Besluit van 10 december 2015, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, voor zover het betreft artikel 1, eerste lid, onderdeel 23, onder b, van het Besluit van 26 september 2012 tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Stb. 2012, 466)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 4 december 2015, nr. IenM/BSK-2015/220278, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV, van het Besluit van 26 september 2012 tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Stb. 2012, 466);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdeel A, voor zover het betreft artikel 1, eerste lid, onderdeel 23, onder b, van het Besluit van 26 september 2012 tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen treedt in werking met ingang van 1 april 2016.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 10 december 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit betreft het per 1 april 2016 in werking treden van het stortverbod voor deelstromen of residuen van de mechanische en fysische verwerking van de stromen van AVI-bodemas. Dit stortverbod is opgenomen in artikel I, onderdeel A, van het Besluit van 26 september 2012 tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (hierna: het besluit). Het gaat in dit wijzigingsartikel specifiek om artikel 1, eerste lid, onderdeel 23, onder b.

Bodemas van een afvalverbrandingsinstallatie (AVI) is de bodemas die resteert na verbranding in een inrichting die in hoofdzaak of uitsluitend is bestemd voor het verbranden van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen in een roosteroven of een wervelbedoven. Voor onbehandeld AVI-bodemas geldt een stortverbod op grond van artikel 1, eerste lid, onderdeel 23, onder a, van het besluit. Dit stortverbod is al in werking getreden in tegenstelling tot onderdeel 23, onder b.

Om te voorkomen dat deelstromen of residuen na een behandeling van AVI-bodemas (alsnog) worden gestort, is in het besluit ook een stortverbod opgenomen voor deelstromen of residuen van de mechanische of fysische bewerking van stromen van AVI-bodemas. Dit stortverbod was nog niet van kracht.

Begin maart 2012 is tussen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en Nederlandse bedrijven met afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) de Green Deal Verduurzaming nuttige toepassing AEC-bodemas1 (AVI-bodemas) gesloten. In de Green Deal verplichten deze bedrijven zich om een (verdere) kwaliteitsverbetering van AVI-bodemas te realiseren, waardoor een meer hoogwaardige toepassing of inzet van het materiaal mogelijk wordt. Onderdeel van de Green Deal is dat residuen die vrijkomen bij de opwerking van AVI-bodemas mogen worden gestort. Om deze reden is eerder besloten het stortverbod voor deelstromen of residuen van de mechanische of fysische bewerking van stromen van AVI-bodemas nog niet in werking te laten treden.

Om te bewerkstelligen dat de in de Green Deal vastgelegde strategie voor kwaliteitsverbetering van de AVI-bodemas daadwerkelijk wordt gerealiseerd, is besloten het stortverbod in werking te laten treden middels dit besluit. Daarnaast zal een ministeriële regeling worden opgesteld op grond waarvan voor de in de Green Deal genoemde residustroom naar het oordeel van de minister geen andere wijze van afvalbeheer mogelijk is dan storten. Dit betekent dat deze specifieke stromen uitgezonderd worden van het stortverbod. Voor de stromingen die niet voldoen aan de in de regeling gestelde eisen, geldt het stortverbod onverminderd.

De datum van inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit sluit aan bij het kabinetsbeleid over de vaste verandermomenten zoals beschreven in de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake de aanpak van administratieve lasten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven