Besluit van 23 augustus 2016, houdende de aanwijzing van de Raad voor de rechtspraak als het orgaan waaraan de gegevens worden doorgegeven ten behoeve van het register als bedoeld in artikel 294a, eerste lid, Faillissementswet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 9 juni 2016, nr. 771204.

Gelet op artikel 294, vierde lid, van de Faillissementswet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 juli 2016, W03.16.0156/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 9 augustus 2016 nr. 781505;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Als het orgaan waaraan de griffier de gegevens genoemd in artikel 294, eerste lid, onder a tot en met g van de Faillissementswet doorgeeft ten behoeve van het in artikel 294a, eerste lid, van de Faillissementswet bedoelde register, wordt aangewezen de Raad voor de rechtspraak.

Artikel 2

Het Aanwijzingsbesluit raad voor rechtsbijstand als bestuursorgaan bedoeld in artikel 294, vierde lid, Faillissementswet wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 23 augustus 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Uitgegeven de vijfde september 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

In het Landelijk Register Schuldsaneringen (hierna: «LRS») van de raad voor rechtsbijstand (hierna: «rvr») worden gegevens over iedere van toepassing verklaarde schuldsaneringsregeling bijgehouden. Dezelfde gegevens zijn tegenwoordig te vinden in het Centraal Insolventieregister (hierna: «CIR») van de Raad voor de rechtspraak (hierna: «Rvdr»). Dit komt doordat de informatie over schuldsaneringsregelingen op grond van de Faillissementswet (hierna: «Fw») ook in de afzonderlijke registers van de rechtbanken moet worden opgenomen (art. 294, eerste lid, Fw) en de Rvdr deze informatie plaatst in het CIR.

Het is niet nodig om twee registers met dezelfde gegevens – met de daarbij behorende kosten – in stand te houden. De momenteel doorgevoerde modernisering van de digitale systemen van de rvr is een passend moment om het LRS op te heffen. Het ligt voor de hand om de gegevens over schuldsaneringen uitsluitend bij het CIR onder te brengen. In het CIR worden deze gegevens al bijgehouden en het bevat tevens gegevens over faillissementen en surseanceregelingen.1 De Rvdr heeft positief geadviseerd over het concept besluit en verwacht geen noemenswaardige gevolgen voor de werklast en organisatie van de rechtspraak.

Artikel 1

In onderhavig besluit wordt de Rvdr aangewezen als orgaan dat op grond van artikel 294, vierde lid, Fw een centraal register over schuldsaneringen bijhoudt, in de vorm van het reeds bestaande CIR. Op grond van het vierde lid dient de griffier de in het eerste lid, onderdelen a tot en met g, genoemde gegevens door te geven ten behoeve van het centrale register. Het gaat om (a) een uittreksel van de rechterlijke uitspraken tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en tot beëindiging daarvan; (b) de beëindiging en herleving van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in artikel 312 Fw; (c) de summiere inhoud en de homologatie van het akkoord; (d) de ontbinding van dit akkoord; (e) het bedrag van de uitdelingen; (f) de summiere inhoud van de uitspraak bedoeld in artikel 354 en 354a Fw; (g) de datum waarop de schuldsaneringsregeling ingevolge het bepaalde in artikel 356, tweede lid, Fw is geëindigd.

Het CIR is kosteloos toegankelijk via http://insolventies.rechtspraak.nl/. In het openbare deel zijn de gegevens tot een half jaar na beëindiging van de schuldsanering terug te vinden. De gerechten kunnen in het besloten deel van het CIR alle schuldsaneringen bekijken die vanaf de inwerkingtreding van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (hierna: «Wsnp») in 1998 zijn ingesteld. De mogelijkheid om terug te kijken is nodig omdat bij een verzoek tot toepassing van de Wsnp onderzocht moet kunnen worden of de Wsnp al eerder is toegepast. Een van de toelatingscriteria tot de Wsnp is dat de Wsnp in beginsel de afgelopen tien jaar niet is toegepast (art. 288, tweede lid, onderdeel d, Fw).

Artikel 2

De rvr houdt het LRS thans slechts operationeel omdat het daartoe is gehouden op grond van het Aanwijzingsbesluit raad voor rechtsbijstand als bestuursorgaan bedoeld in artikel 294, vierde lid, Fw. Nu de Rvdr wordt aangewezen als orgaan dat het centrale register voor schuldsaneringen bijhoudt, wordt voornoemd aanwijzingsbesluit ingetrokken.

Het informatiesysteem van de rvr wordt momenteel gemoderniseerd. Het operationeel houden van het LRS zou een aanzienlijke investering vragen. Met het opheffen van het LRS wordt circa 34.000 euro per jaar (20.000 euro vaste beheerskosten en 14.000 euro afschrijvingskosten) bespaard.

Artikel 3

Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten (Aanwijzing 174, eerste lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving). De grond hiervoor is dat door zo spoedig mogelijke inwerkingtreding voornoemde kosten voor het langer in stand houden van het LRS worden bespaard (zie de uitzonderingsgrond onder a bij Aanwijzing 174, vierde lid: het voorkomen van aanmerkelijke ongewenste publieke nadelen). Aangezien de Rvdr al geruime tijd feitelijk de taak uitvoert die hem in dit besluit wordt toebedeeld en dit besluit geen aanleiding geeft tot aanpassingen van zijn systemen, is een invoeringstermijn niet nodig.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Op grond van het Besluit van 24 november 2005, houdende de aanwijzing van de Raad voor de rechtspraak als het orgaan waaraan de gegevens ten behoeve van het register als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, en het register als bedoeld in artikel 222b, eerste lid, van de Faillissementswet dienen te worden doorgegeven (Stb. 2005, 599), houdt de Rvdr centrale registers bij met gegevens over resp. uitgesproken faillissementen en verleende surseances van betaling.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven