Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2015
Zoals vandaag toegezegd tijdens de eerste termijn van de behandeling van het wetsvoorstel
windenergie op zee (Handelingen II 2014/15, nr. 67, debat windenergie op zee), ontvangt
u hierbij een brief met een toelichting op de kostenbesparing door het aanwijzen van
TenneT als netbeheerder op zee.
Energieakkoord
De kostprijs van een gemiddeld windpark op zee was in 2014 gelijk aan 15 cent per
kWh. Dat bedrag is ook vastgelegd in het Energieakkoord. Indien er geen kostenreductie
zou plaatsvinden dan kost 3500 MW windenergie op zee in totaal 30 miljard euro over
de periode van 15 jaar. Dit kan worden berekend door het opgestelde vermogen (3500
MW) te vermenigvuldigen met het aantal vollasturen en de levensduur. Een deel van
de kosten is subsidie en een deel van de kosten wordt terugverdiend door de opbrengst
uit de elektriciteitsverkoop.
In het Energieakkoord is afgesproken dat de kosten van windenergie op zee met 40%
dalen in 10 jaar tijd. Eind 2023 moet de prijs dus 9 cent per kWh zijn. Daarbij is
afgesproken dat de kostenbesparing van 40% geleidelijk gerealiseerd zal worden. Als
dan in 2023 3500 MW windenergie op zee zou worden gerealiseerd, dan zijn de totale
kosten 18 miljard over de periode van 15 jaar.
Kostenbesparing aanwijzen TenneT
DNV-GL en ECN hebben berekend dat het aanwijzen van TenneT tot een kostenreductie
van de totale kosten van windenergie op zee leidt. Deze kostenreductie komt voornamelijk
door:
-
• lagere investeringskosten door inkoopvoordelen bij kabels en platforms, lagere installatiekosten,
netoptimalisatie en leereffecten;
-
• lagere financieringslasten;
-
• hogere beschikbaarheid van het netwerk.
DNV-GL en ECN hebben berekend dat deze posten gezamenlijk tot 10% kostenreductie leiden.
ECN heeft berekend dat indien TenneT in één keer de kostenreductie realiseert dit
leidt tot een daling van de kosten van 3 miljard. Dit is gelijk aan 10% van de totale
kosten van 30 miljard die 3500 MW wind op zee zou kosten bij een prijs van 15 cent
per kWh.
Investeringskosten TenneT
Ik heb in de eerste termijn van het debat aangegeven dat de investeringskosten van
TenneT circa 2,4 miljard zijn.
TenneT is momenteel bezig met een actualisatie van deze kosten op basis van de uitrol
van wind op zee zoals deze in mijn brief over wind op zee van 26 september 2014 en
een nadere uitwerking van het technisch concept (Kamerstuk 33 561, nr. 11).
Het betreft hier alleen de investeringskosten. In de totale kosten moeten ook de onderhoudskosten
en de financieringskosten worden meegenomen. De totale kosten over 15 jaar zijn dus
hoger dan 2,4 miljard. De investeringskosten van 2,4 miljard kunnen dus niet zomaar
vergeleken worden met de totale kosten van de infrastructuur over een periode van
15 jaar en met de besparing van 3 miljard over een periode van 15 jaar.
Opbouw basisbedrag SDE+
In de oude situatie was er een SDE+ bedrag voor het windpark inclusief infrastructuur.
ECN is nu voor de verschillende gebieden aan het berekenen wat de kosten van infrastructuur
zijn en wat de kosten van het windpark zijn. Uit conceptberekeningen van ECN, die
geconsulteerd zijn met de sector, blijkt dat de kosten voor infrastructuur tussen
de 2 en 3 cent per kWh zijn. Dat betekent dat de totale kosten voor infrastructuur
over een periode van 15 jaar voor 3500 MW gelijk zijn aan 4 tot 6 miljard.
Dit komt overeen met de eerdere berekeningen waarbij DNV-GL en ECN concluderen dat
een kostenreductie van 1,5 cent per kWh gerealiseerd kan worden. Dit splitst zich
namelijk als volgt uit:
-
• besparing door TenneT zelf door lagere investeringskosten en lagere financieringslasten
van ruim 1 cent per kWh (circa 40% van 2 tot 3 cent per kWh), dus ruim 2 miljard over
een periode van 15 jaar voor 3500 MW;
-
• besparing door het windpark door een hogere beschikbaarheid van het netwerk van een
kleine 0,5 cent per kWh, dus een kleine 1 miljard over een periode van 15 jaar voor
3500 MW.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp