32 271 Nieuwe regels met betrekking tot de verdeling van woonruimte en de samenstelling van de woonruimtevoorraad (Huisvestingswet 2014)

Nr. 29 AMENDEMENT VAN HET LID MONASCH TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 281

Ontvangen 11 maart 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

1. De dubbele punt aan het slot van de aanhef vervalt.

2. In onderdeel a vervalt de aanduiding «a.», en wordt de puntkomma aan het slot vervangen door een punt.

3. Onderdeel b vervalt.

2. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 1a. In de huisvestingsverordening kan de gemeenteraad voor zover het een andere gemeente dan die, bedoeld in eerste lid, betreft, bepalen dat bij de verlening van huisvestingsvergunningen voor ten hoogste 50 procent van een of meer daarbij aangewezen categorieën woonruimte, voorrang wordt gegeven aan woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan de woningmarktregio. Voor ten hoogste de helft van dat percentage mag bij de verlening van huisvestingsvergunningen voorrang worden gegeven aan woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan een tot de gemeente behorende kern.

3. In het tweede lid, aanhef, wordt «eerste lid» vervangen door: eerste en 1a-de lid.

II

In artikel 16, tweede lid, wordt «15, eerste lid,» vervangen door: 15, eerste of 1a-de lid,.

III

In artikel 17 wordt «15, eerste lid,» vervangen door: 15, eerste of 1a-de lid,.

IV

In artikel 18, eerste lid, wordt «15, eerste lid,» vervangen door: 15, eerste of 1a-de lid,.

Toelichting

De indiener beoogt met dit amendement te regelen dat minimaal de helft van alle huurwoningen, zowel gereguleerd als ongereguleerd, in een gemeente met schaarste, zonder belemmering toewijsbaar is aan iedereen die zich wenst te vestigen in die gemeente. De gemeentes bepalen binnen de wettelijke kaders zelf de percentages per categorie huurwoningen die ze voorwaardelijk willen toewijzen. Maximaal de helft is toewijsbaar aan regionaal gebondenen waarvan maximaal de helft toewijsbaar is aan lokaal gebondenen. De indiener is van mening dat de gekozen percentages voor gebieden met schaarste voldoende groot zijn om een goed evenwicht te vinden tussen alle belangen die spelen bij woonruimteverdeling. De indiener kiest er daarom voor om de toewijzing aan lokaal gebondenen t.o.v. het oorspronkelijke voorstel te verkleinen naar maximaal 25% maar voor regionaal gebondenen te kiezen voor maximaal 50%. Dit mede omdat de indiener van mening is dat er bij woonruimteverdeling niet alleen lokaal maatwerk moet zijn, maar ook regionaal maatwerk. De indiener laat koopwoningen en bouwkavels buiten beschouwing en sluit hiermee aan bij de derde nota van wijziging. De indiener wijst tevens op de uitzonderingsclausule voor de Waddeneilanden met betrekking tot de toewijzing van koopwoningen en bouwkavels aan lokaal gebondenen.

Monasch


X Noot
1

Vervanging in verband met wijziging van de ondertekening.

Naar boven