Besluit van 14 maart 2016, houdende uitvoering van artikel 2 van de Uitvoeringswet restmechanismen straftribunalen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 17 februari 2016, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 735143;

Gelet op artikel 2 van de Uitvoeringswet restmechanismen straftribunalen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord advies van 24 februari 2016 No. W03.16.0029/II;

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 9 maart 2016, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 742414;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Als Restmechanisme waarop de Uitvoeringswet restmechanismen straftribunalen van toepassing is, worden aangewezen:

  • a. het Internationaal Restmechanisme voor Straftribunalen, ingesteld bij resolutie 1966 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 22 december 2010;

  • b. het Restmechanisme voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone, ingesteld bij een op 11 augustus 2010 tot stand gekomen verdrag tussen de Verenigde Naties en Sierra Leone.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 14 maart 2016

Willem-Alexander

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Uitgegeven de drieëntwintigste maart 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Voor het Joegoslavië Tribunaal, het Rwanda Tribunaal en het Speciaal Hof voor Sierra Leone zijn in 2010 zogenaamde restmechanismen opgericht die zijn belast met de resttaken van deze tribunalen. De Uitvoeringswet restmechanismen straftribunalen (Stb. 2015, 477) maakt de vestiging en het functioneren van de restmechanismen in Nederland mogelijk. Op grond van artikel 2 van die wet worden als restmechanismen waarop de wet van toepassing is, aangewezen:

  • het Internationaal Restmechanisme voor Straftribunalen, ingesteld bij resolutie 1966 (2010) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 22 december 2010;

  • het Restmechanisme voor het Speciaal Hof voor Sierra Leone, ingesteld bij een op 11 augustus 2010 tot stand gekomen verdrag tussen de Verenigde Naties en Sierra Leone.

Het besluit treedt op 1 april 2016, gelijktijdig met de voornoemde uitvoeringswet, in werking. Hiermee wordt een uitzondering gemaakt op de vaste verandermomenten. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat deze uitvoeringswetgeving voortvloeit uit internationale verplichtingen en het wettelijke kader vormt op grond waarvan de restmechanismen hun taken als rechterlijke instantie in Nederland volledig kunnen uitoefenen. Zo spoedig mogelijke inwerkingtreding is daarom wenselijk.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven