Besluit van 27 maart 2017 tot wijziging van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 7 februari 2017, 2017-0000012076, directie Financieringen;

Gelet op artikel 45, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 1 maart 2017, nr. W06.17.0035/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 22 maart 2017, 2017-0000050057;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In de A2-lijst van de bijlage bij het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie vervalt «Centrale Organisatie voor Radioactief Afval N.V. (COVRA);».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 27 maart 2017

Willem-Alexander

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Uitgegeven de zesentwintigste april 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit wijzigt de bijlage van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie, te weten de zogenoemde A2-lijst. Deze lijst bevat een opsomming van rechtspersonen met een publieke taak die zijn aangewezen op grond van artikel 45, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001. Met deze wijziging wordt uitvoering gegeven aan het in de beantwoording van schriftelijke vragen van de Tweede Kamer uitgesproken voornemen om de Centrale Organisatie voor Radioactief Afval N.V. (COVRA) niet langer te verplichten om haar liquide middelen in de schatkist van het Rijk aan te houden.1

Het hiervoor geldende Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie verplicht COVRA de als collectief aan te merken middelen onder te brengen in de schatkist van het Rijk. Echter, een eenduidige uitsplitsing van de als publiek dan wel privaat aan te merken middelen ontbreekt. De tarieven voor de verwerking van nucleair afval worden niet door de overheid vastgesteld. De staatsdeelneming COVRA sluit als NV zelf de privaatrechtelijke overeenkomsten met de klanten die zich van het afval ontdoen en genereert hoofdzakelijk inkomsten op grond van deze overeenkomsten. Door het ontbreken van een heldere uitsplitsing tussen publiek en privaat, is het onduidelijk welke middelen wel en welke niet zouden vallen onder de verplichting tot schatkistbankieren. Dit besluit maakt aan die onduidelijkheid een einde.

De middelen van COVRA betreffen hoofdzakelijk de ontvangen middelen voor de bekostiging van opslag van radioactief afval en definitieve berging daarvan. COVRA vertoont op dit punt overeenkomsten met provinciale nazorgfondsen voor vuilstortplaatsen die evenmin verplicht zijn tot schatkistbankieren.

Het besluit om COVRA niet langer tot schatkistbankieren te verplichten is, ten slotte, conform de algemene lijn om staatsdeelnemingen niet tot schatkistbankieren te verplichten.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Kamerstukken II 2015/16, 25 422, nr. 153

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbij behorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven