Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2016, 446 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2016, 446 | AMvB |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst, van 10 oktober 2016, nr. 2016-0000620258, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;
Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 19 oktober 2016, nr. W04.16.0323/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 28 oktober 2016, nr. 2016-0000671319, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Algemeen Rijksambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 49 wordt «tot en met 31 december 2016» vervangen door: tot en met 31 december 2017.
B
Artikel 49 komt te luiden:
C
Hoofdstuk VIIbis vervalt, met uitzondering van artikel 49uu.
D
Artikel 49uu, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a, wordt «artikel 49x, achtste lid» vervangen door: artikel 49x, achtste lid, zoals dat luidde op 31 december 2017.
2. In onderdeel b, wordt «artikel 49y, vijfde lid» vervangen door: artikel 49y, vijfde lid, zoals dat luidde op 31 december 2017.
3. In onderdeel c, wordt «artikel 49bb, zevende lid» vervangen door: artikel 49bb, zevende lid, zoals dat luidde op 31 december 2017.
4. In onderdeel e wordt «de verplichte VWNW-kandidaat» vervangen door «de verplichte VWNW-kandidaat, bedoeld in artikel 49r, onderdeel e, zoals dat artikel luidde op 31 december 2017» en «artikel 49dd, tweede lid» vervangen door: artikel 49dd, tweede lid, zoals dat luidde op 31 december 2017.
In artikel 5, zesde lid, en 22c, tweede lid, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt «hoofdstuk VIIbis van het Algemeen Rijksambtenarenreglement» telkens vervangen door: hoofdstuk VIIbis van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, zoals dat luidde in de periode van 15 april 2013 tot en met 31 december 2017,.
Het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken wordt als volgt gewijzigd:
A
In het eerste en tweede lid van artikel 57a wordt «tot en met 31 december 2016» telkens vervangen door: tot en met 31 december 2017.
B
Artikel 57a komt te luiden:
Hoofdstuk VIIbis van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, zoals dat luidde op 31 december 2017, blijft van overeenkomstige toepassing en dit artikel, zoals dat luidde op 31 december 2017, blijft van toepassing op de ambtenaar die in de periode van 15 april 2013 tot en met 31 december 2017 is aangemerkt als VWNW-kandidaat als bedoeld in artikel 49r, onderdeel i, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, zoals dat luidde in die periode.
Het Besluit personenchauffeurs Rijksdienst wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 8 komt te luiden:
In afwijking van artikel 49gg, tweede en vijfde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement wordt voor de berekeningsbasis bij het bepalen van de hoogte van de salarisgarantie en salarissuppletie uitgegaan van de som van het salaris op basis van artikel 5, tweede lid, van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, de vakantie-uitkering, de eindejaarsuitkering en de aanvulling op het salaris, bedoeld in artikel 6.
B
Artikel 8 komt te luiden:
Dit artikel, zoals dat luidde op 31 december 2017, blijft van toepassing op de ambtenaar die in de periode van 15 april 2013 tot en met 31 december 2017 is aangemerkt als VWNW-kandidaat als bedoeld in artikel 49r, onderdeel i, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, zoals dat luidde in die periode.
De artikelen I, onderdelen B en C, II, III, onderdeel B en V, tweede lid, van het Besluit van 10 december 2015, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken in verband met de verlenging van het van werk naar werk beleid voor de sector Rijk tot en met 31 december 2016 (Stb. 2015, 519) vervallen.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
Wassenaar, 15 november 2016
Willem-Alexander
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok
Uitgegeven de negenentwintigste november 2016
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur
In de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2015–2016), die tussen de Minister voor Wonen en Rijksdienst op 2 oktober 2015 en de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel is overeengekomen, is de afspraak gemaakt dat partijen de intentie hebben het Van Werk Naar Werk (VWNW) beleid meer structureel te maken en daarover in het sectoroverleg Rijk te besluiten. Vanwege de samenhang met het VWNW-beleid is daarbij afgesproken ook de reparatie van het derde WW-jaar en de bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid te betrekken.
Hoewel dit overleg nog niet is afgerond, bestaat tussen partijen wel reeds overeenstemming over het verlengen van het VWNW-beleid met een jaar, tot en met 31 december 2017, om te voorkomen dat het vervalt voordat de afspraken die volgen uit het overleg om het VWNW-beleid meer structureel te maken, zullen zijn geformaliseerd. Die afspraken worden op een later moment geformaliseerd.
Artikel 49 van het Algmeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) regelt de tijdelijke buitenwerkingstelling van hoofdstuk VII van het ARAR, dat de (reguliere) rechten en verplichtingen bij reorganisaties betreft. In plaats van hoofdstuk VII geldt op grond van artikel 49 bij reorganisaties gedurende de buitenwerkingstelling, hoofdstuk VIIbis, waarin het VWNW-beleid is opgenomen. De buitenwerkingstelling van hoofdstuk VII en het in plaats daarvan van toepassing zijn van hoofdstuk VIIbis, wordt met een jaar, tot en met 31 december 2017, verlengd.
De wijziging van artikel 57a van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken komt overeen met de wijziging van artikel 49 van het ARAR. Het tweede lid van artikel 57a van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken regelt dat gedurende de periode van buitenwerkingstelling van de «reguliere» bepalingen inzake reorganisaties, hoofdstuk VIIbis van het ARAR van overeenkomstige toepassing is. Artikel III, onderdeel A, van het onderhavige besluit voorziet in de verlenging van deze buitenwerkingstelling en van overeenkomstige toepassingverklaring met een jaar, tot en met 31 december 2017.
Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat de bepalingen van het ARAR ingevolge artikel 2 van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal van overeenkomstige toepassing zijn op de ambtenaren op wie het Ambtenarenreglement Staten-Generaal van toepassing is. De verlenging van het VWNW-beleid voor deze groep ambtenaren hoeft dus niet apart geregeld te worden.
De artikelen I, onderdeel B, II, III, onderdeel B, en V, tweede lid, van het Besluit van 10 december 2015, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken in verband met de verlenging van het van werk naar werk beleid voor de sector Rijk tot en met 31 december 2016 (Stb. 2015, 519) regelden het overgangsrecht dat van toepassing zou worden met ingang van de datum waarop het VWNW-beleid zou vervallen op 1 januari 2017. Het overgangsrecht hield in dat de bepalingen met betrekking tot het VWNW-beleid van toepassing zouden blijven of op grond van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken van overeenkomstige toepassing zouden blijven op de ambtenaar die in de periode van 15 april 2013 tot en met 31 december 2016 was aangemerkt als VWNW-kandidaat. Hetzelfde was geregeld ten aanzien van de in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijk Rijksambtenaren 1984 (BBRA 1984) opgenomen bepalingen inzake het VWNW-beleid.
Als gevolg van de verlenging van het VWNW-beleid tot en met 31 december 2017, moet het overgangsrecht worden gewijzigd in die zin dat het inwerking treedt met ingang van 1 januari 2018 (artikel VI) en inhoudt dat de bepalingen met betrekking tot het VWNW-beleid van (overeenkomstige) toepassing blijven op de ambtenaar die in de periode van 15 april 2013 tot en met 31 december 2017 is aangemerkt als VWNW-kandidaat. Dit wordt geregeld in de artikelen I, onderdeel B, II, en III, onderdeel B. De hiervoor vermelde artikelen van het Besluit van 10 december 2015 komen dus te vervallen en zullen niet op 1 januari 2017 in werking treden (artikel V).
Op grond van artikel I, onderdeel C, gelezen in samenhang met artikel VI, derde lid, vervalt het VWNW-beleid met ingang van 1 januari 2018. Dit geldt echter niet voor artikel 49uu van het ARAR dat de grondslag bevat voor de instelling van de Rijksbrede commissie VWNW-beleid. Deze commissie moet ook na 1 januari 2018 toezien op de juiste toepassing van het VWNW-beleid dat van toepassing blijft op de ambtenaren die onder het overgangsrecht vallen. Bij de uitoefening van de taken van de commissie blijft het VWNW-beleid gelden zoals dat op 31 december 2017 gold.
In het kader van het VWNW-beleid is thans in artikel 49gg van het ARAR geregeld in welke gevallen de VWNW-kandidaat in aanmerking komt voor een salarisgarantie dan wel een salarissuppletie. De hoogte van de salarisgarantie en salarissuppletie wordt bepaald door het verschil in de berekeningsbasis in de laatstelijk vervulde functie/oorspronkelijke functie en in de nieuwe functie. Ingevolge het tweede lid van dat artikel wordt bij een functie binnen de sector Rijk voor de berekeningsbasis uitgegaan van de som van het salaris, de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering. Met de inwerkingtreding van het VWNW-beleid is verzuimd om te regelen dat de aanvulling op het salaris voor personenchauffeurs, bedoeld in artikel 6 van het Besluit personenchauffeurs Rijksdienst, ook onderdeel moet uitmaken van de berekeningsbasis. In het nieuwe artikel 8 (Artikel IV, onderdeel A) is dit alsnog geregeld. Reden hiervoor is dat deze aanvulling op het salaris een compensatie is voor de verhoogde arbeidsduur van personenchauffeurs (maximaal gemiddeld 48 uur per week), daarom gelijk wordt behandeld als het salaris en derhalve als een vast inkomensbestanddeel moet worden aangemerkt (Stb. 2010, 819, blz. 28 en Stb. 2013, 540, blz. 31). De aanvulling op het salaris voor personenchauffeurs wordt zowel meegerekend voor het bepalen van de berekeningsbasis van de oorspronkelijke functie als voor het bepalen van de berekeningsbasis wanneer een voormalige VWNW-kandidaat is geplaatst in de functie van personenchauffeur. Voor de volledigheid wordt er op gewezen dat de vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering die personenchauffeurs ontvangen over de aanvulling op het salaris ook onderdeel uitmaken van de berekeningsbasis.
In het nieuwe artikel 8 van het Besluit personenchauffeurs Rijksdienst, zoals dat met ingang van 1 januari 2018 komt te luiden, blijft het bepaalde wat betreft de berekeningsbasis voor personenchauffeurs ook na het vervallen van hoofdstuk VIIbis van toepassing op de ambtenaar die in de periode van 15 april 2013 tot en met 31 december 2017 is aangemerkt als VWNW-kandidaat.
De verlenging van het VWNW-beleid speelt zich geheel binnen de sfeer van de rijksoverheid af. De gevolgen hiervan beperken zich geheel tot de rijksoverheid zelf en haar ambtenaren. Om deze reden is er geen sprake van administratieve lasten of nalevingkosten.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2016-446.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.