Besluit van 2 juni 2016 inzake rangschikking, oprichtingsdata en genealogieën van eenheden van de Koninklijke Landmacht, heroprichting van twee regimenten en het ongedaan maken van de bewaring van de traditie van het Regiment Huzaren Prins Alexander (Traditiebesluit Koninklijke Landmacht)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 31 mei 2016, nr. BS2016006731, Directie Juridische Zaken, cluster wet- en regelgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Met betrekking tot ceremoniële en traditionele aangelegenheden omvat de Koninklijke Landmacht de volgende wapens en dienstvakken:

  • het Wapen der Infanterie;

  • het Wapen der Cavalerie;

  • het Wapen der Artillerie;

  • het Wapen der Genie;

  • het Wapen van de Verbindingsdienst;

  • het Dienstvak van de Logistiek;

  • het Dienstvak van de Militair Juridische Dienst;

  • het Dienstvak van de Technische Staf;

  • het Dienstvak van de Militair Psychologische en Sociologische Dienst;

  • het Dienstvak van de Lichamelijke Oefening en Sport.

Artikel 2

  • 1. De Wapens der Infanterie, der Cavalerie, der Artillerie, der Genie, het Wapen van de Verbindingsdienst en het Dienstvak van de Logistiek omvatten elk een of meer regimenten of korpsen.

  • 2. De regimenten en korpsen zijn traditionele verbanden; aan de door deze verbanden gedragen traditie hebben alle tot het betrokken regiment of korps behorende eenheden deel, zowel bataljons en afdelingen als eenheden van lager niveau, ongeacht het bevelressort waartoe deze eenheden behoren.

  • 3. Indien een dienstvak geen regiment of korps omvat, is het betrokken dienstvak het traditionele verband.

Artikel 3

  • 1. Bij het Wapen der Cavalerie worden het Regiment Huzaren van Sytzama en het Regiment Huzaren Prins van Oranje heropgericht.

  • 2. Ten aanzien van de in het eerste lid genoemde regimenten en het Regiment Huzaren Prins Alexander wordt ongedaan gemaakt.

    • a. de oplegging van de standaard;

    • b. het bewaren van de tradities van de regimenten door het Regiment Huzaren van Boreel.

Artikel 4

Voor ceremoniële aangelegenheden geldt de volgende rangschikking:

  • a. naar de volgorde, genoemd in artikel 1;

  • b. binnen het Wapen der Infanterie:

    • Garderegiment Grenadiers en Jagers;

    • Garderegiment Fuseliers Prinses Irene;

    • Regiment Infanterie Johan Willem Friso;

    • Regiment Infanterie Oranje Gelderland;

    • Regiment Limburgse Jagers;

    • Regiment van Heutsz;

    • Korps Nationale Reserve;

    • Korps Commandotroepen;

    • Regiment Stoottroepen Prins Bernhard;

  • c. binnen het Wapen der Cavalerie:

    • Regiment Huzaren van Boreel;

    • Regiment Huzaren Van Sytzama;

    • Regiment Huzaren Prins Alexander;

    • Regiment Huzaren Prins van Oranje;

  • d. binnen het Wapen der Artillerie:

    • Korps Veldartillerie;

    • Korps Rijdende Artillerie;

    • Korps Luchtdoelartillerie;

  • e. binnen het Dienstvak van de Logistiek:

    • Korps Militaire Administratie;

    • Regiment Geneeskundige Troepen;

    • Regiment Bevoorradings- en Transporttroepen;

    • Regiment Technische Troepen.

Artikel 5

  • 1. De oprichting, opheffing, samenvoeging, opdeling, naamswijziging en genealogie van een wapen, dienstvak of regiment wordt bij Koninklijk Besluit vastgesteld met inachtneming van het volgende:

    • a. de Wapens der Infanterie, der Cavalerie, der Artillerie en der Genie zijn de voortzetting van gelijkgenaamde wapens uit vroegere perioden;

    • b. het Dienstvak van de Logistiek en het Dienstvak van de Lichamelijke Oefening en Sport zijn de voortzetting van de gelijksoortige diensten of organisaties uit vroegere perioden.

  • 2. Onderstaande thans bestaande regimenten en korpsen in de eerste kolom zijn de voortzetting van de in de tweede kolom vermelde overeenkomstige regimenten, korpsen en eenheden dan wel van de rechtstreekse voorlopers daarvan; de in de derde kolom vermelde datum geldt als de oprichtingsdatum van het regiment c.q. korps;

    Garderegiment Grenadiers en Jagers

    Regiment Grenadiers

    7 juli 1829

     

    Regiment Jagers

     

    Garderegiment Fuseliers Prinses Irene

    Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene

    11 januari 1941

    Regiment Infanterie Johan Willem Friso

    1ste en 9de Regiment Infanterie

    28 oktober 1813

    Regiment Infanterie Oranje Gelderland

    5de en 8ste Regiment Infanterie

    28 oktober 1813

     

    Troepenmacht in Suriname

     

    Regiment Limburgse Jagers

    2de, 6de en 11de Regiment Infanterie

    23 november 1813

    Regiment van Heutsz

    Koninklijk Nederlands-Indisch Leger

    28 augustus 1814

     

    Bewakingskorps Koninklijke Landmacht

     
     

    Nederlands Detachement Verenigde Naties

     

    Korps Nationale Reserve

    Vrijwillige Landstorm

    4 augustus 1914

    Korps Commandotroepen

    No. 2 (Dutch) Troop / No. 10 (Interallied) Commando

    22 maart 1942

     

    het Korps Insulinde

     

    Regiment Stoottroepen Prins Bernhard

    Commando Limburg (Stoottroepen) en Commando Brabant (Stoottroepen) van de Binnenlandse Strijdkrachten

    21 september 1944

    Regiment Huzaren van Boreel

    4de Regiment Huzaren

    25 november 1813

     

    1ste en 2de Eskadron Pantserwagens

     

    Regiment Huzaren van Sytzama

    1ste Regiment Huzaren

    9 januari 1814

    Regiment Huzaren Prins Alexander

    3de Regiment Huzaren

    13 februari 1814

     

    1ste en 2de Regiment Huzaren Motorrijder

     

    Regiment Huzaren Prins van Oranje

    2de Regiment Huzaren

    4 april 1815

    Korps Veldartillerie

    de regimenten veldartillerie en de regimenten motorartillerie

    11 januari 1677

    Korps Rijdende Artillerie

    Korps Rijdende Artillerie

    21 februari 1793

    Korps Luchtdoelartillerie

    1ste en 2de Regiment Luchtdoelartillerie

    1 maart 1917

     

    Regiment Kustartillerie

     

    Regiment Genietroepen

    1ste en 3de Regiment Genietroepen

    15 mei 1748

     

    Korps Pontonniers en Torpedisten

     

    Regiment Verbindingstroepen

    2de Regiment Genietroepen

    18 februari 1874

    Korps Militaire Administratie

    Korps Militaire Intendanten

    8 juli 1795

    Regiment Geneeskundige Troepen

    Bataljon Geneeskundige Troepen

    7 april 1869

    Regiment Bevoorradings- en Transporttroepen

    Compagnie Administratietroepen

    30 maart 1905

     

    Korps Motordienst

     

    Regiment Technische Troepen

    Light Aid Detachment van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene

    20 maart 1941

    Dienstvak van de Militair Juridische Dienst

    1 mei 1949

    Dienstvak van de Technische Staf

    1 november 1954

    Dienstvak van de Militair Psychologische en Sociologische Dienst

    1 juli 1973

  • 3. De tradities van onderstaande voormalige regimenten, korpsen of dienstvakken worden niet voortgezet:

    • Generale Staf;

    • Intendancestaf;

    • 1ste Regiment Wielrijders;

    • 2de Regiment Wielrijders;

    • Regiment Infanterie Menno van Coehoorn (3de Regiment Infanterie);

    • 4de Regiment Infanterie;

    • Regiment Infanterie Chassé (7de Regiment Infanterie);

    • 10de Regiment Infanterie;

    • Korps Mobiele Colonnes;

    • Vrouwen Hulpkorps / Militaire Vrouwen Afdeling.

  • 4. Regimenten of korpsen die niet in dit artikel zijn genoemd, worden beschouwd als opgegaan in het voornaamste stamregiment of stamkorps.

  • 5. De tastbare traditie-elementen van de in dit artikel genoemde eenheden worden bewaard in het Nationaal Militair Museum, dan wel in de historische collecties bij de regimenten en korpsen.

Artikel 6

De Minister van Defensie legt de genealogie van de voorlopers van genoemde wapens, dienstvakken of regimenten en korpsen vast.

Artikel 7

Het Koninklijk Besluit van 12 maart 1977, houdende bepalingen inzake rangschikking, oprichtingsdata en genealogieën van de regimenten en korpsen der Koninklijke Landmacht, Staatsblad 1977, 101, wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Traditiebesluit Koninklijke Landmacht.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 2 juni 2016

Willem-Alexander

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Uitgegeven de zesde juli 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Het Traditiebesluit Koninklijke Landmacht geeft de onderlinge rangschikking, oprichtingsdata en genealogieën weer van eenheden van de Koninklijke Landmacht. Het Besluit is de opvolger van het Koninklijk Besluit van 12 maart 1977, houdende bepalingen inzake rangschikking, oprichtingsdata en genealogieën van de regimenten en korpsen der Koninklijke Landmacht, Stb. 2007, 101. Sindsdien zijn regimenten van het Wapen der Infanterie opgeheven en hebben andere organisatorische wijzigingen plaatsgevonden. Dit vormt de eerste aanleiding tot het nieuwe Besluit.

Los van de bevels- of commandostructuur is de Koninklijke Landmacht ten aanzien van ceremoniële en traditionele aangelegenheden onderverdeeld in Wapens en Dienstvakken. De Wapens en Dienstvakken kunnen op hun beurt zijn onderverdeeld in regimenten en korpsen. De militair draagt de voor zijn regiment of korps vastgestelde onderscheidingstekens, waaronder de kraagspiegels en baretemblemen. Ook kent elk regiment of korps een eigen vaandel of standaard dat bij militaire plechtigheden wordt meegevoerd. De traditionele verbanden van de Koninklijke Landmacht dienen de traditiehandhaving, de saamhorigheid en de korpsgeest.

De tweede aanleiding is vereenvoudiging. In 1977 werd als regel geïntroduceerd dat een regiment één traditie kon voortzetten en de overige tradities diende te bewaren. Dit onderscheid werd in de praktijk als kunstmatig beschouwd en leidde tot onbegrip. Zo kon de jaarlijks met veteranen herdachte Slag om de Grebbeberg van mei 1940 niet op een vaandel worden vermeld omdat het betreffende regiment de traditie van het voormalige regiment waaraan dit opschrift was toegekend, niet voortzette, maar bewaarde. Met het onderhavige Besluit wordt teruggegrepen op de situatie van vóór 1977, opdat een regiment meerdere tradities kan voortzetten en het onderscheid tussen voortzetten en bewaren verdwijnt.

Tot slot wordt met het Besluit een aantal regimenten in ere hersteld. Het Regiment Huzaren van Sytzama en het Regiment Huzaren Prins van Oranje zijn per 16 september 2012 ontbonden1. Ten aanzien van het Regiment Huzaren Prins Alexander is per 29 november 2007 de standaard opgelegd en zijn de tradities bewaard door het vijf jaar later ontbonden Regiment Huzaren Prins van Oranje2. De tradities van de drie regimenten zijn vanaf 2012 bewaard door het regiment Huzaren van Boreel3. Het Regiment Huzaren van Sytzama en het Regiment Huzaren Prins van Oranje worden heropgericht. Daarnaast wordt de oplegging van de standaarden van deze regimenten en van het Regiment Huzaren Prins Alexander ongedaan gemaakt met het oog op traditiehandhaving en zorg voor actieve en post-actieve militairen. Hiermee wordt recht gedaan aan de wens van (post)actieve militairen om de tradities van deze regimenten te handhaven, de herkenningstekens van de regimenten te voeren en bijeenkomsten te organiseren.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Besluit van 24 augustus 2012 tot ontbinding van twee regimenten cavalerie, Stb. 2012, 393.

X Noot
2

Besluit van 26 november 2007, tot bewaring van de traditie van het Regiment Huzaren Prins Alexander, Stb. 2008, 126.

X Noot
3

Besluit van 24 augustus 2012 tot ontbinding van twee regimenten cavalerie, Stb. 2012, 393.

Naar boven