32 769 Herziening van de regels over toegelaten instellingen en instelling van een Financiële Autoriteit woningcorporaties (Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting)

33 819 Invoering van een verhuurderheffing over 2014 en volgende jaren alsmede wijziging van enige wetten met betrekking tot de nadere herziening van de fiscale behandeling van de eigen woning (Wet maatregelen woningmarkt 2014 II)

J1 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN EN RIJKSDIENST

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2015

Tijdens het debat met uw Kamer over de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting op 10 maart jl. heb ik naar aanleiding van een vraag van het lid Van Boxtel (D66) toegezegd een nadere analyse van de financiële positie van de woningcorporaties aan uw Kamer te doen toekomen. Dhr. Van Boxtel vroeg hierbij ondermeer naar de omvang van de solvabiliteitsreserve en de bijdrage van de sociale huursector aan de verdere ontwikkeling van de woningmarkt, zowel voor nieuwbouw als voor onderhoud, en ten aanzien van duurzaamheid. Dhr. Van Boxtel vroeg ook naar de impact van de verhuurderheffing.

In de eerste helft van het komende jaar zal ik een tweetal rapportages uitbrengen die een actueel, sectorbreed antwoord kunnen geven op deze vragen. Het betreft in de eerste plaats de Staat van de Volkshuisvesting. In deze Staat wordt ingegaan op het functioneren van het stelsel en de door mij als stelselverantwoordelijke benoemde prioriteiten, waaronder betaalbaarheid en beschikbaarheid en duurzaamheid. Ik verwacht in april 2016 de Staat van de Volkshuisvesting aan uw Kamer te kunnen toesturen.

Verder heb ik uw Kamer eind 2013 toegezegd om met twee volle jaren ervaring met de verhuurderheffing (2014 en 2015) een fundamentele evaluatie uit te voeren van dit instrument. Ik verwacht deze evaluatie eind mei 2016 aan uw Kamer te kunnen toesturen.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


X Noot
1

De letter J heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 32 769.

Naar boven