De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering een green deal heeft gesloten over de raffinage van
gras als tussenteelt tot bodemverbeteraar, diervoeding en een geavanceerde biobrandstof,
maar desondanks geen volledige dubbeltelling wil toekennen voor biobrandstof uit geraffineerd
gras;
overwegende dat bij de toepassing van de Regeling hernieuwbare energie vervoer inzake
dubbeltelling strikte voorwaarden gehanteerd worden, die het veelzijdig duurzame projecten
lastig maken en daardoor innovatie belemmeren;
overwegende dat grondstoffen van geavanceerde biobrandstoffen in theorie een hogere
toepassingswaarde kunnen hebben, maar dat dit in de praktijk niet altijd realiseerbaar
is;
overwegende dat de genoemde voorwaarden verder gaan dan de Richtlijn hernieuwbare
energie en het beleid in andere Europese lidstaten;
overwegende dat de regering mede op advies van de commissie-Corbey de ontwikkeling
van geavanceerde biobrandstoffen wil stimuleren;
verzoekt de regering, de commissie-Corbey op korte termijn advies te vragen over de
interpretatie van artikel 21 van de Richtlijn hernieuwbare energie, het omgaan met
alternatieve toepassingen, cascadering en tabel 5 van de Regeling hernieuwbare energie
vervoer, en het al dan niet volledig dubbel tellen van biobrandstoffen op basis van
afval, residuen, non-food cellulosemateriaal en lignocellulosisch materiaal;
verzoekt de regering voorts, op basis van het advies van de commissie-Corbey de uitvoering
van de Regeling hernieuwbare energie vervoer met terugwerkende kracht te heroverwegen,
en gaat over tot de orde van de dag.