Wet van 23 december 2015 tot wijziging van de Wet op de vaste boekenprijs in verband met de tweede evaluatie van die wet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om naar aanleiding van de tweede evaluatie van de Wet op de vaste boekenprijs die wet aan te passen met een modernisering van de omschrijving van het begrip boek en enkele technische wijzigingen om zo de werking van de wet te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de vaste boekenprijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel b, aanhef, wordt na «al dan niet vergezeld van» ingevoegd: gerelateerde elektronische diensten of.

B

In artikel 6, eerste lid, onderdeel d, wordt na «één exemplaar van een boek» ingevoegd: of een muziekuitgave.

C

Artikel 9, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Na aanpassing van de vaste prijs op grond van artikel 5, eerste lid, kunnen de uitgever en de importeur de boekenclubprijs aanpassen of opheffen, met ingang van een daarbij te bepalen tijdstip, met dien verstande dat:

    • a. aanpassing niet eerder plaatsvindt dan een half jaar na het tijdstip waarop de eerste boekenclubprijs is gaan gelden;

    • b. opheffing niet eerder plaatsvindt dan één jaar na het tijdstip waarop de eerste boekenclubprijs is gaan gelden.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 23 december 2015

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Uitgegeven de vijftiende januari 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 266

Naar boven