Wet van 8 oktober 2014 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de vereenvoudiging van en de invoering van een elektronische dienstverlening bij de burgerlijke stand (Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het in het kader van de lastenverlichting wenselijk is voor de burger een aantal procedures op het terrein van de burgerlijke stand te vereenvoudigen en in verband daarmee te voorzien in de mogelijkheid van elektronische dienstverlening, in het bijzonder bij geboorte, overlijden, voornemen om in het huwelijk te treden en voorgenomen registratie van een partnerschap;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 16a, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt na «45a,» ingevoegd: 58,.

Aa

Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Alvorens tot het opmaken van een akte over te gaan, verifieert de ambtenaar van de burgerlijke stand de door partijen bij de akte verstrekte gegevens door raadpleging van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens en, zonodig, andere daartoe bestemde registers of bevoegde autoriteiten, zonder daarvoor leges verschuldigd te zijn.

2. Onder vernummering van het derde lid tot het vijfde lid, worden een nieuw derde en vierde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De ambtenaar van de burgerlijke stand is voorts bevoegd zich, al dan niet in persoon, alle bescheiden te doen vertonen die hij voor het opmaken van de akte of voor de vaststelling van de in de akte op te nemen gegevens noodzakelijk acht.

  • 4. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan de akten van geboorte, van overlijden, van huwelijk en van registratie van een partnerschap in elektronische vorm opmaken.

B

Onder vernummering van de artikelen 18b en 18c tot de artikelen 18c en 18d, wordt een nieuw artikel 18b ingevoegd, luidende:

Artikel 18b

  • 1. Voor de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van de elektronische aangifte alsmede het opmaken en de opslag van een akte in elektronische vorm wordt een systeem van gegevensverwerking gebruikt dat:

    • a. de ambtenaar van de burgerlijke stand in staat stelt de juistheid van de identiteit van de aangever vast te stellen;

    • b. de vertrouwelijkheid van de door de aangever verstrekte gegevens waarborgt;

    • c. waarborgt dat elektronische akten als bedoeld in artikel 18, vierde lid, zodanig blijven opgeslagen dat de inhoud toegankelijk is voor toekomstig gebruik en een ongewijzigde reproductie van de inhoud van de akten gewaarborgd is;

    • d. waarborgt dat een bericht, elektronisch afschrift of uittreksel volledig is en niet onbevoegdelijk is of kan worden gewijzigd.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen over het in het eerste lid bepaalde nadere regels worden gesteld.

C

In artikel 18c, eerste lid, wordt «artikel 18, tweede lid» vervangen door «artikel 18, derde lid» en in artikel 18c, derde lid, wordt «de korpschef» vervangen door: de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

D

Artikel 19e wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van het eerste tot en met het zevende lid tot het tweede tot en met het achtste lid, wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidende:

  • 1. De aangifte van een geboorte kan in persoon of, als deze weg is geopend, elektronisch worden gedaan. Tot elektronische aangifte zijn uitsluitend bevoegd de moeder en de vader van het kind.

3. In het tweede en derde lid wordt na «aangifte» ingevoegd «in persoon» en in het vijfde lid wordt «derde» vervangen door: vierde.

4. Het achtste lid komt te luiden:

  • 8. De ambtenaar van de burgerlijke stand stelt de identiteit van de aangever vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, dan wel op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen andere wijze.

5. Onder vernummering van het achtste en negende lid tot het elfde en twaalfde lid, worden een nieuw negende en tiende lid ingevoegd, luidende:

  • 9. De aangever verstrekt in ieder geval de volgende gegevens:

    • a. de dag, de plaats en het tijdstip van de geboorte;

    • b. het geslacht van het kind;

    • c. de voornamen van het kind;

    • d. de geslachtsnaam, de voornamen, de dag van geboorte, de woonplaats, het woonadres en

    • e. zo mogelijk, het burgerservicenummer van de moeder.

  • 10. Bij elektronische aangifte dient de moeder haar burgerservicenummer op te geven en dient de vader zowel zijn burgerservicenummer als dat van de moeder op te geven. Tevens dient de moeder of de vader de juistheid van de in het negende lid, onder a, b en d genoemde gegevens te laten bevestigen door de betrokken arts of verloskundige.

6. In het twaalfde lid wordt «achtste» vervangen door: elfde.

E

Artikel 19h wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Binnen de in artikel 16 van de Wet op de lijkbezorging gestelde termijn voor de begraving of crematie, kan de persoon die in de lijkbezorging voorziet, door een in het eerste lid bedoelde persoon worden gemachtigd tot het doen van de aangifte. In dit geval kan de aangifte door de gemachtigde ook elektronisch worden gedaan, als deze weg is geopend.

2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot het vijfde en zesde lid, worden een nieuw derde en vierde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De identiteit van de aangever wordt vastgesteld aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, dan wel op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen andere wijze.

  • 4. De aangever verstrekt ten minste de volgende gegevens van de overledene:

    • a. geslachtsnaam, voornamen en geslacht van de overledene;

    • b. voor zover bekend, plaats en dag van geboorte;

    • c. plaats, dag en, zo mogelijk, het tijdstip van overlijden en

    • d. diens burgerlijke staat en

    • e. diens laatst bekende woonadres of woonplaats.

3. In het vijfde lid wordt «verbranding» vervangen door: crematie.

4. In het zesde lid vervalt het woord «schriftelijk».

F

In artikel 20a komt het vierde lid te vervallen.

G

In artikel 20c wordt «18b» vervangen door: 18c.

H

In artikel 23b worden, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het zesde en zevende lid, een nieuw vierde en vijfde lid ingevoegd, luidende:

  • 4. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan een uittreksel of afschrift van de akten van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap, van de omzetting van een registratie van een partnerschap in een huwelijk, van de omzetting van een huwelijk in een registratie van een partnerschap of van overlijden verstrekken in elektronische vorm, die een ongewijzigde reproductie van de inhoud van de akte mogelijk maakt.

  • 5. Het uittreksel of het afschrift wordt gewaarmerkt door een elektronische handtekening van de ambtenaar van de burgerlijke stand, overeenkomstig artikel 15a, tweede lid, van Boek 3.

I

Artikel 24a komt te luiden:

Kennelijke schrijf- of spelfouten en kennelijke misslagen kunnen ambtshalve door de ambtenaar van de burgerlijke stand worden verbeterd. Indien in een andere gemeente een akte betreffende dezelfde persoon of diens afstammelingen wordt gehouden, die eveneens verbetering behoeft, stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand die de verbetering in de akte heeft aangebracht de ambtenaar van de burgerlijke stand in de andere gemeente daarvan op de hoogte.

J

Artikel 25, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Indien de inschrijving van een huwelijksakte of van een akte van registratie van een partnerschap op grond van het eerste lid wordt verzocht door een belanghebbende en betrekking heeft op een huwelijk of een geregistreerd partnerschap tussen personen van wie er een niet de Nederlandse nationaliteit bezit of rechtmatig in Nederland verblijft als bedoeld in artikel 8, onder b, d of e, van de Vreemdelingenwet 2000, dienen de echtgenoten of geregistreerde partners ten behoeve van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een verklaring af te leggen inzake het verblijfsrecht van de echtgenoot of geregistreerde partner die niet de Nederlandse nationaliteit bezit alsmede inhoudende dat hun huwelijk of geregistreerd partnerschap niet is aangegaan met het oogmerk om verblijfsrecht in Nederland te verkrijgen. De verklaring is niet vereist indien:

    • a. sinds de voltrekking van het huwelijk of de registratie van het partnerschap ten minste tien jaren zijn verstreken, of

    • b. het huwelijk of geregistreerd partnerschap inmiddels is geëindigd.

K

In artikel 25a, eerste lid, komt de zinsnede «, nadat hij daartoe toestemming van de officier van justitie heeft verkregen» te vervallen.

Ka

In artikel 27 wordt «18b» vervangen door: 18c.

L

Artikel 43 vervalt.

M

Artikel 44 komt te luiden:

Artikel 44

  • 1. Ten behoeve van het kenbaar maken van hun voornemen om in het huwelijk te treden verstrekken de aanstaande echtgenoten aan de ambtenaar van de burgerlijke stand:

    • a. hun geslachtsnaam, voornamen, woonplaats en geboortegegevens;

    • b. indien toestemming tot het aangaan van een huwelijk is vereist, de gegevens van degenen wier toestemming noodzakelijk is, dan wel het bewijs dat deze hun toestemming hebben verleend. De toestemming kan ook ter gelegenheid van de huwelijksvoltrekking worden gegeven. Is de toestemming door de rechter verleend, dan verifieert de ambtenaar het bestaan daarvan bij de betrokken griffie;

    • c. de overlijdensgegevens van allen wier toestemming voor het huwelijk was vereist, als zij in leven waren geweest;

    • d. de gegevens inzake ontbinding van eventuele eerdere huwelijken of geregistreerde partnerschappen;

    • e. in geval van stuiting, de gegevens inzake de opheffing daarvan;

    • f. de ontheffing of de vergunning van Onze Minister van Justitie, ingeval deze is vereist;

    • g. een vrijstelling krachtens artikel 62, indien deze is verkregen;

    • h. de verklaring, bedoeld in artikel 31, tweede lid, ingeval deze vereist is;

    • i. de namen en adressen van de personen die als getuigen bij de voltrekking van het huwelijk aanwezig zullen zijn;

    • j. ingeval een aanstaande echtgenoot niet de Nederlandse nationaliteit bezit of rechtmatig in Nederland verblijft als bedoeld in artikel 8, onder b, d of e, van de Vreemdelingenwet 2000, een verklaring dat het voornemen om in het huwelijk te treden niet wordt aangegaan met het oogmerk om verblijfsrecht in Nederland te verkrijgen, alsmede een verklaring omtrent het verblijfsrecht van de aanstaande echtgenoot die niet de Nederlandse nationaliteit bezit;

    • k. de naam van de gemeente in Nederland waar het huwelijk zal worden voltrokken.

  • 2. Wanneer de aanstaande echtgenoten, van wie ten minste één de Nederlandse nationaliteit bezit, buiten Nederland hun woonplaats hebben, kunnen zij zich ten behoeve van hun voornemen om in het huwelijk te treden uitsluitend tot de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage wenden.

N

Artikel 45 komt te luiden:

Artikel 45

  • 1. Indien de geboortegegevens van een aanstaande echtgenoot niet kunnen worden geverifieerd en deze niet in staat is om een geboorteakte over te leggen, kan de betrokkene jegens de ambtenaar van de burgerlijke stand ten overstaan van wie het huwelijk zal worden voltrokken een beëdigde verklaring afleggen inhoudende: het geslacht, de plaats, het land en, zo nauwkeurig mogelijk, de datum van geboorte alsmede de persoonsgegevens van de ouders.

  • 2. In de huwelijksakte wordt van de afgelegde verklaring melding gemaakt.

O

Artikel 45a komt te luiden:

Artikel 45a

Indien de gegevens betreffende overlijden als bedoeld in artikel 44, eerste lid, onder c, niet kunnen worden geverifieerd en de aanstaande echtgenoten niet in staat zijn om de akte of akten van overlijden over te leggen, kunnen zij terzake een beëdigde verklaring afleggen jegens de ambtenaar van de burgerlijke stand ten overstaan van wie het huwelijk zal worden voltrokken. Deze maakt daarvan melding in de huwelijksakte.

P

Artikel 46 komt te luiden:

Artikel 46

Wanneer het huwelijk binnen een jaar, te rekenen vanaf de datum waarop het voornemen daartoe is kenbaar gemaakt, niet is voltrokken, mag het niet worden voltrokken dan nadat het voornemen daartoe opnieuw kenbaar is gemaakt.

Q

In artikel 48 worden de woorden «de gedane aangifte» vervangen door: dit voornemen.

R

Artikel 49, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Indien het voornemen tot het aangaan van een huwelijk aan een ambtenaar van de burgerlijke stand kenbaar is gemaakt, kan dit grond opleveren tot een vordering tot vergoeding der werkelijke vermogensverliezen, zonder dat daarbij enige winstderving in aanmerking komt. De vordering vervalt door verloop van achttien maanden, te rekenen vanaf de datum waarop het voornemen kenbaar is gemaakt.

S

In artikel 49a, derde lid, wordt de zinsnede «door kennisneming van de bescheiden» vervangen door «door verificatie van de gegevens» en wordt «g» vervangen door: f.

T

Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste lid wordt de zinsnede «van een der gemeenten waar het huwelijk kan worden voltrokken» vervangen door: van de gemeente waar het huwelijk zal worden voltrokken.

Onder vernummering van het vierde tot het derde lid, komt het derde lid te vervallen.

U

In artikel 55 wordt de zinsnede «een der ambtenaren» vervangen door: de ambtenaar.

V

In artikel 57 wordt de zinsnede «mag niet tot een huwelijksaangifte of een huwelijksvoltrekking meewerken» vervangen door: mag geen medewerking verlenen aan een huwelijksvoltrekking of aan de vervulling van daaraan voorafgaande formaliteiten.

W

Artikel 58 komt te luiden:

  • 1. De ambtenaar van de burgerlijke stand verifieert, alvorens tot de voltrekking van het huwelijk over te gaan, opnieuw de rechtmatigheid van het verblijf in Nederland van de aanstaande echtgenoot die niet de Nederlandse nationaliteit bezit.

  • 2. Is de ambtenaar van de burgerlijke stand, in het geval geen rechtmatig verblijf bestaat op grond van artikel 8, onder b, d of e van de Vreemdelingenwet 2000, van oordeel dat het oogmerk van de aanstaande echtgenoten, of één hunner, niet is gericht op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, maar op het verkrijgen van toelating tot Nederland, dan weigert hij de huwelijksakte op te maken overeenkomstig artikel 18c, tweede lid.

X

Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «van de akte van huwelijksaangifte» vervangen door: waarop het voornemen om in het huwelijk te treden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand kenbaar is gemaakt.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede «huwelijksaangifte is geschied» vervangen door: het voornemen om in het huwelijk te treden kenbaar is gemaakt.

Y

Artikel 63 komt te luiden:

Artikel 63

  • 1. Een huwelijk wordt in het openbaar in het gemeentehuis voltrokken ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de door de aanstaande echtgenoten aangewezen gemeente in tegenwoordigheid van ten minste twee en ten hoogste vier meerderjarige getuigen.

  • 2. In het geval dat de melding van een voornemen om in het huwelijk te treden op elektronische wijze heeft plaatsgevonden, dienen de aanstaande echtgenoten uiterlijk ter gelegenheid van de huwelijksvoltrekking hun identiteit aan te tonen door overlegging van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

Z

Artikel 80a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te vervallen.

2. Onder vernummering van het vijfde tot het vierde lid wordt in de laatste volzin de zinsnede «tot een aangifte of registratie meewerken» vervangen door: meewerken aan een registratie of daaraan voorafgaande formaliteiten verrichten.

3. Het zesde, zevende en achtste lid worden vernummerd tot het vijfde, zesde onderscheidenlijk zevende lid.

AA

In artikel 80g, eerste lid, komen in de eerste volzin de woorden «van de woonplaats van één der partijen» te vervallen.

ARTIKEL II

In artikel 12 van de Wet op de lijkbezorging wordt de zinsnede «Verlof tot begraving of tot crematie wordt niet verleend, zolang niet is overgelegd een verklaring van overlijden» vervangen door: De ambtenaar van de burgerlijke stand verleent geen verlof tot begraving of crematie indien hij niet beschikt over een verklaring van overlijden.

ARTIKEL III

De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 36, tweede lid, onderdeel c, komen de woorden «akte van bekendheid of» te vervallen.

B

Artikel 36a komt te luiden:

Artikel 36a

  • 1. Aan een geschrift als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onder c, d of e, dan wel artikel 36, derde lid, worden geen gegevens ontleend over het huwelijk dat is gesloten tussen echtgenoten van wie er ten minste één vreemdeling is, dan nadat de echtgenoten een verklaring hebben afgelegd dat hun huwelijk niet is aangegaan met het oogmerk om verblijfsrecht in Nederland te verkrijgen.

  • 2. De verklaring is niet vereist indien:

    • a. sedert de voltrekking van het huwelijk ten minste tien jaren zijn verstreken of het huwelijk inmiddels is geëindigd,

    • b. de gegevens ambtshalve worden opgenomen, of

    • c. de vreemdeling rechtmatig in Nederland verblijft als bedoeld in artikel 8, onder b, d of e, van de Vreemdelingenwet 2000.

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een geregistreerd partnerschap.

C

In artikel 37a wordt «artikel 85» vervangen door: artikel 83.

D

Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te vervallen.

2. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

ARTIKEL IIIA

In artikel VI, onderdeel C, van de Wet van 14 oktober 1993 tot herziening van Titel 4 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en wijziging van enige andere bepalingen van Boek 1 van dat wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Wetboek van Strafvordering worden het achtste en negende lid van artikel 19e vernummerd tot het elfde en twaalfde lid en worden «achtste» en «negende» vervangen door, respectievelijk, «elfde» en «twaalfde».

ARTIKEL IV

  • 1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

  • 2. Bij koninklijk besluit kan voor iedere gemeente worden bepaald dat de aangifte van geboorte of overlijden of de melding van een voorgenomen huwelijk of de voorgenomen registratie van een partnerschap in elektronische vorm kan worden gedaan, alsmede dat akten van de burgerlijke stand elektronisch kunnen worden opgemaakt en uittreksels of afschriften daarvan elektronisch kunnen worden verstrekt.

ARTIKEL V

Deze wet wordt aangehaald als: Wet elektronische dienstverlening burgerlijke stand.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 8 oktober 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de eenentwintigste oktober 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 444

Naar boven