regelgeving geïmplementeerd middels een aantal wijzigingen van het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen (Stb. 2010, 91, Stb. 2011, 435 en Stb. 2013, 18). In de wijzigingsbesluiten is bepaald dat de betreffende artikelen inwerkingtreden bij koninklijk besluit en dat daarbij wordt aangesloten bij de inwerkingtreding van het Ballastwaterverdrag. Met dit koninklijk besluit wordt daaraan uitvoering gegeven. Voor de inhoudelijke toelichting op de wijzigingen wordt verwezen naar de genoemde besluiten.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven