Wet van 4 juni 2015 tot wijziging van de Wet veiligheidsonderzoeken in verband met het opnemen van een grondslag voor het doorberekenen van kosten verbonden aan het uitvoeren van veiligheidsonderzoeken alsmede enkele andere wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is in de Wet veiligheidsonderzoeken een grondslag op te nemen voor het doorberekenen van kosten verbonden aan de afgifte of weigering van een verklaring van geen bezwaar;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet veiligheidsonderzoeken wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag waarop Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de betrokkene uitnodigt nadere gegevens te verstrekken, tot de dag waarop die gegevens zijn ontvangen of de voor verstrekking gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

B

In artikel 8 vervalt het eerste lid, alsmede de aanduiding «2» voor het tweede lid.

C

Na artikel 9 wordt een artikel 9a ingevoegd luidende:

Artikel 9a

  • 1. De kosten die samenhangen met het verrichten van een veiligheidsonderzoek als bedoeld in de artikelen 7 en 9 komen ten laste van de werkgever.

  • 2. De bedragen ter vergoeding van de kosten worden bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld.

D

Artikel 10, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is bevoegd tot het intrekken van de verklaring, indien hem blijkt dat onvoldoende waarborgen aanwezig zijn dat de betrokkene onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende plichten getrouwelijk zal volbrengen of indien een nieuw veiligheidsonderzoek onvoldoende gegevens heeft kunnen opleveren om vast te stellen dat voldoende waarborgen aanwezig zijn.

E

Artikel 14, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Hij die niet of niet tijdig voldoet aan een in de artikelen 3, tweede en derde lid, 4, eerste en derde lid, 5, eerste en derde lid, en 10, tweede lid, opgenomen verplichting, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de vierde categorie.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 4 juni 2015

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Uitgegeven de achttiende juni 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 673

Naar boven