Besluit van 21 januari 2014, tot aanpassing van algemene maatregelen van bestuur in verband met het afschaffen van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 december 2013, nr. 2013-0000736344;

Gelet op de artikelen 91, 95 en 186 van de Gemeentewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 december 2013, nr. W04.13.0439/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 januari 2014, nr. 2014-0000015069;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 6 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten vervalt.

ARTIKEL II

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel e door een punt vervalt artikel 1, onderdeel f, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

ARTIKEL III

Artikel 2 van het Rechtspositiebesluit wethouders vervalt.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 7 februari 2013 tot wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met het afschaffen van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen (Stb. 2013, 76) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 21 januari 2014

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de zevende februari 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt tot aanpassing van drie algemene maatregelen van bestuur aan de wet van 7 februari 2013 tot wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met het afschaffen van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen (Stb. 2013, 76). Het betreft uitsluitend technische aanpassingen als gevolg van het verdwijnen van de deelgemeenten. Dit besluit brengt dan ook geen financiële gevolgen of administratieve lasten met zich mee.

Voor de bepalingen genoemd in de artikelen II en III van dit besluit vervallen ingevolge de wet van 7 februari 2013 de grondslagen (in artikel 95 respectievelijk 91 van de Gemeentewet). Omwille van de duidelijkheid zijn deze bepalingen in dit besluit expliciet vervallen verklaard.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven