Besluit van 6 december 2016 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 5 oktober 2016 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van het College van procureurs-generaal (Stb. 2016, 361)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 1 december 2016, nr. 2020939, Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel III van de Wet van 5 oktober 2016 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van het College van procureurs-generaal (Stb. 2016, 361);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 5 oktober 2016 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de samenstelling van het College van procureurs-generaal (Stb. 2016, 361) treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 6 december 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Uitgegeven de vijftiende december 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven