Besluit van 21 juni 2016 tot wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie en enkele andere rechtspositionele regelingen ter formalisering van de Uitvoeringsafspraak sector Politie van 5 juni 2015

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 7 april 2016, Nr. 751765;

Gelet op artikel 47, eerste lid, van de Politiewet 2012;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 juni 2016, W03.16.0092/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 16 juni 2016, Nr. 772121;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 wordt na onderdeel f een onderdeel ingevoegd, luidende:

g. AOW-gerechtigde leeftijd:

de leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat;

B

In artikel 88a, eerste lid, aanhef, wordt «de 55-jarige leeftijd bereikt» vervangen door: de leeftijd bereikt waarop hij maximaal tien jaar jonger is dan op dat moment voor betrokkene van toepassing zijnde AOW-gerechtigde leeftijd.

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 46b, tweede lid, wordt «de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt» vervangen door: de AOW-gerechtigde leeftijd zou hebben bereikt.

B

In artikel 46c, tweede lid, wordt «jonger dan 65 jaar» vervangen door: jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

C

Aan artikel 49a wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Bij de toepassing van de voorgaande leden wordt in de daarin bedoelde bepalingen in plaats van «de leeftijd van 65 jaar» telkens gelezen: de AOW-gerechtigde leeftijd.

ARTIKEL III

Het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

p. AOW-gerechtigde leeftijd:

de leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat;

B

In artikel 2, vierde lid, wordt «57,5 jaar of ouder is» vervangen door: «maximaal 7,5 jaar jonger is dan de op dat moment voor betrokkene van toepassing zijnde AOW-gerechtigde leeftijd» en wordt «de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt» vervangen door: de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

C

In artikel 8, vierde lid, wordt «de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt» vervangen door: de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt.

ARTIKEL IV

Artikel 18 van het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid, onder b, wordt «in business class» vervangen door: in economy comfort class of daarmee vergelijkbare reisklasse, waartoe in ieder geval worden gerekend economy plus en premium economy.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Ingeval de economy comfort class of daarmee vergelijkbare vervoersklasse als bedoeld in het tweede lid, onder b, niet beschikbaar is, mag worden gereisd in de naast hogere vervoersklasse.

  • 5. In afwijking van het tweede lid, onder b, en het vierde lid, kan het bevoegd gezag met redenen omkleed toestemming verlenen om te reizen in de naast hogere vervoersklasse dan wel in business class.

ARTIKEL V

  • 1. De artikelen 2, vierde lid, en 8, vierde lid, van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie blijven van toepassing zoals die luidden de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van dit besluit, ingeval de betrokkene:

    • a. op de datum van die inwerkingtreding gebruikt maakt van de regelingen vervat in die artikelonderdelen, of

    • b. in de periode op of na 1 januari 2013 tot de dag voorafgaand aan de datum van die inwerkingtreding gebruik heeft gemaakt van die regelingen, tot uiterlijk de datum van die inwerkingtreding.

  • 2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, vindt een financiële compensatie plaats die wordt berekend door het aantal maanden dat de AOW-gerechtigde leeftijd van de betrokkene later ligt dan de datum waarop deze de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt te vermenigvuldigen met 70% van het bedrag van het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.

ARTIKEL VI

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2. In afwijking van het eerste lid werkt artikel II, onderdeel A, terug tot en met 1 januari 2013.

  • 3. In afwijking van het eerste lid werkt artikel II, onderdeel B, terug tot en met 1 januari 2015.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 21 juni 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Uitgegeven de dertigste juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Dit besluit strekt tot formalisering van het op 4 juni 2015 tussen de Minister van Veiligheid en Justitie en de politie-vakorganisaties Nederlandse Politiebond (NPB), de Politievakbond ACP, de Vereniging van Middelbare en Hogere Politieambtenaren (VMHP) en de Politievakbond ANPV tot stand gekomen akkoord over de uitvoering en aanpassing van enkele rechtspositionele regelingen en afspraken (hierna: de Uitvoeringsafspraak).

De bereikte overeenstemming betreft de:

  • 1. besteding van de premievrijval uit het Pensioenakkoord 2014;

  • 2. wijziging van de pensioengerechtigde leeftijd in enkele rechtspositionele bepalingen,

  • 3. aanpassing van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie, met het oog op vliegreizen buiten Europa, en

  • 4. datum van inwerkingtreding van de hiervoor genoemde maatregelen.

Ad 1.

In het kader van de Uitvoeringsafspraak wordt uitvoering gegeven aan het in 2014 in de Pensioenkamer gesloten akkoord over aanpassing van de pensioenregeling van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ABP (Pensioenakkoord 2014). In dit kader zijn de salarisbedragen en enkele daaraan gerelateerde bedragen met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2015 met 0,8% verhoogd. Deze verhoging is geformaliseerd door middel van een ministeriële regeling.

Ad 2.

In verband met de stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd, die is ingegaan op 1 januari 20131 en de koppeling van de pensioenrichtleeftijd aan de levensverwachting is overeengekomen de regelgeving, waarin nog een vaste AOW-gerechtigde leeftijd van 65 jaar was vermeld, aan te passen, zodanig dat (door een dynamische verwijzing) toekomstige verhogingen van de AOW-leeftijd automatisch hun doorwerking vinden in de betreffende artikelen. Daarmee wordt bereikt dat zowel de leeftijd waarop voor het eerst aanspraak kan worden gemaakt op een uitkering of tegemoetkoming die gebaseerd is op deze regelgeving als de duur van een uitkering of tegemoetkoming die al is ingegaan of nog moet ingaan, meebewegen met mogelijke verhogingen van de AOW-gerechtigde leeftijd. Eenmaal ingegane aanspraken duren voort tot de voor betrokkene geldende AOW-gerechtigde leeftijd.

De rechtspositie van de sector Politie is in augustus 2015 aangepast aan de geleidelijke verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd in het kader van de introductie van de WIA. Het betreft de artikelen 38, achtste lid, onder c, 38b, zevende lid, onder c, 39, vierde lid, en 39b, zevende lid, onder b, van het Besluit bezoldiging politie2.

Door middel van de onderhavige maatregel zijn de nog resterende bepalingen die betrekking hebben op de AOW-gerechtigde leeftijd aangepast.

Het betreft het artikel 88a, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie, waarin «de 55-jarige leeftijd bereikt» is vervangen door: de leeftijd bereikt waarop hij tien jaar jonger is dan zijn AOW-gerechtigde leeftijd.

Voorts betreft het artikel 46b, tweede lid, van het Besluit bezoldiging politie, betreffende de einddatum voor de aanvullende uitkering bij overlijden als gevolg van een dienstongeval of een door het verrichten van de arbeid opgelopen beroepsziekte, artikel 46c, tweede lid, betreffende de einddatum van de tegemoetkoming in de premie ziektekostenverzekering. Het aan het artikel 49a toegevoegde derde lid betreft een aanvulling van het overgangsrecht met betrekking tot ambtenaren die op de peildata genoemd in artikel 49a, eerste en tweede lid, al een uitkering ontvingen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (eerste lid) dan wel een herplaatsingstoelage of invaliditeitspensioen (tweede lid) en die vanaf 1 januari 2013 werden geconfronteerd met een AOW-gat. Als gevolg van het nieuwe derde lid loopt hun uitkering door tot maximaal het bereiken van de voor hen geldende, verhoogde AOW-gerechtigde leeftijd.

Daarnaast zijn enkele bepalingen aangepast in het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie, namelijk artikel 2, vierde lid, voor zover het betreft de einddatum van de uitkering van de betrokkene die ten tijde van het ontslag 57,5 jaar of ouder was en een diensttijd, voor zover geldig voor pensioen, van ten minste tien jaar had volbracht en artikel 8, vierde lid, betreffende de einddatum van de aansluitende uitkering.

In aansluiting daarop is de ondergrens om in aanmerking te komen voor een (aanvullende) uitkering, eveneens in artikel 2, vierde lid, van laatstbedoeld besluit, aangepast doordat «57,5 jaar of ouder is» is vervangen door: 7,5 jaar jonger is dan zijn AOW-gerechtigde leeftijd.

Ad 3.

Als gevolg van de afspraak dat het bij vliegreizen buiten Europa niet langer een recht is om business class te reizen is een wijziging doorgevoerd in artikel 18 van het Besluit reis-, verblijf- en verhuiskosten politie. Als gevolg van die afspraak mag bij vliegreizen buiten Europa voortaan als regel slechts worden gereisd in de economy comfort class of een daarmee vergelijkbare vervoersklasse zoals economy plus of premium economy. Indien een zodanige vervoersklasse niet beschikbaar is, mag worden gereisd in de naast hogere klasse.

In uitzonderlijke situaties echter, kan het bevoegd gezag gemotiveerd hiervan afwijken en toestemming verlenen voor het reizen in business class, bijvoorbeeld bij het reizen in een delegatie waarbij andere deelnemers in een hogere klasse dan wel business class mogen reizen.

Uit dit besluit vloeien geen administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven voort. Het behelst alleen aanpassingen van de regeling van de rechtspositie van binnen de politie organisatie werkzame of werkzaam geweest zijnde functionarissen.

Met de politievakorganisaties is overeenstemming bereikt over dit besluit.

2. Artikelsgewijs

Artikel I

Door middel van dit artikel zijn twee wijzigingen aangebracht in het Besluit algemene rechtspositie politie, ter uitvoering van onderdeel 2.2, tweede bolletje, van de Uitvoeringsafspraak, verband houdende met de wijziging van de pensioengerechtigde leeftijd. Het betreft de invoeging van een definitie van AOW-gerechtigde leeftijd die nog ontbrak in het artikel 1 (onderdeel A) en de vervanging in artikel 88a, eerste lid, handelend over de ondergrens voor de ontslaguitkering bij functioneel leeftijdsontslag van vliegers werkzaam bij de landelijke eenheid, van «de 55-jarige leeftijd bereikt» door: de leeftijd bereikt waarop hij maximaal tien jaar jonger is dan de op dat moment voor betrokkene van toepassing zijnde AOW-gerechtigde leeftijd (onderdeel B).

Artikel II

Dit artikel bevat drie wijzigingen van het Besluit bezoldiging politie. Twee daarvan betreffen de vervanging in het artikel 46b, tweede lid, van «de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt» door: de AOW-gerechtigde leeftijd zou hebben bereikt (onderdeel A) en de vervanging in het artikel 46c, tweede lid, van «jonger dan 65 jaar» door: jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd (onderdeel B). De salarisbedragen en daarmee verband houdende bedragen in het Besluit bezoldiging politie zijn op basis van artikel 50a van dat besluit met ingang van 1 januari 2015 met 0,8% verhoogd door middel van een ministeriële regeling. De onderdelen A en B van dit artikel strekken tot uitvoering van de onderdelen 2.1, sub b en c, van de Uitvoeringsafspraak. Ten aanzien van onderdeel 2.1 sub b, van de Uitvoeringsafspraak is in onderdeel 4 van de Uitvoeringsafspraak bepaald dat deze wijziging (onderdeel B, dat het artikel 46b, tweede lid, wijzigt) terugwerkt tot en met 1 januari 2013. Daaraan is uitvoering gegeven door middel van artikel VI, tweede lid. In onderdeel 4 van de Uitvoeringsafspraak is voorts vermeld dat, voor zover hier van belang, onderdeel 2.1 sub c, terugwerkt tot en met 1 januari 2015. Daaraan is uitvoering gegeven door middel van artikel IV, derde lid.

Door middel van onderdeel C is een omissie hersteld in het artikel 49a. Dat artikel bevat enkele bepalingen van overgangsrecht met betrekking tot ambtenaren die recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (eerste lid) dan wel een herplaatsingstoelage of invaliditeitspensioen (tweede lid)3. De op 28 december 2005 bestaande regels op grond van de WAO zijn blijven gelden voor degenen die op dat moment WAO-gerechtigd waren. De op 31 december 2006 geldende bepalingen waarin sprake was van een herplaatsingstoelage of een invaliditeitspensioen zijn blijven gelden zoals die luidden op 31 december 2006. Een gering aantal van die uitkeringen vond nog plaats op de datum waarop de geleidelijke verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd is ingegaan, te weten 1 januari 2013. De betrokkenen zijn daardoor met ingang van die datum of later geconfronteerd met een AOW-gat. Besloten is de gevolgen daarvan weg te nemen door de uitkeringen te continueren tot uiterlijk de voor betrokkene geldende, (verhoogde) AOW-gerechtigde leeftijd. Daartoe is het artikel 49a uitgebreid met een derde lid, waarin is bepaald dat bij de toepassing van de bepalingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, in plaats van «de leeftijd van 65 jaar» telkens wordt gelezen: de AOW-gerechtigde leeftijd (het betreft de artikelen 38, 39 en 46b).

Artikel III

Dit artikel bevat drie onderdelen A, B en C met in totaal vier aanpassingen van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie. Het onderdeel A bevat een toevoeging aan het artikel 1, eerste lid, van een definitie van AOW-gerechtigde leeftijd. De onderdelen B en C strekken tot uitvoering van onderdeel 2 van de Uitvoeringsafspraak.

Het onderdeel B bevat twee wijzigingen van het artikel 2, vierde lid, van genoemd besluit. Daarin is allereerst «57,5 jaar of ouder is» vervangen door: maximaal 7,5 jaar jonger is dan de op dat moment voor betrokkene van toepassing zijnde AOW-gerechtigde leeftijd. Dit betreft de uitvoering van onderdeel 2.2, eerste bolletje, van de Uitvoeringsafspraak. Daarin (ook in onderdeel B) is tevens «de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt» vervangen door: de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Dit is de wijziging die is voorzien in onderdeel 2.1, sub d, van de Uitvoeringsafspraak.

De vierde aanpassing is door middel van onderdeel C verricht in het artikel 8, vierde lid, van meergenoemd besluit door het vervangen «de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt» door: de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Deze wijziging is voorzien in onderdeel 2.1, sub e, van de Uitvoeringsafspraak.

Artikel IV

Door middel van dit artikel is uitvoering gegeven aan onderdeel 3 van de Uitvoeringsafspraak, dat handelt over de wijziging met betrekking tot de vervoersklassen (reisklassen, comfortniveaus) waarin vliegreizen buiten Europa voor de dienst mogen worden gemaakt. Daartoe is het artikel 18 van het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie aangepast. De regel dat voor vliegreizen buiten Europa in business class mocht worden gereisd is vervangen door de regel dat voor dergelijke reizen in de economy comfort class mag worden gereisd, of daarmee vergelijkbaar, zoals (voorbeeld) de economy plus of de premium comfort class. Dit is gerealiseerd door middel van wijziging van het tweede lid van artikel 18.

De uitzonderingen op de nieuwe regel zijn opgenomen in twee aan het artikel 18 toegevoegde nieuwe leden. Daartoe is in het nieuwe vierde lid bepaald dat ingeval de economy comfort class of daarmee vergelijkbare vervoersklasse niet beschikbaar is, mag worden gereisd in de naast hogere vervoersklasse. Daarnaast is in het nieuwe vijfde lid geregeld dat het bevoegd gezag niettemin – met redenen omkleed – toestemming mag verlenen om een hogere klasse dan de economy comfort klasse of daarmee vergelijkbare klasse te reizen, zoals de economy plus klasse dan wel premium comfort klasse, en eventueel ook om business class te reizen. Met name is daarbij gedacht aan de situatie waarin de betrokkene deel uitmaakt van een delegatie en andere leden van die delegatie wel in die hogere klasse dan wel de business class mogen reizen.

Artikel V

In dit artikel zijn twee maatregelen van overgangsrecht opgenomen ter uitvoering van onderdeel 2.3 van de Uitvoeringsafspraak. Dit houdt in dat in de volgende gevallen de uitkering niet wordt verlengd tot de AOW-gerechtigde leeftijd, maar een financiële compensatie wordt verstrekt ingeval de betrokkene bij wie de uitkering wegens het bereiken van de 65-jarige leeftijd als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd is of wordt geconfronteerd met een AOW-gat. Deze compensatie bedraagt het voor betrokkene geldende aantal maanden verhoging van de AOW-leeftijd vermenigvuldigd met 70% van het wettelijk minimumloon in de zin van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag.

Het betreft diegene die per datum van de inwerkingtreding van dit besluit gebruik maakt van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie dan wel de Regeling ontslaguitkering vliegers landelijke eenheid (onderdeel A); tevens betreft het diegene die in de periode op of na 1 januari 2013 tot de datum van de inwerkingtreding van dit besluit gebruik maakte van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie of de Regeling ontslaguitkering vliegers landelijke eenheid (onderdeel B).

Artikel VI

Dit artikel regelt dat dit besluit werking in werking treedt op de dag na uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en dat onderdelen ervan terugwerken tot en met 1 januari 2013 dan wel 1 januari 2015.

Zie voor een toelichting hierop de toelichting bij artikel II.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Ingevolge de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (Stb. 2012, 328 en 329).

X Noot
2

Besluit van 14 augustus 2015 houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie en enige andere besluiten en intrekking van het Besluit suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector politie en de Regeling compensatie inkomensgevolgen WIA in verband met de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Stb. 2015, 318).

X Noot
3

Zie ook de nota van toelichting, ter zake van artikel II, onderdeel R, van het in noot 2 bedoeld besluit.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven