Besluit van 22 januari 2016 tot wijziging van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren en het Besluit personenvervoer 2000 in verband met de wijziging van de citeertitel van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 7 december 2015, nr. IENM/BSK-2015/231948, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 9 van de Scheepvaartverkeerswet en artikel 79, eerste lid, onderdelen e en f, van de Wet personenvervoer 2000;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 23 december 2015, nr. W14.15.0428/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 18 januari 2016, nr. IenM/BSK-2016/7620, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 5.2, tweede lid, van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren wordt «Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties» vervangen door: Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties en wordt «EG-kwalificaties» vervangen door: EU-kwalificaties.

ARTIKEL II

Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «erkenning van EG-beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 6 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties» vervangen door: erkenning van EU-beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 6 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

2. In het tweede lid wordt «Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties» vervangen door: Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

3. In het derde en vierde lid wordt «erkenning van EG-beroepskwalificaties» vervangen door: erkenning van EU-beroepskwalificaties.

B

In artikel 83, negende lid, wordt «Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties» vervangen door: Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 18 januari 2016. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 18 januari 2016 treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 18 januari 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 22 januari 2016

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de eerste februari 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Met de implementatie van Richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt («de IMI-verordening») (Pb EU, L 316) wordt onder andere de citeertitel van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties gewijzigd in Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties (Stb nr. 2015, 478). Deze richtlijn dient uiterlijk 18 januari 2016 geïmplementeerd te zijn.

In dit besluit worden het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren en het Besluit personenvervoer 2000 gewijzigd als gevolg van de wijziging van de hiervoor genoemde citeertitel.

Deze wijzigingen hebben geen consequenties voor de rechten en plichten van bedrijven of burgers en ook niet voor de administratieve en bestuurlijke lasten. Omdat het implementatiewetgeving betreft, is afgezien van internetconsultatie en is het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten niet van toepassing.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven