Wet van 23 maart 2016 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (tijdig realiseren doelstellingen Energieakkoord)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Elektriciteitswet 1998 te wijzigen om de doelstellingen voor duurzame energie uit het Energieakkoord tijdig te realiseren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na «een ander dan die netbeheerder» ingevoegd: en tussen het net op zee en een windpark op zee.

2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na «een ieder» ingevoegd: , met uitzondering van de netbeheerder van het net op zee,.

3. In het eerste lid, onderdeel k, wordt «op grond van artikel 10, 13 of 14» vervangen door: op grond van artikel 10, 13, 14 of 15a.

4. In het eerste lid, onderdeel o, wordt na «niet zijnde afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid,» ingevoegd: de netbeheerder van het net op zee.

5. Aan het eerste lid worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ay door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

az. windpark:

een installatie voor de productie van elektriciteit met behulp van windenergie in hoofdzaak bestaande uit één of meer windmolens;

ba. net op zee:

het net, bedoeld in artikel 15a, eerste lid.

6. In het vierde lid wordt na «zijn mede van toepassing op» ingevoegd: het net op zee dat is gelegen binnen de Nederlandse exclusieve economische zone,.

B

In artikel 5b, onderdeel a, wordt na «van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet» ingevoegd: en van de netbeheerder van het net op zee.

C

In de aanhef van artikel 9f, zesde lid, wordt na «het eerste» ingevoegd: of tweede.

D

Artikel 9g komt te luiden:

Artikel 9g

  • 1. Een windpark met een capaciteit van ten minste 5 MW wordt voor de toepassing van de Belemmeringenwet Privaatrecht aangemerkt als openbaar werk van algemeen nut.

  • 2. Artikel 20, tweede lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek is van overeenkomstige toepassing op openbare werken van algemeen nut die met toepassing van een verplichting tot gedogen als bedoeld in artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht worden aangelegd, in stand gehouden, gewijzigd of verplaatst.

E

Na artikel 15 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15a

  • 1. Het net op zee omvat de netten die bestemd zijn voor het transport van elektriciteit en die één of meer windparken op zee verbinden met het landelijk hoogspanningsnet met uitzondering van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen ten behoeve van het transport van elektriciteit die één of meer windparken op zee verbinden met het landelijk hoogspanningsnet en waarvoor voor 1 januari 2016 een vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of op grond van artikel 6.5 van de Waterwet is verleend.

  • 2. Hetgeen in hoofdstuk 3, paragraaf 1, en in de artikelen 17, 17a, 19b en 19c geldt onderscheidenlijk niet geldt voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet, geldt eveneens onderscheidenlijk geldt eveneens niet voor de netbeheerder van het net op zee.

F

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel n, komt te luiden:

  • n. het koppelen van het net op zee met het landelijk hoogspanningsnet.

2. Na het vijftiende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 16. Het eerste lid, onderdelen a tot en met l en q zijn van overeenkomstige toepassing op de netbeheerder van het net op zee.

G

In artikel 16c, eerste lid, wordt na «aansluitwaarde groter dan 10 MVA» ingevoegd: met uitzondering van een aansluiting op het net op zee.

H

Na artikel 16da worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 16e

  • 1. Onze Minister stelt een kader vast inzake de ontwikkeling van windenergie op zee. In het ontwikkelkader wordt in ieder geval opgenomen:

    • a. de locatie van één of meerdere windparken;

    • b. het verwachte tijdstip van ingebruikname van ieder windpark;

    • c. de verwachte levensduur van windparken;

    • d. het maximale vermogen van ieder windpark;

    • e. de minimale transportcapaciteit ten behoeve van ieder windpark;

    • f. de wijze van elektrische ontsluiting van ieder windpark;

    • g. de beoogde opleveringsdatum van onderdelen van het net op zee;

    • h. toekomstige ontwikkelingen inzake windenergie op zee waarmee bij de elektrische ontsluiting rekening wordt gehouden.

  • 2. Onze Minister kan het ontwikkelkader wijzigen of aanvullen.

  • 3. De netbeheerder van het net op zee werkt het ontwikkelkader uit in het document, bedoeld in artikel 21, tweede lid, en voert zijn taken uit in overeenstemming met het ontwikkelkader.

Artikel 16f

  • 1. Een producent heeft recht op vergoeding van schade door de netbeheerder van het net op zee, indien:

    • a. deze netbeheerder het voor de ontsluiting van het windpark noodzakelijk deel van het net op zee geheel of gedeeltelijk later oplevert dan in het ontwikkelkader, bedoeld in artikel 16e, eerste lid, is opgenomen en de producent hierdoor geheel of gedeeltelijk geen elektriciteit kan laten transporteren, of

    • b. de hoeveelheid elektriciteit die in een kalenderjaar niet kan worden getransporteerd over het net op zee groter is dan de hoeveelheid elektriciteit die niet kan worden getransporteerd wegens gemiddeld voor het net op zee redelijkerwijs noodzakelijk onderhoud en de producent hierdoor geheel of gedeeltelijk geen elektriciteit kan laten transporteren.

  • 2. De vergoeding van de schade bestaat uit gevolgschade en de schade ten gevolge van gederfde of uitgestelde inkomsten.

  • 3. Een producent draagt er zorg voor dat de schade zo veel mogelijk beperkt blijft.

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het recht op schadevergoeding, bedoeld in het eerste lid, en de bestanddelen van de vergoeding, bedoeld in het tweede lid.

  • 5. De voordracht voor een krachtens het vierde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

I

Na artikel 20c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 20ca

De artikelen 20a tot en met 20c zijn van overeenkomstige toepassing op de aanleg of uitbreiding van het net op zee met dien verstande dat Onze Minister geen inpassingsplan als bedoeld in artikel 3.28 van de Wet ruimtelijke ordening vaststelt voor het gebied gelegen aan de zeezijde van gemeentegrenzen of provinciale grenzen.

J

Artikel 20d wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. De Autoriteit Consument en Markt verrekent de kosten van investeringen voor de ontsluiting van windparken, die zijn opgenomen in een structuurvisie als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening, in de tarieven.

  • 3. De Autoriteit Consument en Markt verrekent de kosten van investeringen ter uitvoering van het ontwikkelkader, bedoeld in artikel 16e, eerste lid, in de toegestane inkomsten van de netbeheerder van het net op zee.

K

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid worden de onderdelen g tot en met i geletterd i tot en met k.

2. Na onderdeel f worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

  • g. aangeeft welke investeringen noodzakelijk zijn voor de ontsluiting van windparken, die zijn opgenomen in een structuurvisie als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening,

  • h. aangeeft welke investeringen noodzakelijk zijn ter uitvoering van het ontwikkelkader, bedoeld in artikel 16e, eerste lid.

3. In het derde lid wordt na «die kunnen verschillen per spanningsniveau» ingevoegd: of per soort net.

4. Na het negende lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 10. Het tweede lid, onderdelen a tot en met e en g, zijn niet van toepassing op de netbeheerder van het net op zee.

  • 11. Het tweede lid, onderdeel h, is niet van toepassing op een netbeheerder, niet zijnde de netbeheerder van het net op zee.

L

Na artikel 24 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 24Aa

  • 1. In afwijking van artikel 23 is de netbeheerder van het net op zee verplicht op verzoek van een houder van een vergunning als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Wet windenergie op zee, overeenkomstig het ontwikkelkader windenergie op zee, bedoeld in artikel 16e, eerste lid, te voorzien in een aansluiting op het door hem beheerde net tegen een tarief en andere voorwaarden die in overeenstemming zijn met paragraaf 5 van dit hoofdstuk. De netbeheerder onthoudt zich hierbij van iedere vorm van discriminatie.

  • 2. In afwijking van artikel 24 is de netbeheerder van het net op zee verplicht de houder van de vergunning een aanbod te doen om met gebruikmaking van het door hem beheerde net ten behoeve van de houder van de vergunning transport van elektriciteit uit te voeren tegen voorwaarden die in overeenstemming zijn met paragraaf 5 van dit hoofdstuk. De netbeheerder onthoudt zich hierbij van iedere vorm van discriminatie.

M

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt na «de netbeheerders» toegevoegd: met uitzondering van de netbeheerder van het net op zee.

2. In het twaalfde lid wordt na «netten met een spanningsniveau van 110 kV of hoger» ingevoegd: met uitzondering van het net op zee.

N

In artikel 32, eerste lid, wordt na «De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet» ingevoegd: , de netbeheerder van het net op zee.

O

Aan artikel 41b, eerste lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • h. de geschatte vermogenskosten die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in het jaar waarop het tarievenvoorstel betrekking heeft zal maken met betrekking tot nog niet in gebruik genomen investeringen, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is;

  • i. de geschatte kosten die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet heeft voor investeringen die in het jaar waarop het tarievenvoorstel betrekking heeft, in gebruik worden of zijn genomen, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is.

P

Artikel 41ba vervalt.

Q

Artikel 41c wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van het tweede lid, onderdeel d, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. zijn vastgesteld op basis van de geschatte kosten als bedoeld in het zevende lid en de gerealiseerde efficiënte kosten die daarvan afwijken.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 7. De Autoriteit Consument en Markt betrekt bij het vaststellen van de tarieven:

    • a. de geschatte vermogenskosten die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in het jaar waarop het tarievenvoorstel betrekking heeft zal maken met betrekking tot nog niet in gebruik genomen investeringen, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is;

    • b. de geschatte kosten die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet heeft voor investeringen die in het jaar waarop het tarievenvoorstel betrekking heeft, in gebruik worden of zijn genomen, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is.

  • 8. Indien de netbeheerder van het net op zee op grond van artikel 42a, derde lid, een bedrag in rekening brengt bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet wordt dat bedrag zonder toepassing van de formule, bedoeld in artikel 41b, eerste lid, onderdeel d, toegevoegd aan de totale inkomsten uit de tarieven.

R

Na artikel 42 worden vijf artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 42a

  • 1. De netbeheerder van het net op zee brengt geen tarief waarvoor het transport van elektriciteit wordt uitgevoerd, bedoeld in artikel 29, en geen tarieven voor de diensten ter uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 40, in rekening bij zijn afnemers.

  • 2. De jaarlijkse toegestane inkomsten van de netbeheerder van het net op zee voor de uitvoering van de taken genoemd in artikel 16, zestiende lid, worden overeenkomstig de artikelen 42b tot en met 42e vastgesteld.

  • 3. Indien de subsidie in een jaar het bedrag, genoemd in artikel 77g, tweede lid, niet of niet geheel dekt, brengt de netbeheerder van het net op zee het deel dat niet door de subsidie wordt gedekt, in rekening bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet.

Artikel 42b

  • 1. De Autoriteit Consument en Markt stelt na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt, ten aanzien van de taken van de netbeheerder van het net op zee, genoemd in artikel 16, zestiende lid, met inachtneming van het belang dat door middel van marktwerking ten behoeve van afnemers de doelmatigheid van de bedrijfsvoering en de meest doelmatige kwaliteit van het transport worden bevorderd en rekening houdend met het belang van voorzieningszekerheid, duurzaamheid en een redelijk rendement op investeringen, voor de netbeheerder van het net op zee, de methode vast tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering en de toegestane inkomsten.

  • 2. Het besluit tot vaststelling van de methode geldt voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar.

  • 3. De korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering heeft onder meer ten doel te bereiken dat de netbeheerder van het net op zee in ieder geval geen rendement kan behalen dat hoger is dan in het economische verkeer gebruikelijk.

  • 4. Bij de beoordeling van de doelmatigheid van de kosten ten behoeve van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering van de beheerder van het net op zee:

    • a. worden niet-beïnvloedbare kosten door de Autoriteit Consument en Markt zo veel mogelijk buiten beschouwing gelaten;

    • b. laat de Autoriteit Consument en Markt de kosten die betrekking hebben op landspecifieke kenmerken, waaronder de kwaliteit van het net, buiten beschouwing.

  • 5. Bij de vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering:

    • a. worden de niet-beïnvloedbare kosten door de Autoriteit Consument en Markt buiten beschouwing gelaten;

    • b. houdt de Autoriteit Consument en Markt in ieder geval rekening met de financierbaarheid van de netbeheerder van het net op zee.

Artikel 42c

  • 1. Ten behoeve van het voorstel voor de toegestane inkomsten, bedoeld in artikel 42d, eerste lid, stelt de Autoriteit Consument en Markt voor de netbeheerder van het net op zee voor dezelfde periode als waarvoor het besluit, bedoeld in artikel 42b, eerste lid, geldt, de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering vast.

  • 2. Indien het besluit op grond van artikel 42b, eerste lid, bij een onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij een onherroepelijk besluit op bezwaar is herroepen, herziet de Autoriteit Consument en Markt het in het tweede lid vermelde besluit met toepassing van de met inachtneming van die uitspraak of dat besluit op bezwaar gecorrigeerde methode.

Artikel 42d

  • 1. De netbeheerder van het net op zee zendt jaarlijks voor 1 oktober aan de Autoriteit Consument en Markt een voorstel voor de toegestane inkomsten voor de uitvoering van de taken genoemd in artikel 16, zestiende lid, met inachtneming van:

    • a. de formule

      waarbij

      TIt = de totale inkomsten in het jaar t;

      TIt–1 = de totale inkomsten in het jaar voorafgaande aan het jaar t;

      cpi = de relatieve wijziging van de consumentenprijsindex (alle huishoudens), berekend uit het quotiënt van deze prijsindex, gepubliceerd in de vierde maand voorafgaande aan het jaar t, en van deze prijsindex, gepubliceerd in de zestiende maand voorafgaande aan het jaar t, zoals deze maandelijks wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek;

      x = de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering;

    • b. de gemaakte kosten voor investeringen, bedoeld in artikel 20d, derde lid, voor zover de kosten doelmatig zijn;

    • c. een schadevergoeding als bedoeld in artikel 16f;

    • d. de geschatte vermogenskosten die de netbeheerder van het net op zee in het jaar waarop het voorstel betrekking heeft zal maken met betrekking tot nog niet in gebruik genomen investeringen, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is;

    • e. de geschatte kosten die de netbeheerder van het net op zee heeft voor investeringen die in het jaar waarop het voorstel betrekking heeft, in gebruik worden of zijn genomen, waarop de procedure, bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is.

  • 2. Indien sprake is van grove nalatigheid van de netbeheerder van het net op zee, wordt in afwijking van het eerste lid, onderdeel c, het totaal aan schadevergoedingen tot een bedrag van ten hoogste € 10 miljoen per jaar niet in de toegestane inkomsten verdisconteerd. Het totaal aan schadevergoedingen die het bedrag van € 10 miljoen in één jaar overstijgt wordt in dit geval betrokken bij het vaststellen van de inkomsten.

  • 3. De Autoriteit Consument en Markt stelt een beleidsregel vast betreffende de beoordeling van doelmatigheid, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

Artikel 42e

  • 1. De Autoriteit Consument en Markt stelt de toegestane inkomsten, met in achtneming van artikel 42d, eerste en tweede lid, van de netbeheerder van het net op zee, jaarlijks vast.

  • 2. De Autoriteit Consument en Markt kan de toegestane inkomsten die zullen gelden in het jaar t corrigeren, indien vastgestelde inkomsten in dat jaar of de jaren voorafgaand aan het jaar t:

    • a. bij rechterlijke uitspraak of met toepassing van artikel 6:19 of 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht zijn gewijzigd;

    • b. zijn vastgesteld met inachtneming van onjuiste of onvolledige gegevens en de Autoriteit Consument en Markt, indien zij de beschikking had over juiste of volledige gegevens, inkomsten zou hebben vastgesteld die in aanmerkelijke mate zouden afwijken van de vastgestelde inkomsten;

    • c. zijn vastgesteld met gebruikmaking van geschatte gegevens en de feitelijke gegevens daarvan afwijken;

    • d. zijn vastgesteld met gebruikmaking van gegevens omtrent kosten voor bepaalde diensten, terwijl de netbeheerder van het net op zee die diensten in het jaar t of een gedeelte van jaar t niet heeft geleverd of voor die diensten geen of minder kosten heeft gemaakt;

    • e. zijn vastgesteld op basis van de geschatte kosten als bedoeld in artikel 42d, eerste lid, onderdelen d en e, en de gerealiseerde efficiënte kosten die daarvan afwijken.

  • 3. Indien een voorstel niet binnen de termijn, bedoeld in artikel 42d, eerste lid, aan de Autoriteit Consument en Markt is gezonden, stelt deze de toegestane inkomsten voor de netbeheerder van het net op zee uit eigen beweging vast met inachtneming van artikel 42d, eerste en tweede lid.

  • 4. Indien de totale inkomsten aan het begin van de periode, bedoeld in artikel 42b, tweede lid, niet in overeenstemming zijn met het efficiënte kostenniveau inclusief een rendement dat in het economisch verkeer gebruikelijk is, kan de Autoriteit Consument en Markt bij de toepassing van de formule, genoemd in artikel 42d, eerste lid, onderdeel a, in plaats van TIt-1, de totale inkomsten vaststellen op het efficiënte kostenniveau inclusief een rendement dat in het economisch verkeer gebruikelijk is.

  • 5. Indien een besluit op grond van artikel 42b, eerste lid, of artikel 42c, eerste lid, bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vernietigd of bij een onherroepelijk besluit op bezwaar is herroepen, herberekent de Autoriteit Consument en Markt de inkomsten, bedoeld in het eerste lid, met toepassing van de met inachtneming van die uitspraak of dat besluit op bezwaar gecorrigeerde methode onderscheidenlijk gecorrigeerde doelmatigheidskorting en verdisconteert zij de uitkomsten van deze herberekening in de eerstvolgende op grond van het eerste lid vast te stellen inkomsten. Daarbij worden deze herberekening en de wijze waarop de uitkomsten daarvan in de inkomsten zijn verdisconteerd separaat weergegeven.

S

Na artikel 77f wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 77g

  • 1. Onze Minister kan een subsidie verstrekken aan de netbeheerder van het net op zee voor de aanleg, het beheer en het onderhoud van het net op zee.

  • 2. De subsidie dient geheel of gedeeltelijk ter dekking van een bedrag dat bestaat uit de vastgestelde toegestane inkomsten, bedoeld in artikel 42e, eerste lid, met inachtneming van de correcties genoemd in artikel 42e, tweede en vijfde lid.

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het verstrekken van de subsidie.

  • 4. De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

T

In artikel 77i, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt «16, eerste lid, onderdelen g, k en l, en tweede lid, onderdeel g,» vervangen door: 16, eerste lid, onderdelen g, k en l, tweede lid, onderdeel g, en zestiende lid,.

2. In onderdeel b wordt na «11b, eerste en tweede lid,» ingevoegd: 15a, tweede lid,.

3. In onderdeel b, wordt na «24, eerste en derde lid,» ingevoegd: 24Aa,.

ARTIKEL II

In artikel 1 van bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt in de zinsnede met betrekking tot de Elektriciteitswet 1998 «en artikel 20c, tweede en derde lid» vervangen door: artikel 20c, tweede en derde lid en artikel 20ca.

ARTIKEL III

In afwijking van artikel 15a, tweede lid, in samenhang met de artikelen 10, tweede en derde lid en 10a, vierde lid, van de Elektriciteitswet 1998:

  • a. kan de Autoriteit Consument en Markt een besluit als bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 nemen en

  • b. kan Onze Minister een besluit als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 nemen,

indien degene die wenst te worden aangewezen als beheerder van het net op zee niet over het eigendom van dat net beschikt, onder de voorwaarde dat diegene activiteiten ter voorbereiding van het net op zee heeft verricht, waaronder begrepen het aanvragen van vergunningen die noodzakelijk zijn voor de aanleg van het net op zee.

ARTIKEL IV

  • 1. Artikel 16, tweede lid, onderdeel n, van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel F, blijft van toepassing tot het tijdstip waarop Onze Minister op grond van artikel 10, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 de netbeheerder van het net op zee heeft aangewezen.

  • 2. Artikel 41ba van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel P, blijft tot het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, van toepassing, met dien verstande dat het tweede lid van dat artikel van toepassing is op de geschatte kosten die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet na 31 december 2016 maakt voor het uitvoeren van artikel 16, tweede lid, onderdeel n, van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel F.

ARTIKEL V

In afwijking van artikel 21, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 dient degene die op grond van artikel III in samenhang met de artikelen 15a, 10, tweede en derde lid en 10a, vierde lid, wenst te worden aangewezen als netbeheerder van het net op zee, het document, bedoeld in artikel 21, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998 voor de eerste keer in binnen één maand na het indienen van het verzoek op grond van artikel 15a, tweede lid, in samenhang met artikel 10, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998.

ARTIKEL VI

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 12 van de Wet raadgevend referendum.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 23 maart 2016

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Uitgegeven de eenendertigste maart 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 34 401

Naar boven