Besluit van 9 juli 2015, houdende wijziging van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 ter bevordering van de duurzame visserij op het IJsselmeer

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 17 juni 2015, nr. WJZ / 15082463;

Gelet op artikel 16 van de Visserijwet 1963;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 1 juli 2015, nr. W15.15.0192/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 9 juli 2015, nr. WJZ / 15092477;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Reglement voor de binnenvisserij 1985 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt onder het IJsselmeer mede verstaan het Markermeer en het IJmeer.

B

In artikel 4 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onderdeel c, kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat het in een daarbij te bepalen periode verboden is met het staand net te vissen, indien de maaswijdte kleiner is dan het in die regeling genoemde aantal millimeters.

C

Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «periodiek» ingevoegd: of op verzoek.

2. In het tweede lid wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. In aanvulling op het eerste lid, is een ieder die vis van de door Onze Minister aangewezen soorten aanvoert, tevens verplicht een administratie te voeren en aan Onze Minister periodiek of op verzoek opgave te doen van andere bij ministeriële regeling aangewezen gegevens betreffende visserij-inspanning, dan wel andere gegevens die van belang kunnen zijn voor het bepalen van de visstand in het IJsselmeer.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 juli 2015.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 9 juli 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Uitgegeven de veertiende juli 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inhoud

De visstand in het IJsselmeer is de laatste jaren ernstig verslechterd. De hoeveelheid vis die voor visserij beschikbaar is, is dan ook beperkt. Dit blijkt ook uit het rapport van Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies (Imares) van de Wageningen Universiteit en Researchcentrum «Vangstadviezen voor snoekbaars, baars, blankvoorn, en brasem in het IJsselmeer en Markermeer» van 12 september 2013 (Kamerstukken II 2012/2013, 29 664-XIII, nr. 112). Het beeld van de bestanden blijkt het afgelopen jaar diffuser te zijn. Als de maatregelen worden voortgezet die vorig jaar zijn genomen, wordt naar verwachting van Imares een beweging naar herstel ingezet (Rapport C045/15 van Imares «Vangstadviezen voor snoekbaars, baars, blankvoorn en brasem in het IJsselmeer en Markermeer» van 10 maart 2015). De noodzaak de bevissing van schubvis te beperken, blijft derhalve bestaan, mede met het oog op een duurzame toekomst voor de visserijondernemers zelf.

Uit genoemd advies blijkt eveneens dat het nodig is betrouwbare gegevens te registreren over zowel de aanlandingen als de visserij-inspanning, waarmee de vis is gevangen. Deze gegevens vormen een belangrijke bron voor de vangstadviezen en de vertaling daarvan naar het aantal netten of dagen dat in een visseizoen mag worden ingezet. Afgesproken is dat de Producentenorganisatie IJsselmeer (PO IJsselmeer), waarin de IJsselmeervissers zich hebben verenigd, hiervoor een plan ontwikkelt. Ter ondersteuning hiervan wordt het voeren van een administratie en het periodiek of op verzoek doen van opgave aan de Minister van Economische Zaken van de bij ministeriële regeling aangewezen gegevens verplicht.

Artikel 10a, eerste lid, van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 bevat reeds een registratieverplichting met betrekking tot de hoeveelheden aangevoerde vis. Een registratieverplichting van visserij-inspanning ontbreekt echter. Met de huidige wijziging wordt hierin voorzien, waarbij tevens een grondslag wordt geboden voor een registratieverplichting van andere gegevens die van belang kunnen zijn voor het bepalen van de visstand in het IJsselmeer.

Naast de bovenbedoelde uitbreiding van de administratieverplichting worden tevens twee andere wijzigingen doorgevoerd. De definitie van de IJsselmeer wordt verduidelijkt in die zin dat specifiek wordt opgenomen dat onder het IJsselmeer ook het Markermeer en het IJmeer worden verstaan. Verder zal ter bescherming van de visstand in het IJsselmeer voortaan bij ministeriële regeling bepaald kunnen worden, welke toegestane maaswijdte het vistuig «staand net» mag hebben in specifieke perioden.

2. Verhouding tot Europees recht

Zowel artikel 4, tweede lid (nieuw), als artikel 10a, derde lid (nieuw), betreffen materie waarin niet wordt voorzien op het communautaire niveau. Ten aanzien van artikel 4, tweede lid (nieuw), geldt dat diverse verordeningen in het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) geen gelding hebben op het IJsselmeer en de overige binnenwateren. Dat houdt in dat buitenlandse vissers geen recht hebben om op het IJsselmeer te vissen. Tevens zijn er geen vissoorten die geraakt worden met de onderhavige maatregel, die tot de onder het GVB gereguleerde soorten behoren, behalve voor de aal. De aal wordt echter met het staand want niet gevangen.

Artikel 10, derde lid (nieuw), betreft de registratie van de visserij-inspanning en ook in deze materie is niet voorzien door het communautair recht. Anders is het alleen bij de registratie van de aal, die geregeld is in de Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad van 18 september 2007 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal (Europese aalverordening).

Voor zover in het kader van de uitwerking van het voorgestelde artikel 4, tweede lid (nieuw), van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 nadere regels zullen worden gesteld aan de maaswijdte van staande netten, zullen deze verplichtingen genotificeerd worden aan de Europese Commissie op grond van Richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204).

3. Regeldruk

Onderhavige wijziging bevat een uitbreiding van de registratieverplichting, die verder wordt uitgewerkt in de Uitvoeringsregeling visserij. Vissers zijn op grond van artikel 10a, eerste lid, van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 jo. de artikelen 7, eerste lid, en 8, tweede en derde lid, van de Uitvoeringsregeling visserij reeds verplicht een administratie bij te houden van de vis die zij aanvoeren (soort, hoeveelheid per soort, datum van aanvoer en herkomst van vissoort). Met deze wijziging wordt er een nieuwe verplichting aan toegevoegd: de registratie van gegevens die betrekking hebben op de visserij-inspanning, met name gegevens over het vistuig waarmee de vis is gevangen.

Het registreren van de bovenbedoelde gegevens, alsmede de opgave daarvan aan de Minister, leiden tot administratieve lasten. Administratieve lasten betreffen hier de kosten om te voldoen aan informatieverplichtingen die voortvloeien uit regelgeving van de overheid. Voor de vaststelling van de effecten op de administratieve lasten is de onderhavige wijziging van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 en de daarmee samenhangende wijziging van de Uitvoeringsregeling visserij gezamenlijk beoordeeld.

Op basis van overleg met de PO IJsselmeer wordt geschat dat de aanvullende registratie van gegevens over het vistuig het eerste jaar na invoering ongeveer één uur per aanlanding zal kosten bij een tarief van € 24 per uur. Na een jaar ervaring opdoen, zal dit naar verwachting teruglopen tot 30 minuten per aanlanding. Er zijn 69 vergunninghouders die jaarlijks 37 weken mogen vissen (van 1 juli tot en met 15 maart). Daarnaast zijn er nog 6 seizoenvergunninghouders die niet tevens een algemene vergunning hebben. Zij mogen 24 weken vissen (van 1 oktober tot en met 15 maart). De vispatronen van de vissers zijn divers. Er zijn vissers die één keer per maand vissen en er zijn vissers die vier maal per week vissen. Voor deze berekening wordt een gemiddelde van 2,5 aanlanding per week aangehouden. Dit resulteert in een bedrag van € 161.820 in het eerste jaar, en nadien van € 80.910 per jaar.

Verder moeten de vergunninghouders de administratie jaarlijks indienen bij de Minister. Geschat wordt dat circa 10 vergunninghouders dit per post zullen doen en dat dat circa 3 uur kost per vergunninghouder. De overige 65 vergunninghouders zullen de administratie elektronisch per email indienen. Geschat wordt dat dit circa 1 uur kost per vergunninghouder. Dit resulteert in het een bedrag van € 2.280 per jaar. De totale administratieve lasten die voortkomen uit de uitbreiding van de registratieverplichting, bedragen derhalve € 164.100 in het eerste jaar na invoering, en daarna € 83.190 per jaar.

II. Artikelen

Artikel I, onderdeel A

In artikel 1, tweede lid, van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 wordt bepaald dat onder het IJsselmeer mede wordt verstaan de daaraan gelegen open havens. Daarnaast wordt onder het IJsselmeer tevens het Markermeer en IJmeer mede verstaan. Deze specificatie is echter niet specifiek opgenomen in artikel 1, wat tot onduidelijkheden leidt. Met de onderhavige wijziging wordt deze onduidelijkheid weggenomen door expliciet in artikel 1 een nieuw lid op te nemen met de bovenstaande strekking.

Artikel I, onderdeel B

Artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 voorziet in het verbod op het vissen met het staand net, indien de maaswijdte kleiner is dan 101 millimeters. Ter bescherming van de visstanden in het IJsselmeer is het echter wenselijk om flexibel te zijn met het bepalen van de toegestane maaswijdte van het staand net in specifieke perioden. De onderhavige wijziging voorziet hierin.

Artikel I, onderdeel C

Zoals gesteld, de vissers zijn al verplicht om administratie bij te houden over de hoeveelheid vis die ze vangen. Deze plicht wordt nu uitgebreid in het nieuwe tweede lid van artikel 10a van het Reglement voor de binnenvisserij 1985. De vissers zullen voortaan tevens gegevens moeten registreren die visserij-inspanning betreffen, dan wel andere gegevens die, zo nodig, van belang kunnen zijn voor het bepalen van de visstand in het IJsselmeer. Vervolgens zullen ze er opgave van dienen te doen, periodiek dan wel op verzoek van de Minister.

Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke concrete gegevens de vissers moeten registreren, alsmede wanneer de opgave dient te geschieden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het aantal en soort vistuig of de lengte en hoogte van het vistuig.

Artikel II

De termijn van de inwerkingtreding van dit besluit wijkt af van het beleid inzake de «vaste verandermomenten» (Kamerstukken II 2009/2010, 29 515, nr. 309). Het gaat hier om een spoedregeling die tot doel heeft de visstand in het IJsselmeer te beschermen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven