Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet op de Europese ondernemingsraden en Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Richtlijnen 98/59/EG en 2001/23/EG van de Raad wat zeevarenden betreft (PbEU 2015, L 263)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet op de Europese ondernemingsraden en Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk wetboek te wijzigen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1794 van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2015 tot wijziging van de Richtlijnen 2008/94/EG, 2009/38/EG en 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Richtlijnen 98/59/EG en 2001/23/EG van de Raad wat zeevarenden betreft (PbEU 2015, L 263);

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 17 van de Wet op de Europese ondernemingsraden wordt als volgt gewijzigd:

1. De laatste zin van artikel 17, tweede lid, vervalt.

2. Aan artikel 17 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Een lid van een bijzondere onderhandelingsgroep of van de Europese ondernemingsraad of diens plaatsvervanger, die lid is van de bemanning van een zeeschip, heeft het recht deel te nemen aan een vergadering van de bijzondere onderhandelingsgroep of van de Europese Ondernemingsraad of aan elke andere raadpleging die wordt georganiseerd, indien dat lid of die plaatsvervanger ten tijde van de vergadering niet op zee is of zich bevindt in een haven in een ander land dan waar de rederij is gevestigd. Voor zover mogelijk wordt een vergadering zo gepland dat het lid of diens plaatsvervanger op eenvoudige wijze aan de vergadering kan deelnemen. Voor zover het lid of diens plaatsvervanger verhinderd is een vergadering bij te wonen, wordt geprobeerd de inbreng van het lid of diens plaatsvervanger langs andere weg te verkrijgen.

ARTIKEL II

Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 666, tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.

B

Na artikel 666 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 666a

  • 1. Deze afdeling is van toepassing op de overgang van een zeeschip als onderdeel van de overgang van een onderneming, indien de verkrijger onder de territoriale werkingssfeer van het Verdrag van de Europese Unie valt of de overgegane onderneming onder die werkingssfeer blijft.

  • 2. Deze afdeling is niet van toepassing, indien de overgang uitsluitend een of meer zeeschepen betreft.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van 10 oktober 2017. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na 10 oktober 2017, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 31 mei 2017

Willem-Alexander

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Uitgegeven de negentiende juni 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 664

Naar boven