30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid

Nr. 299 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 13 maart 2015

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu en de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst hebben op 5 februari 2015 overleg gevoerd met Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu over:

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 7 februari 2014 over duurzaam inkopen (Kamerstuk 30 196, nr. 232);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 9 september 2014 bij de aanbieding van de NEa-rapportage hernieuwbare energie 2013 en de jaarverplichting hernieuwbare energie vervoer 2016 (Kamerstuk 32 813, nr. 93);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 24 juni 2014 over de voortgang inzake twee toezeggingen over duurzaam geproduceerd hout (Kamerstuk 30 196, nr. 250);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 26 november 2014 over de stand van zaken rond duurzaam hout (Kamerstuk 30 196, nr. 259);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 23 december 2014 over de plenaire stemming in het Europees parlement over artikel 7a van de Richtlijn Brandstofkwaliteit (Kamerstuk 32 357, nr. 38);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 26 november 2014 over de uitvoeringsrichtlijn voor artikel 7a van de Richtlijn Brandstofkwaliteit (Kamerstuk 32 357, nr. 37);

  • de brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu d.d. 18 december 2014 met een reactie op de motie van het lid Ouwehand c.s. inzake duurzame ontwikkeling in het Nederlandse onderwijssysteem (Kamerstuk 34 000-XII, nr. 46) (Kamerstuk 20 487, nr. 48);

  • de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken d.d. 2 februari 2015 met een reactie op het verzoek van de commissie om nader in te gaan op het bericht inzake de import van fout hout in de Europese Unie (Kamerstuk 30 196, nr. 294).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, Van Dekken

De voorzitter van de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst, Geurts

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, Sneep

Voorzitter: Van Dekken

Griffier: Van Dijk

Aanwezig zijn zeven leden der Kamer, te weten: Cegerek, Van Dekken, Remco Dijkstra, Dik-Faber, Agnes Mulder, Van Tongeren en Van Veldhoven,

en Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu, die vergezeld is van enkele ambtenaren van haar ministerie.

Aanvang 15.00 uur.

De voorzitter: Ik heet de woordvoerders, de ambtelijke staf en het publiek van harte welkom. Mevrouw Ouwehand heeft andere verplichtingen en kan dus niet deelnemen aan dit debat. Ik stel een spreektijd van ongeveer vier minuten met een tweetal interrupties voor.

Mevrouw Cegerek (PvdA): Voorzitter. Ik begin met het onderwerp «duurzaam inkopen». Vanochtend las ik op de website van MKB-Nederland dat overheden te weinig aan duurzaam inkopen doen. Voor de Partij van de Arbeid is dit een belangrijk signaal. De Kamer heeft onlangs een brief ontvangen van verschillende organisaties. De PvdA is het met deze organisaties eens dat duurzaam inkopen een belangrijk strategisch element is om bij te dragen aan onder andere groene groei. Uit onderzoek blijkt dat door middel van duurzaam inkoopbeleid positieve stappen zijn gezet en resultaten zijn geboekt. Dit beleid dreigt echter in te zakken en daarom is het nu tijd om flink aan de slag te gaan. Sterker nog, we moeten hogere ambities hebben en flinke stappen zetten voor een professioneel, duurzaam inkoopbeleid.

De Staatssecretaris schrijft in haar brief dat het professioneler kan, maar wij willen niet alleen een professioneel duurzaam inkoopbeleid maar ook een effectief duurzaam inkoopbeleid. Ik heb een aantal vragen hierover. Is de Staatssecretaris het met ons eens dat er dit jaar al een nieuw programma moet komen voor een professioneel inkoopbeleid met als doel 2020? Daarbij moet er een goede samenwerking zijn tussen overheden, de markt en maatschappelijke organisaties. Mijn volgende vraag gaat over de kritiek van zes organisaties uit het bedrijfsleven dat sinds 2012 een steeds grotere groep overheden een steeds lagere prioriteit geeft aan duurzaam inkopen. Dat vindt de PvdA een zorgwekkend signaal. De overheid moet het goede voorbeeld geven en dat geldt niet alleen voor het Rijk, maar ook voor gemeenten en provincies. Vanochtend stond in Het Financieele Dagblad een voorbeeld van een taxibedrijf dat met elektrische wagens rijdt, maar op de een of andere manier toch geen deal kan sluiten met de gemeente Amsterdam. Het bedrijf maakt zich daar zorgen over. In het artikel staat: «De flessenhals in de overgang van theorie naar praktijk zit volgens Zandvliet bij de afdeling inkoop van de gemeente.» Wij hebben het over de professionalisering van inkopers, maar het is toch jammer dat zij dit soort ondernemers geen kans geven.

Duurzaamheid is een breed begrip. Naast economische ontwikkelingen gaat het ook om innovatieve en sociale ontwikkelingen. Ik hoor graag de mening van de Staatssecretaris over een duurzaam en circulair inkoopbeleid. Van veel ondernemers hoor ik dat dit laatste ook een wenselijk aspect is. Wil de Staatssecretaris samen met haar collega's naar de mogelijkheden kijken om in het duurzame inkoopbeleid ook de kansen voor circulaire economie te benutten?

Nederland duurzamer maken en de koplopers belonen, is een enorme kans. De brief van de regering straalt uit dat het allemaal wel goed loopt, maar de bedrijven denken daar anders over. De Partij van de Arbeid ziet graag dat dit signaal serieus opgepakt wordt en daarom vraag ik de Staatssecretaris om deze partijen te voorzien van een goed onderbouwde reactie in samenwerking met de Minister voor Wonen en Rijksdienst. Ik hoor graag de reactie van de Staatssecretaris hierop.

Verder doe ik een suggestie. De Partij van de Arbeid zou graag zien dat het Ministerie van I en M jaarlijks een prijs uitreikt aan een gemeente of een provincie met een succesvol en effectief duurzaam inkoopbeleid. Dit zou ook een stimulans kunnen zijn voor decentrale overheden om te werken aan een goed duurzaam inkoopbeleid. Het past ook bij hetgeen de Staatssecretaris in haar brief van 7 februari 2014 suggereert, namelijk een werkwijze waarbij sprake is van professionalisering van de inkopers als leertraject. Door middel van een dergelijke nominatie kunnen alle lagen van de overheid leren van de best practices.

Tot slot heb ik een aantal opmerkingen over duurzaam hout. Een jaar geleden hebben wij een uitvoerige discussie gevoerd over duurzaam hout, meer specifiek over het Malaysian Timber Certification Schema (MTCS), het hout uit Maleisië. Hoeveel minuten heb ik nog, voorzitter?

De voorzitter: Mevrouw Cegerek, mocht u een prijs willen uitreiken voor degene die zich houdt aan de spreektijd, kunnen wij dat bij dezen afspreken. U bent door uw spreektijd heen, maar ik geef u de mogelijkheid om af te ronden.

Mevrouw Cegerek (PvdA): Oké, ik rond af. Inzake duurzaam hout is dit jaar een delegatie naar Maleisië gegaan. Wat was het doel daarvan? Welke waarnemingen heeft de delegatie gedaan? Verder maak ik uit de brief van de Staatssecretaris op dat er stappen zijn gezet. Dat is hoopvol. Wij wachten nu rustig af of MTCS volgend jaar ook echt volledig aan de criteria voldoet, zoals afgesproken.

De voorzitter: Ik heet ook mevrouw Mulder van het CDA welkom. Ik herhaal de afspraak van een spreektijd van vier minuten en een tweetal interrupties in eerste termijn. U ziet dat daarmee gerommeld wordt. Ik zal de spreektijd her en der flexibel handhaven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Voorzitter. Ik verheug mij op uw flexibiliteit, want ik heb een heel aantal vragen aan de Staatssecretaris.

Allereerst ga ik in op het duurzaam inkopen en aanbesteden. Het gaat over 60 miljard. Dat is een gigantische hoeveelheid geld en daar kunnen wij dus heel veel mee doen: launching customer, een impuls aan het bedrijfsleven om duurzaam te produceren, innovatie, groene groei en experimenteren met duurzame oplossingen. Met 60 miljard kun je echt een heleboel doen en marktpartijen willen daar ook mee aan de slag, maar zij lopen tegen struikelblokken aan. Er is gewoon te weinig kennis en ervaring, met name bij lagere overheden, om op een goede manier in te kopen, dus zij grijpen terug op de manier waarop ze het altijd deden. Daar hadden ze natuurlijk redenen voor, maar als wij die 60 miljard willen inzetten voor innovatie, groene groei en kansen voor het mkb voor nieuwe duurzame oplossingen, moeten wij dat toch zien te doorbreken. Dan moeten wij niet gaan sturen op afvinklijsten en minimumcriteria, want op die manier blijft het een papieren exercitie. Het gaat erom dat dit echt tussen de oren van de inkopers komt te zitten. Zo voorkomen wij dat wij kansen missen, zoals het inkopen van groene stroom die dan toch grijs blijkt te zijn omdat het om watercertificaten gaat, het niet meerekenen van de CO2-uitstoot bij het busvervoer terwijl dit wel een enorme maatschappelijke waarde heeft, het afbreken van infrastructuur zonder dat wij het materieel hergebruiken of het nog steeds kopen van lampen terwijl wij eigenlijk alleen maar licht nodig hebben. Dit zijn allemaal zaken die beter kunnen. Iedere gemeente, iedere laag, is nu bezig om het wiel zelf uit te vinden. Daar zit een onderdeel van de oplossing. Uit de brief die wij allemaal hebben gekregen, blijkt dat het echt noodzakelijk is om krachten te bundelen. Ik vraag de Staatssecretaris dus niet om af te schakelen in de zin van: 100%, wij hebben het op papier allemaal bereikt, dus wij hoeven niet meer te monitoren want het gaat nu allemaal vanzelf goed. Ik vraag de Staatssecretaris juist om op te schakelen: maak met bedrijven, met de lagere overheden, een programma en bekijk hoe die ervaringen gedeeld kunnen worden.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik hoor mevrouw Van Veldhoven spreken over een professionaliseringsslag, maar heeft zij geen vertrouwen in de Nederlandse inkopers? Volgens mij zijn die behoorlijk professioneel bezig met de criteria en alle dingen die noodzakelijk zijn, zoals de total cost of ownership en dergelijke. Ik kan niet aannemen dat dit nieuwe dingen zijn voor de Nederlandse inkoper.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): In de praktijk blijkt dat nog heel veel inkopers hiermee worstelen. Het gaat juist om de ondersteuning van de professionals bij hun dagelijkse bezigheden. Het lijkt mij een heel goed idee om hen van elkaars best practices te laten leren. Zo kreeg ik een heel interessant aanbod van NS. NS is samen met Eneco en MVO Nederland bezig om een masterclass voor het inkopen van groene stroom op te zetten. Dat lijkt mij nu zo'n prachtig building block dat je in zo'n programma zou kunnen inbrengen. Het is heel gericht en specifiek: denkt u hier ook aan, dit is onze ervaring, waar kunt u op letten? Dan zien de inkopers ook met welke risico's ze rekening moeten houden. We kunnen daar met elkaar van leren en zo bereiken wij meer.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Kennis delen is natuurlijk goed, maar welke rol ziet mevrouw Van Veldhoven daarin voor de rijksoverheid? Wij hebben natuurlijk ook gemeenten en provincies die aanbesteden. Willen wij daar op ingrijpen? Welke rol moet de rijksoverheid hierin spelen of kunnen de bedrijven en brancheorganisaties dat zelf, zoals mevrouw Van Veldhoven in haar voorbeeld aangaf?

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Als je graag wilt dat partijen hun kennis delen, is het wel handig als iemand dat organiseert. Dat is de belangrijkste rol die ik voor de Staatssecretaris en het Rijk zie. Organiseer dat de partijen bij elkaar komen, want het is best wel veel voor een individueel bedrijf om die taak voor heel Nederland en voor al die inkopers op zich te nemen. Het is ook een grote vraag om bij een individuele gemeente of provincie neer te leggen. Het is dus bij uitstek iets voor de Staatssecretaris die dit hoog in haar vaandel heeft heeft geschreven, om mét die partijen en niet vóór die partijen tot zo'n programma te komen. Ze kan zorgen voor een stukje coördinatie daarvan. Dan kunnen wij ook bekijken waar de minimumcriteria eigenlijk helemaal niet meer kloppen en waar men in de praktijk tegenaan loopt. Ook kunnen wij de regelgeving veel sneller aanpassen als die deze professionals hindert. Ik denk dat wij met elkaar op die manier het beste ervan kunnen maken. Ik hoop dat de Staatssecretaris een heel heldere toezegging op dit punt doet. Ik ben ook bereid om hier een motie aan te wijden, maar ik denk dat de Staatssecretaris geen motie nodig heeft, gezien haar betrokkenheid bij dit dossier. Ik hoor dat graag zo meteen van haar. Met dank aan de heer Dijkstra heb ik mijn stukje over duurzame aanbestedingen meteen afgerond.

Ik ga over op duurzaam hout. Duurzaam inkopen moet echt duurzaam zijn. Dat betekent dus niet fout hout als «goed» bestempelen als dat even zo uitkomt. Daarom hadden wij vorige jaren een heel lange en ingewikkelde discussie over Maleisisch hout. De Staatssecretaris heeft uiteindelijk, gesteund door de VVD en de Partij van de Arbeid, besloten dat een onsje minder voor de komende twee jaar ook goed is. Ik vond het daarom heel verrassend om in de Staatscourant te lezen dat je voor duurzaam inkopen überhaupt nog maar aan zeven van de negen criteria hoeft te voldoen. Waarom is dat aangepast? Waarom is dat niet tussentijds met de Kamer besproken? Er zit een element in waardoor de regeling nu strijdig is met een Europese verordening die rechtstreeks werkend is. Hout moet namelijk wel legaal gekapt zijn en een van de negen inkoopcriteria gaat daarover. Als je die nu volgens de huidige regeling, zoals gepubliceerd in de Staatscourant, buiten de werking mag laten – je mag immers zelf kiezen welke van de negen criteria je neemt – handel je gewoon rechtstreeks strijdig met een Europese verordening. Dat mag niet, dus ik ga ervan uit dat de Staatssecretaris dat snel gaat repareren en dat wij er gewoon aan vasthouden dat die negen criteria inderdaad dé criteria zijn. We hebben die immers niet voor niets vastgesteld.

Nu kom ik op zwerfafval. Dat blijft een groot probleem en wij spreken er hier ook met enige regelmaat over. Er is 20 miljoen beschikbaar in het Afvalfonds voor het opruimen daarvan. Het zou heel mooi zijn als scholen en sportverenigingen de kleine plastic flesjes in zouden zamelen en op die manier zouden bijdragen aan het voorkomen van zwerfafval. Daar zouden ze dan een vergoeding voor moeten krijgen en daarmee zouden ze de nieuwe doelpalen of een extra dagje naar de Efteling kunnen betalen. Kan de Staatssecretaris verzekeren dat dit kan? En als dat mogelijk is, kan zij er dan met de gemeenten voor zorgen dat die mogelijkheid breed bekend is?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): De vorige Staatssecretaris, Joop Atsma, was echt een fan van sportverenigingen en hij was ook actief bezig met dit thema. Volgens mij heb ik deze vraag aan de Staatssecretaris gesteld bij de begrotingsbehandeling en zou de Staatssecretaris in gesprek gaan met de VNG over dit onderwerp. Net zoals de woordvoerder van de fractie van D66 hoor ik graag de uitkomsten daarvan. Wie weet kunnen de sportverenigingen daar inderdaad het een en ander van betalen. Het is mooi dat D66 dit verder wil oppakken met het CDA. Als het nodig is, kunnen wij eventueel samen een motie daarover indienen.

De voorzitter: Mevrouw Mulder, ik hoor geen vraag.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Ik wil wel even reageren op de interruptie van mevrouw Mulder. CDA en D66 hebben al eens eerder een motie over dit onderwerp ingediend en die is toen helaas niet gesteund door de Partij van de Arbeid en de VVD om een aantal andere redenen. Dit punt zat ook in die motie en D66 en CDA krijgen hier samen graag een reactie op van de Staatssecretaris. Het was mij bekend dat wij op dit punt goed samenwerken.

De voorzitter: U hebt nog een halve minuut.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Dat lukt wel hoor. Het laatste punt dat ik aan de orde wil stellen is asbest in scholen en ziekenhuizen. In dat soort gebouwen verblijven kwetsbare mensen. Kinderen zijn elke dag in school. Ook leraren en ander personeel zijn dagelijks in het schoolgebouw werkzaam. Dat wil vooral zeggen dat de kennis op orde moet zijn. Asbest is niet per definitie, in elke omstandigheid en op elk moment gevaarlijk, maar je moet wel weten waar het zit en hoe het vastzit om te kunnen beoordelen of het gevaarlijk is. Ik vind het daarom heel zorgwekkend dat de asbestinventarisatie in dat soort gebouwen nog steeds niet overal op orde is. Gelukkig gaat het op heel veel plaatsen goed. Uit een evaluatie van het noorden bleek echter dat een heel aantal ziekenhuizen de inventarisatie niet op orde had. Ik wil de Staatssecretaris vragen om een deadline te stellen, in ieder geval voor het op orde hebben van de inventarisatie. Weet waar het zit, want dan kun je ook plannen maken in de trant van: moet het eruit en zo ja, wanneer halen wij het dan eruit?

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Voorzitter. Ik wil het vandaag graag hebben over duurzaam inkopen en transparantie bij biobrandstoffen. Hoe zal de Staatssecretaris de brief van de verschillende organisaties zoals VNO, MKB-Nederland en MVO Nederland ter harte nemen? Het CDA wil dat graag weten. Er is best wel kritiek op de werking van duurzaam inkopen. Eigenlijk zeggen die organisaties met zoveel woorden: het beleid faalt, we kachelen terug in plaats van vooruit te gaan.

Het CDA is ervan overtuigd dat de vele inkopers bij het Rijk iedere dag weer echt hun best doen, ook om duurzaamheid een rol te geven bij het inkoopbeleid. Wij zien dat bijvoorbeeld ook bij lokale overheden. Bij de aanbesteding van de kantoorinrichting van het provinciehuis van Noord-Holland is duurzaamheid goed meegewogen, zonder dat budgetten zijn overschreden. Het kan dus best, ook al bestaat bij duurzaamheid altijd het beeld: duurzaam is duur.

Bij de beleidsdoorlichting kwam naar voren dat duurzaam inkopen in het verleden eigenlijk een van de meest doeltreffende onderdelen was van het duurzaamheidsbeleid. Nu zien wij dat de aandacht voor het duurzaam inkopen langzamerhand op de een of andere manier lijkt te verslappen. Hoe krijgen wij dat nu weer goed voor mekaar? Als je zou vaststellen dat het alleen nog maar op papier werkt, bereik je de doelen niet. De Staatssecretaris wil haar doel volgens mij wel altijd heel graag halen samen met haar mensen. Hoe kunnen wij dat dus gaan verbeteren? Nu gaat het namelijk niet goed.

Wij hebben vorig jaar een debat over groene groei gehad met de Minister van EZ. De Staatssecretaris was daar volgens mij ook bij. Ik heb Minister Kamp toen gevraagd om per ministerie een overzicht te maken van wat er allemaal duurzaam wordt ingekocht. Destijds heb ik daar ook innovatie bij genoemd. Ik heb deze lijst tot op heden nog nergens kunnen inzien. Ik weet dat Minister Kamp toen heeft toegezegd dat Minister Blok daarmee aan de slag zou gaan. Minister Blok is hier vandaag niet en dus vraag ik het aan de Staatssecretaris, want zij is verantwoordelijk voor duurzaamheid en ook voor inkoop, in ieder geval op haar eigen departement, kan ik mij zo voorstellen. Kan zij misschien alsnog de Minister voor Wonen en Rijksdienst vragen om zo spoedig mogelijk met dat overzicht te komen? Ik kan mij voorstellen dat zij nu niet meteen kan antwoorden, maar wij kunnen eventueel een VAO aanvragen. Dan kan er in de tussentijd misschien een brief komen en krijgen wij het antwoord zo wel. Het zou heel mooi zijn als die brief morgen op ons bureau ligt, want dan kunnen wij er samen eens goed naar kijken. Wij zouden dat overzicht in ieder geval erg graag krijgen. Dit geldt niet alleen voor ministeries, maar ook voor alle andere overheden. Mijn collega van D66 zei dit ook al. Wij vinden het net als D66 erg van belang dat onze Staatssecretaris samen met de andere overheden een actief programma gaat opzetten om duurzaam inkopen helemaal van de grond te krijgen. Dat moet lukken. Het moet een doorlopend programma zijn. Wij moeten samen met het maatschappelijk middenveld, dus met alle partijen die kritiek, suggesties en aanbevelingen hebben om het beter voor elkaar krijgen, een professionaliseringslag maken. Ik ben het inderdaad met de VVD eens dat je dit niet alleen vanuit de overheid kunt doen. Bedrijven hebben daar ook kennis en kunde voor en die zijn daar creatief in. Laten wij dus bekijken hoe wij dat op een goede manier kunnen vormgeven.

Ik vrees dat ik nog maar weinig tijd overheb voor het thema «biobrandstof».

De voorzitter: U hebt nog een minuut.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Wij danken de Staatssecretaris voor de rapportage over de biobrandstoffen in 2013. Het is positief dat deze rapportage er is en dat zij ook meer inzicht geeft in wat er in Nederland wordt bijgemengd. Een onderdeel is het gebruikte frituurvet. Eerder heeft de Staatssecretaris haar zorgen daarover geuit. Hoe gaat het met de fraude op dat vlak? Misschien kan de Staatssecretaris hierop ingaan. Hoe wordt dit gecontroleerd? Komt dat frituurvet alleen uit Nederland? Hoe gaat dat verder?

Ten slotte heb ik een vraag over het rapport van Ecorys dat aan de Kamer zal worden gestuurd naar aanleiding van de motie van collega Jan Vos. Dit rapport brengt de juridische en economische obstakels in kaart voor het creëren van volledige transparantie van de brandstoffenmix. Wanneer kunnen wij dit onderzoek verwachten?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Voorzitter. Ik heb twee onderwerpen: het houtkeurmerk en duurzaam inkopen. Ik start met het hout. Ik heb de Staatssecretaris schriftelijke vragen gesteld over het verlopen van het FSC-keurmerk en over mogelijke belangenverstrengeling. Ik zag dat de antwoorden vanmiddag zijn binnengekomen, waarvoor dank. Ik heb ze deels gelezen, maar nog niet helemaal. Ik kom hier dus op een ander tijdstip op terug. Wat mij echter zorgen baart, is dat de directeur van Greenpeace aan tafel zit bij het bestuur van het FSC-keurmerk. Greenpeace zit tegelijkertijd aan tafel bij het energieakkoord en praat dus ook volop mee over duurzaamheidscriteria voor biomassa, waarbij inderdaad weer het FSC-keurmerk gepropageerd wordt. Ik vind dat heel erg vergelijkbaar met: «Wij van WC-EEND adviseren WC-EEND». De VVD wil dat Nederland alle internationaal erkende houtkeurmerken op gelijke voet behandelt, waar ook ter wereld. Het moet niet zo zijn dat Nederland daar nog eens eigen eisen bovenop zet. Het heeft er alle schijn van dat dit hier niet het geval is.

De voorzitter: Ik onderbreek u even, want mevrouw Van Tongeren heeft volgens mij een vraag over de opmerkingen over Greenpeace.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Dat heeft de voorzitter goed aangevoeld. Als de Minister overleg voert met VNO-NCW en die organisatie iets zegt wat de positie van het bedrijfsleven betreft, is dat dan ook vergelijkbaar met WC-eend of geldt dit voornamelijk voor organisaties die een mening hebben waar de VVD het niet mee eens is?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Greenpeace zit in het bestuur van FSC. Tegelijkertijd zit Greenpeace aan tafel bij het energiekeurmerk en bepaalt Greenpeace de duurzaamheidscriteria. Greenpeace adviseert dus het FSC-keurmerk, en de vertegenwoordigers van de andere keurmerken zitten niet aan tafel. Ik vind dat geen logische situatie. Dit riekt niet fris. Ik wil dat wij alle keurmerken gelijkwaardig behandelen en volgens mij is dat hier niet het geval.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Dat was wel een antwoord, maar niet op mijn vraag. Ik zei dat dit ook in het bedrijfsleven gebeurt. Ik kan een waslijst opsommen van organisaties waar VNO-NCW in de adviesraad zit, wat van belang is voor het bedrijfsleven. Als het aan de ene kant niet kan, moet het aan de andere kant ook niet kunnen. Je kunt zeggen dat Greenpeace een generieke milieuorganisatie is die heel breed kan adviseren en het belang van het milieu in zo'n advies op de agenda zet. Je kunt echter ook zeggen: dit mag nooit en nergens. Dan verwacht ik de VVD aan mijn zijde als ik zeg dat VNO-NCW uit een heleboel overleggen geschrapt moet worden.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik vind transparantie een groot goed. Als dit soort zaken aan het licht komt en partijen dus een dubbele pet dragen en andere belangen hebben, wil ik graag van de Staatssecretaris weten hoe dit zit en hoe wij daar eventueel een einde aan kunnen maken, want ik vind dit een ongezonde situatie.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Ik hoorde de heer Dijkstra daarnet zeggen dat alle partijen gelijk behandeld moeten worden, maar op het terrein van Maleisisch hout heeft de VVD de Staatssecretaris toch net gesteund om een uitzonderingssituatie te maken voor een bepaald keurmerk?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Het is ook mevrouw Van Veldhoven niet onbekend dat ik een gelijk speelveld wil. In Maleisië zijn er volgens mij grote stappen gezet. Als er internationale keurmerken zijn, vind ik niet dat Nederland daar nog eens eigen normen en waarden bovenop moet doen. Dat vind ik geen goede situatie, want ik streef naar een gelijk speelveld. Maleisisch hout is goedgekeurd in België, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Alleen Nederland maakt dus nog steeds een soort voorbehoud, een politieke uitzondering, voor dit soort keurmerken en dat vind ik niet goed. Daar wil ik zo snel mogelijk vanaf.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): De heer Dijkstra draait het nu wel een beetje om. In Nederland hebben wij een commissie ingesteld die de duurzaamheidscriteria moet vaststellen. Wij leggen alle keurmerken langs de lat van die duurzaamheidscriteria. Nu is er één keurmerk dat daar niet aan voldoet, maar in andere landen wel geaccepteerd wordt. Voor dat keurmerk wil de heer Dijkstra nu een uitzondering maken op de regels die wij in Nederland met elkaar hebben gesteld. Ik hoor de VVD regelmatig zeggen dat die regels van tafel moeten, maar dat heb ik de heer Dijkstra nu niet horen zeggen. Dat zou hij dan moeten zeggen of hij zou moeten accepteren dat hij hier een uitzondering maakt en dat hij daarmee dus zelf het level playing field verstoort. De heer Dijkstra zou het level playing field misschien op een andere niveau hebben willen leggen, maar hij maakt nu een uitzondering op de regels die Nederland zelf heeft opgesteld.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik heb vragen gesteld over een artikel in Cobouw, het vakblad voor de bouw. Daarin wordt onder de aandacht gebracht dat zelfs het FSC-keurmerk niet voldoet aan de eigen criteria. Wat mij betreft is er dus iets mis met de keurmerken. Het is niet in orde dat wij daar op eigen houtje nog eens naar gaan kijken. Mij ontgaat het nut van een eigen Nederlandse advies- en toetsingscommissie voor duurzaam hout, genaamd TPAC. Waarom schaffen wij die commissie morgen niet gewoon af? Want door alle keurmerken zien wij de bomen niet meer, maar alleen de bobo's die daarmee bezig zijn. Er zijn internationale standaarden ontwikkeld voor houtkeurmerken en het lijkt mij veel beter om daar gewoon op aan te sluiten, net zoals de andere EU-lidstaten. Op welke termijn is dit geregeld? Het is immers goed voor een gelijk speelveld, het levert een besparing op voor de rijksoverheid, het bevordert concurrentie en het zorgt er ook voor dat er een einde komt aan een eigenlijk politiek geladen discussie over de keurmerken. Kan de Staatssecretaris een grondige beleidsevaluatie van TPAC en TPAS doen, zoals aangekondigd in de Kamerbrief die zij op 2 oktober 2013 stuurde? Kunnen wij die beleidsevaluatie voor de zomer afronden en behandelen in de Tweede Kamer?

Dan het duurzaam inkopen. Duurzaam inkopen gaat om slimme verbindingen tussen economische belangen en ons milieu en niet om het duurder maken van onze spullen, zoals elektriciteit of bureaustoelen. De coördinerende rol van de Minister voor Wonen en Rijksdienst zou zich vooral moeten richten op de kosteneffectiviteit en het voorkomen van een stapeling van eisen. Duurzaam inkoopbeleid vindt de VVD prima, zolang dat beleid niet doorslaat. Het is altijd goed als bedrijven initiatieven nemen om door middel van innovatie tot minder gebruik van grondstoffen, water of energie te komen, want dat leidt tot een lagere kostprijs en daarmee concurrentievoordeel. Ik wil hier vermelden dat iedere serieuze ondernemer dat allang doet. Extra regels zijn daar niet voor nodig. Natuurlijk kan de overheid ook als launching customer optreden om zo innovatie op gang te helpen, maar duurzaam hoeft beslist niet duurder te zijn. Dat is de VVD-manier: een economische en duurzame win-winsituatie.

Twee van de vijf acties uit de brief van VNO en De Groene Zaak onderschrijf ik. De focus op total cost of ownership vind ik dit heel erg duidelijk, maar die kan natuurlijk nog wat duidelijker. Verder moeten de afvinklijstjes verdwijnen, zodat de bureaucratie kan verminderen. Bij de overige drie aanbevelingen zie ik geen rol voor de overheid. Ik wil ervoor waken dat duurzaamheidsdogmatici een loopje met ons nemen door allerlei extra criteria, certificaten en keurmerken op te tuigen die eigenlijk alleen maar zullen leiden tot meer administratieve en financiële lasten. Ik wil niet dat het inkoopbeleid hobbymatig wordt. Ik wil zakelijk en rationeel kijken naar onze doelen en uitgangspunten. De middelen laat ik als liberaal aan de marktpartijen die vaak de beste oplossingen en expertise hebben om daar iets van te maken.

Duurzaamheid is wat mij betreft dus gebaseerd op de lange termijn, op een basis tussen kosten en baten, prijs en kwaliteit. Vergeet niet dat het hier gaat om de besteding van belastinggeld. De VVD wil dus meer ruimte voor innovatie, meer flexibiliteit bij aanbestedingen en minder afvinklijstjes. De VVD wil af van de bureaucratie. Duurzaamheid hoeft niet duurder te zijn. Het is een kans op een concurrentievoordeel in de productie. Laat duurzaamheid alstublieft niet kapen, want dat is gewoon zonde. Het is iets waar iedere verantwoordelijke, serieuze ondernemer iedere dag aan werkt, want de overheid en de consumenten willen verantwoorde producten kopen. Ondernemers zien kans om via innovatie het milieu, duurzaamheid, economische groei, welvaart en welzijn met elkaar te verbinden. Die mensen kunnen op de steun van de VVD rekenen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ik hoor de VVD zeggen dat er niet gehobbyd moet worden. Vindt de VVD dan dat dit kabinet aan het hobbyen is of is dit tegen een denkbeeldig iets gezegd? Vindt de VVD dat het beleid van nu goed is of moet het een onsje minder?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik geloof dat iemand zei dat er voor 60 miljard wordt ingekocht. Volgens mij bleek dat 90% of 95% op een goede manier ging. Er wordt dus zeker niet gehobbyd. Ik heb vertrouwen in al die inkopers. Ik heb ook vertrouwen in de wijze waarop dat gebeurt. De rijksoverheid neemt haar eigen verantwoordelijkheid, maar laten wij alstublieft niet op de stoel van de gemeente of de provincie gaan zitten, want die overheden kunnen dat heel goed zelf. Wij spelen een belangrijke rol hierin, maar duurzaamheid hoeft niet duurder te zijn. Als het daarnaar neigt en er allerlei sociale, ethische en morele aspecten worden toegevoegd, wordt het vooral vaag en onbetekenend en dat wil ik niet. Ik wil het op een rationele manier bekijken en dat is goed, want het gaat om belastinggeld.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ik werd hierdoor getriggerd, omdat ik dacht dat de heer Dijkstra zei dat dingen hier echt heel erg misgingen en dat de VVD daartegen ageerde. Ik hoor nu dat dat helemaal niet zo is. Dan is het goed dat wij weten hoe de VVD erover denkt.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): De VVD beroept zich er altijd op dat zij niet de partij is van de emoties en de losse uitspraken, maar van het realisme en de cijfers. Ik hoor mijn collega van de VVD hier zeggen dat ondernemers het zelf wel doen. Hoe verklaart de VVD dan dat Nederland weer enorm gezakt is op de Sustainable Society Index. Nederland stond vorig jaar nog op de 26ste plek en is nu gezakt naar de 61ste plek. Ik noem slechts één index, maar ik kan er wel zes noemen. Als je dit ziet, kun je toch niet met droge ogen blijven volhouden dat ondernemers in Nederland het zelf wel voor elkaar krijgen? Dan moet de overheid daar toch op aansturen?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik wil eerst reageren op de mededeling van mevrouw Mulder. Is er iets mis met het inkoopbeleid van de overheid? Ik denk het niet. Ik denk dat dat goed is en dat de regels en kaders die wij daarvoor hebben, werken. Iedere serieuze ondernemer is daarmee bezig en iedere serieuze overheidsinkoper ook. Kan het beter? Jazeker, want we kunnen meer flexibiliteit inbouwen en we moeten af van al die afvinklijstjes. Wij moeten uitkijken met keurmerken, want daar kun je niet blind op varen. Een keurmerk zegt immers niet alles. Kan het dus beter? Ja, absoluut en laten wij bekijken hoe wij dat voor elkaar krijgen. Maar ik ben niet bereid om 20% meer te betalen omdat een product het labeltje «duurzaamheid» heeft. Ik kijk liever naar de total cost of ownership en dat soort factoren in plaats van iets te baseren op «het voelt zo goed».

Mevrouw Van Tongeren vroeg waarom wij kelderen op al die lijstjes. Ik weet niet wie in het bestuur van al die lijstjes zit, maar misschien zitten daar wel mensen van Greenpeace in.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Dat is ontzettend flauw, kinderachtig en de VVD eigenlijk niet waardig. De VVD zegt dat ze met ratio en gebaseerd op feiten regeert. Ik stel een heel feitelijke vraag en dan krijg ik een kinderachtig antwoord. Kan mijn collega het nog een keer proberen? Hoe rijmt de VVD de uitspraak dat ondernemers zelf wel vergroenen, omdat dit in hun belang is, met het feit dat Nederland op bijvoorbeeld de Sustainable Society Index enorm keldert? Ik ben helemaal bereid om onder het genot van een kop koffie, duurzaam of niet, nog een keer met de heer Dijkstra de manier waarop die index in elkaar zit, langs te lopen. Dan zal hij zien dat er geheel objectieve criteria worden gehanteerd die door wetenschappers prima te toetsen zijn.

De voorzitter: Ik geef mevrouw Van Veldhoven het woord, omdat er sprake is van uitlokking.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Voorzitter, u hebt een vooruitziende blik.

Ik probeer het betoog van de heer Dijkstra samen te vatten. Deelt hij nou wat de Partij van de Arbeid, D66 en het CDA hebben gezegd, namelijk dat het belangrijk is dat de Staatssecretaris de regie pakt en dat wij ervoor zorgen dat de kennis beter gaat stromen? Al die bedrijven vragen ons daarom, zodat zij de kans op kostenvoordelen met elkaar kunnen pakken. Wil de heer Dijkstra ook graag een plan van de Staatssecretaris zien over de manier waarop ze dit met de lagere overheden en bedrijven gaat doen? Ja of nee?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Nee.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Wat jammer nou.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik zal uitleggen waarom. Volgens mij gaat 90% tot 95% van het inkopen gewoon goed. Ik heb geen behoefte aan een nieuw plan en een meer uitdijende overheid die gaat bepalen wat goed is en wat niet. Ik denk dat de briefschrijvers, bijvoorbeeld De Groene Zaak, MKB-Nederland, MVO Nederland en VNO-NCW, heel goed in staat zijn om die kennis zelf te bundelen. Zij kunnen zelf een website oprichten om dat soort ervaringen te delen. Ik zie hier echt geen rol weggelegd voor de rijksoverheid. Het probleem is juist dat de rijksoverheid vaak dermate starre criteria hanteert dat innovatie wordt belemmerd. Ik vind dat wij een doel moeten uitschrijven, want we willen iets bereiken. Laat de ondernemers dan bepalen wat het meest innovatief is. Wij moeten niet lijstjes afvinken, geen extra bureaucratie optuigen of keurmerken instellen die slecht of onvoldoende voldoen. Ik wil dat niet. Ik ben voor een kleinere overheid die daar flexibel in is. Ik wil geen overheid die alles van boven oplegt.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Mijnheer Dijkstra, u kunt niet de kool en de geit sparen. U zegt: wij willen inderdaad meer duurzaamheid, wij willen gebruikmaken van de kostenvoordelen die dat biedt en wij willen graag de bedrijven die om onze hulp vragen, helpen. Die bedrijven vragen in hun brief om hier een programma voor te maken, zodat zij een kader hebben waarin zij kennis met elkaar kunnen delen, starre criteria aan de orde kunnen stellen en snel maatregelen kunnen nemen. Dat vraag het bedrijfsleven van ons.

De voorzitter: En uw vraag is?

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Denkt de heer Dijkstra dat hij het beter weet dan al die partijen die de brief hebben ondertekend? Want hij zegt: nee, dat hebben jullie helemaal verkeerd begrepen, dat hebben jullie helemaal niet nodig. Zegt hij eigenlijk dat hij het beter weet dan de partijen die de overheid vragen om hun te helpen om er een succes van te maken?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik vind het legitiem dat organisaties, bedrijven en branches aandacht vragen voor een bepaald onderwerp en dat ze dat ook onderbouwen. Bij de brief zit een bijlage met voorbeelden. Als je die goed leest, vraag je je af: hier hebben wij iets aanbesteed, maar is dat achteraf gezien de meest effectieve manier geweest, had dat niet beter gekund en had je daar inderdaad kennis kunnen delen? Ik zie echter geen rol voor de overheid weggelegd. De enige rol voor de rijksoverheid is dat zij zich richt op kosteneffectiviteit en het voorkomen van een stapeling van allerlei eisen. Daarvoor hebben wij volgens mij een coördinerend Minister. Als wij allerlei zaken gaan toevoegen aan het inkoopbeleid, vraag je je af: waarom koop je in? Je koopt in omdat je iets nodig hebt. Dat wil je inderdaad duurzaam doen, maar ben je ook bereid om daar 20% meer voor te betalen? Volgens mij is dat niet nodig. Volgens mij kun je iets op een heel goede manier duurzaam inkopen. Dat betekent dat je gewoon een kostenvoordeel hebt bij de productie. Ik geef een voorbeeld. Ik was op bezoek bij de bierbrouwer Heineken in Zoeterwoude. Die wil het beste bier van de wereld brouwen op een duurzame, maar ook goedkope manier, want Heineken heeft hevige concurrentie. Wat doet Heineken daarom? Heineken verzint innovaties om minder water te gebruiken voor een liter bier. Het bedrijf gebruikt minder grondstoffen en minder energie door restwarmte te benutten. Wij hebben toch alstublieft geen overheid nodig die Heineken vertelt hoe het zijn business moet doen? Dat moeten wij alstublieft overlaten aan die partijen, want die zijn er iedere dag mee bezig om op die manier hun kostenvoordeel te halen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Er is ook niemand die dat beweert.

De voorzitter: Ik geef mevrouw Van Tongeren het woord, omdat het daarnet niet helemaal goed ging.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Dat kwam omdat de heer Dijkstra begon met het beantwoorden van een interruptie van mevrouw Mulder en daardoor dacht u dat ik al twee keer geïnterrumpeerd had. De heer Dijkstra heeft nu de tijd gehad om erover na te denken. Hoe komt het dat Nederland op elke willekeurige internationale ranglijst over duurzaamheid, energie, schoon water en schone lucht, onverminderd slecht scoort? Hoe rijmt de VVD dat met het betoog van zojuist dat ondernemers dit allemaal zelf willen?

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik wil niet flauw doen, maar tegenover ieder lijstje van mevrouw Van Tongeren kan ik een ander lijstje plaatsen waarop Nederland heel goed scoort op het vlak van innovatie, concurrentiekracht en het opleidingsniveau van mensen. Mevrouw Van Tongeren blijft maar komen met haar lijstjes, maar daar kunnen wij lijstjes tegenover zetten. Mensen zijn gelukkig in Nederland. Ze waarderen het leven met een 8. Lucht, water en bodem zijn schoner dan ooit. Dus ja, ik wil mezelf en mevrouw Van Tongeren niet de put in praten. Het gaat goed in Nederland. Het duurzaam inkoopbeleid gaat goed. Wat mij betreft houden wij het daarbij en gaan wij niet allerlei extra zaken toevoegen, maar pakken we wat we nu hebben en bekijken we of we dat kunnen verbeteren aan de hand van de aanbevelingen die sommige partijen doen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Jaarlijks koopt de overheid voor ten minste 60 miljard euro in bij bedrijven en vanaf 1 januari moet dit 100% duurzaam zijn bij alle overheden. De overheid kan hiermee sterke invloed hebben op de markt om werk te maken van duurzaamheid. De koplopers worden zo gestimuleerd. Ik denk dat er maar één conclusie mogelijk is, namelijk dat dit beleid faalt. De ChristenUnie ziet graag een aantal verbeteringen die ik nu zal langslopen.

Ten eerste moet de Staatssecretaris lagere overheden meer aanjagen. We zitten vrijwel nergens op 100%. In maart 2014 stond in een artikel in de Volkskrant dat 10% van de gemeenten nog steeds grijze stroom inkoopt. Ik hoop dat dit percentage inmiddels verbeterd is, want ik vind het echt een gemiste kans.

Ten tweede zouden wij graag zien dat de voorwaarden voor duurzaam inkopen snel worden geactualiseerd. Bij veel productgroepen zijn de minimumnormen door innovaties niet meer onderscheidend. Hier is gewoon echt een slag nodig.

Ten derde moet er iets gedaan worden aan de wildgroei van labels. Is de Staatssecretaris bereid standaardmethodes te ontwikkelen voor het bepalen van de milieuimpact van productengroepen en hier bijvoorbeeld green deals voor te sluiten?

Ten vierde vinden wij dat duurzaam inkopen moet worden gemonitord. Dat is sinds 2011 niet meer gedaan. Is de Staatssecretaris bereid om een benchmark te maken, zodat gemeenten zich aan elkaar kunnen optrekken?

Ten vijfde vind ik het heel belangrijk dat kennis wordt gedeeld en dat duurzaamheid bij aanbestedingen een meer centrale rol krijgt. Nog te vaak is de prijs uiteindelijk leidend en is duurzaamheid ondergeschikt, zelfs als wordt aanbesteed op basis van EMVI-criteria. De ChristenUnie vraagt de Staatssecretaris om te bevorderen dat wordt aanbesteed op basis van total cost of ownership, oftewel dat niet alleen naar de aanschafprijs wordt gekeken, maar naar de kosten over de totale levensduur. De nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijn verplicht dit, maar slechts 7% van de overheden pas dit ook zelf toe.

De ChristenUnie vindt het ook belangrijk om te controleren of duurzaamheidsbeloftes uit offertes worden waargemaakt. Ik las dat dit in 40% van de gevallen fout schijnt te gaan en dat gemeenten hier ook niet op controleren. Wil de Staatssecretaris hierover gesprekken voeren met de gemeenten?

Verder denkt de ChristenUnie dat er meer regie nodig is. Het woord «regie» is al eerder gevallen in dit debat. De afstemming tussen duurzaam inkopen van I en M en innovatiegericht inkopen van EZ kan beter. Welk ministerie is verantwoordelijk voor de coördinatie richting de decentrale overheden? Nu de convenanten tussen Rijk en medeoverheden aflopen, vraagt de ChristenUnie het kabinet om te komen met een nieuw programma voor duurzaam inkopen voor de periode van 2015 tot 2020.

Helaas was er in het Europees parlement net geen meerderheid voor het verwerpen van de uitvoeringsrichtlijn voor artikel 7a van de Richtlijn Brandstofkwaliteit. Hierdoor wordt het gebruik van onconventionele oliën, zoals teerzandolie met hoge CO2-emissies in de keten, niet ontmoedigd. Nederland kan echter een stap verder zetten wat betreft de rapportage over olie die ons land binnenkomt. Raffinaderijen zouden jaarlijks moeten rapporteren over de aard en de herkomst van de ruwe olie die ze importeren. Die gegevens liggen al bij de douane en hoeven dus alleen nog maar jaarlijks gepubliceerd te worden. In de Richtlijn Brandstofkwaliteit wordt alleen om een rapportage op landelijk niveau gevraagd. De Kamer vraagt al jaren om een rapportage op bedrijfsniveau, net als bij biobrandstoffen. Wanneer gaat de Staatssecretaris dit regelen? In mei 2014 is de motie van Jan Vos aangenomen om de haalbaarheid binnen zes maanden te onderzoeken. Dit onderzoek is volgens mij al maanden klaar. Waarom heeft de Staatssecretaris het nog niet naar de Kamer gestuurd? De ChristenUnie vraagt de Staatssecretaris om dat rapport deze week nog naar de Kamer te sturen en om uiterlijk op 1 januari 2016 deze transparantie op bedrijfsniveau te eisen.

Mijn laatste punt gaat over duurzaam hout. De Staatssecretaris is positief over de voortgang van MTCS, het keurmerk voor Maleisisch hout. Aan de bosbeheerder zou nu expliciet opgedragen worden om inheemse volken te consulteren, ook als zij geen formele landrechten hebben. De ChristenUnie is hier helaas wat sceptischer over. Ik heb hier een juridische analyse waarin gesteld wordt dat de rechten nog steeds niet worden erkend als er geen formeel landrecht is. Het is daarom belangrijk dat de toetsingscommissie TPAC in 2016 nog eens goed kijkt naar MTCS.

Nog niet al het hout dat wordt geïmporteerd valt onder de Europese houtverordening, zoals hout gebruikt in stoelen. Daardoor weten wij niet of dat hout legaal is. De Staatssecretaris gaat dit aan de orde stellen bij de evaluatie van deze verordening. Is de regering bereid om concrete voorstellen voor aanpassing in te dienen? Mevrouw Van Veldhoven had ook een aantal vragen hierover en ik sluit mij daarbij aan.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. Zoals de collega's al zeiden, gaat het bij het duurzaam inkopen door de overheid om een groot en substantieel aandeel van de Nederlandse markt. Ik heb een klein voorstel voor morgen; eigenlijk is het een uitdaging voor de Staatssecretaris. Op 6 februari – morgen dus – is het warmetruiendag. Een graad scheelt 6% energie, dus 6% CO2-uitstoot. Ik vraag de Staatssecretaris of de verwarming in de Trêveszaal morgen lager gezet kan worden en of de temperatuur structureel ook lager kan blijven. Wellicht kunnen de bewindspersonen dan een trui aantrekken. Op die manier geven ze zelf het goede voorbeeld.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik wil mevrouw Van Tongeren van GroenLinks uitdagen om dat met een motie te bekrachtigen. Dan weten wij meteen hoe iedereen daarover denkt.

De voorzitter: Dat zou betekenen dat er vanavond nog een VAO gepland zou moeten worden.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Als de VVD daarop staat, kunnen wij vanavond nog een VAO met onmiddellijk aansluitende stemmingen organiseren, maar ik kan mij nauwelijks voorstellen dat de VVD daar echt behoefte aan heeft.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Dan moet de VVD het aanvragen, zou ik zeggen.

De voorzitter: Mevrouw Van Veldhoven, wat u doet is buiten de orde. Ik geef het woord aan de heer Dijkstra voor een vervolgvraag.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik heb geen vervolgvraag. Ik vind alleen dat je het lekker zelf moet weten of je een trui aandoet of niet. Als er ooit zo'n motie wordt ingediend tijdens een VAO – en dat hoeft echt niet vanavond, want het is geen zwaarwegend iets – lijkt het me wel interessant om te zien hoe de verhoudingen liggen in de Kamer. Gaan we allemaal lekker in truien lopen of houden we het een beetje netjes?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik heb vandaag een trui aan. Ik weet niet of de heer Dijkstra dat een nette trui vindt of niet, maar misschien kunnen we de kleren laten ...

De voorzitter: Misschien kunnen wij over de inhoud spreken in plaats van het over uiterlijkheden te hebben. Kunt u doorgaan met betoog?

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik wil toch heel even reageren. De vorige woordvoerder van de VVD, René Leegte, staat met ons op een mooie foto waarop wij op warmetruiendag buiten in de sneeuw staan met truien aan. Dus niet al te lang geleden vatte de VVD dit punt toch wat serieuzer op. Verder wordt in de aangenomen motie-Duyvendak gevraagd om energiebesparing binnen de Kamer. GroenLinks probeert voorstellen daartoe te ontwikkelen. Als wij nu ontdekken dat de VVD ons daarbij steunt, gaat dat misschien sneller en kunnen wij het energiegebruik in de Kamer verder terugbrengen. Ik hoop dat dit antwoord inhoudelijk genoeg was om ook de voorzitter tevreden te stellen.

De voorzitter: Ik ben slechts uw onafhankelijk voorzitter. U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Misschien was dit een kleine uitdaging voor de Staatssecretaris.

Als je de laatste woordvoerder in de rij bent, heb je het voordeel dat je kunt verwijzen naar de inbreng van collega's. Ik hoorde mijn collega van de ChristenUnie over het duurzaam inkopen zeggen dat het sturen op minimumeisen wel degelijk kan leiden tot flinke milieuwinst. Stellen dat minimumeisen achterhaald raken, is wat ons betreft geen echt degelijk argument. Natuurlijk moeten de eisen veranderd worden, maar je mag boven de minimumeisen zitten, graag zelfs, want de minimumeisen zijn niet ook direct de maximumeisen. In de praktijk gaat het volgens GroenLinks mis omdat je bij aanbestedingen maximaal 50 punten kunt krijgen voor duurzaamheid en maximaal 600 punten voor prijs. In dat systeem zijn duurzaamheid en prijs dus niet in balans. Ik ben benieuwd wat de Staatssecretaris daarvan vindt, maar dit betekent dat de prijs altijd een overweldigende doorslag zal geven ten opzichte van duurzaamheid. In zo'n systeem zal niet gekeken worden naar bijvoorbeeld total cost of ownership.

Ook lezen wij dat door de systeemoverstap op duurzaam inkopen niet meer kwantitatief gemonitord wordt of de minimumeisen wel worden gehaald. De focus komt te liggen op verdere professionalisering. Graag zouden wij daar wat meer uitleg over krijgen, want bij ons doemt dan de vraag op of de tijd daar al rijp voor is. De Groene Zaak constateert bijvoorbeeld dat overheden bij lange na niet 100% halen, omdat bij de aanbestedingen nooit de duurzaamheid, maar altijd de prijs de doorslag geeft. Mijn collega's hadden het daar al over. Is het dus al tijd om dit los laten? In 2013 bleek bovendien dat de aandacht voor duurzaam inkopen bij alle overheden met meer dan 40% is afgenomen. Er is dus behoefte aan zowel bewustwording – hoe doe je dat? – als een systematiek waardoor je sneller toekomt aan duurzaam inkopen.

Wat het Maleisisch hardhout betreft, sluit ik mij aan bij de vragen van D66 en de aanvullende opmerkingen van de ChristenUnie.

Ik heb ook nog een vraag over de brandstofkwaliteit. Er is weliswaar een bezwaarresolutie gekomen uit de milieucommissie van het Europees parlement, maar Nederland heeft zich onthouden van stemming in de Raad, omdat men vindt dat dit recht doet aan de noodzaak om CO2-uitstoot tot 2020 terug te brengen. Is dit eigenlijk niet een symbolische geste, omdat men weet dat de Europese Commissie dan toch haar gang kan gaan? Nu vind ik een symbolisch protest met een trui op warmetruiendag heel mooi, maar in de Europese Commissie hebben wij gewoon onze eigen kracht. Ik zou graag willen dat Nederland zich dan niet onthoudt van stemming, maar de stem juist aan de duurzame kant laat meewegen.

Wat asbest betreft, sluit ik mij aan bij eerdere opmerkingen. Hetzelfde geldt voor zwerfafval.

De voorzitter: Aan het begin van het debat zei ik dat ik de neiging had om een prijs uit te reiken aan mensen die zich in de eerste termijn aan de spreektijd zouden houden. U hebt gewonnen, mevrouw Van Tongeren, maar ik heb helaas niets bij me.

De vergadering wordt van 15.55 uur tot 16.00 uur geschorst.

Staatssecretaris Mansveld: Voorzitter. Dit is een AO over duurzaamheid en dat vind ik prettig, want het is veelomvattend. Er zit hier altijd een zeer fanatieke groep Kamerleden, die heel goed nadenkt over de wijze waarop de vragen gesteld worden om zo uiteindelijk uit te komen waar men wil uitkomen. Dat kan ik niet ontkennen en daar gaat het natuurlijk ook om. Er zit samenhang tussen de onderwerpen die vandaag geagendeerd staan. Het gaat eigenlijk om de inzet van het kabinet om de economie zo in te richten dat we zuinig omgaan met ons natuurlijk kapitaal. «Circulaire economie» en «groene groei» zijn woorden die veel vallen. De economische groei loskoppelen van milieudruk, doen wij natuurlijk door efficiënt om te gaan met grondstoffen en deze na gebruik opnieuw in de keten in te brengen. Je ziet dat ook Europees. Hoe maak je afvalstoffen tot grondstoffen? Hoe ga je het met regels doen? Dat zijn allemaal dingen die in werking worden gezet en dat vind ik belangrijk. Wij kopen duurzaam in. Daar kom ik zo direct op terug. Wij stellen ook duurzaamheidseisen aan het inkoopbeleid voor hout. Daar gaan we het ook zo over hebben. Bovendien streven wij naar een duurzame herkomst van onze brandstoffen. Ik ga het over een aantal zaken hebben en geef nu even de volgorde aan.

De voorzitter: Dat mag u zo meteen doen. Ik deel nu even mee dat ik de woordvoerders één interruptie gun.

Staatssecretaris Mansveld: Daarmee legt u een enorme druk op mij, voorzitter, want dat betekent dat ik het zo goed moet doen dat ze niet hoeven te interrumperen. Dank daarvoor. Ik begin met duurzaam inkopen, dan ga ik in op duurzaam hout, biobrandstoffen en brandstofkwaliteit en vervolgens beantwoord ik een aantal restvragen.

Duurzaam inkopen is een onderwerp dat mij aan het hart gaat. Ik ben daar de afgelopen twee jaar druk mee geweest. De Kamer weet ook dat dit onderwerp overgegaan is naar een collega van mij, namelijk naar de Minister voor Wonen en Rijksdienst. Minister Blok is coördinerend bewindspersoon voor duurzaam inkopen. Ik ondersteun dit van harte. Minister Blok is hier niet aanwezig, dus ik ga mijn uiterste best doen om de vragen te beantwoorden. Als ik treed in de toekomstplannen van Minister Blok, zal ik proberen om daar al stiekem een beetje een kwalificatie aan te geven. Ik zeg de Kamer op voorhand toe dat ik samen met Minister Blok een brief aan de Kamer zal schrijven, want ik denk dat het goed is dat wij bij de vraag hoe wij duurzamer gaan inkopen, alle onderwerpen verankeren. De onderwerpen die de Kamerleden hebben besproken, zal ik meenemen in die brief. Tegelijkertijd zal ik in die brief een kwalificatie geven aan de brief die aantal partijen heeft gestuurd en waar alle leden aan hebben gerefereerd. Ik denk namelijk dat dat in beginsel de vraag is.

Ik deel de zorgen die enkele leden hebben geuit, maar ik deel ook het positivisme dat enkele anderen hebben geuit, want een heleboel gaat goed. Als iets goed gaat, vraag je je natuurlijk makkelijk af waarom je daar nog aandacht aan zou moeten schenken. Je focust je op dingen die minder goed gaan. Ik vind dat wij elke keer de volle 100% in beeld moeten hebben en dus ook moeten kijken naar de dingen die wel goed gaan. Ik voel me heel verantwoordelijk voor de borging en het niveau van de criteria voor duurzaam inkopen. Ik kijk met mijn collega van EZ hoe innovatieve aanbesteding hierbij ondersteunend kan zijn. Enkele leden gebruiken de woorden «versnipperd» of «verdeeld over verschillende ministeries». De formulering «duurzaam inkopen» is langzaam maar zeker zo verankerd in de breedte van het beleid dat het niet anders kan dan dat dit bij verschillende ministeries voorbijkomt. Wij moeten steeds bekijken hoe wij de dingen kunnen bundelen en een plek kunnen geven in de betreffende ministeries. Bovendien moeten wij ons afvragen wanneer wij het woord «duurzaam» gebruiken. «Duurzaam» is een bijvoeglijk naamwoord. Leg dan ook uit wat «duurzaam» betekent in combinatie met «inkoop». En wat betekent «duurzaam hout» bij hout? Ik voel mij daar heel verantwoordelijk voor en wij voelen ons daarbij gezamenlijk heel betrokken. Ik heb al toegezegd dat ik ervoor zal zorgen dat in de komende tijd een reactie komt. Of dat een plan van aanpak of een reactie wordt, laat ik in het midden, maar de Kamer krijgt een brief.

Het duurzaam inkopen van de medeoverheden is natuurlijk primair de verantwoordelijkheid van die decentrale overheden. Ik treed niet in de voetstappen van een provincie, een gemeente of de Unie van Waterschappen. Ik heb in de quickscan van De Groene Zaak gezien dat er ook veel positieve ontwikkelingen en best practices te melden zijn. Ik wil hier in ieder geval de provincie Zeeland noemen die zich inzet voor biobased inkopen. Bovendien noem ik de gemeente Amsterdam die zich inzet voor de duurzame inkoop door datacenters, en de gemeente Rotterdam. Dit zijn grote overheden die daar heel goed mee bezig zijn.

Je wilt de goeden, degenen die vooroplopen, belonen. Mevrouw Cegerek had het over een prijs. Bovendien wil je dat de laatsten een beetje geduwd worden in de zin van: kom op jongens, de minimumeisen zijn niet de maximumeisen, zoals mevrouw Van Tongeren terecht opmerkte. Je wilt iedereen stimuleren om het beter te doen. Dan is de vraag hoe de woorden «duurzaam» en «total cost of ownership» zich verhouden tot de aanschafprijs. Wij weten allemaal dat wij uit een crisis komen en dat iedereen kijkt naar de middelen die er te besteden zijn. Hoe breng je nu evenwicht in die verschillende begrippen? Dat vind ik een heel terechte vraag van mevrouw Van Tongeren. Ik denk dat je moet bekijken hoe je het in evenwicht brengt. Met voortschrijdend inzicht en de lessen die je leert, kun je bekijken hoe je dat evenwicht zodanig kunt beïnvloeden dat je je doelen bereikt, want het zijn allemaal middelen met een doel.

Mevrouw Van Veldhoven heeft gevraagd hoe je de kennis kunt delen. Is een expertisecentrum daar een oplossing voor? Er ís een expertisecentrum Pianoo dat een loket voor duurzaam inkopen heeft ingericht. Duurzaam inkopen is natuurlijk iets dat je op de lange termijn verankerd wil zien. Zitten wij nu op een piek of in een dal? Daar kunnen wij het over hebben, maar belangrijker is dat de swing erin blijft. Het moet een opgaande lijn blijven. Waar er problemen zijn, moeten wij die oplossen. Waar het goed gaat, moeten die best practices gebruikt worden. Die best practices moeten de waardering krijgen. Mevrouw Mulder zei terecht dat het daarbij niet alleen om de overheden gaat. De partijen die de brief hebben geschreven, horen er ook bij. Daarom wil ik ook graag een reactie op die brief geven. Als partijen zo'n brief schrijven, worden ze medeverantwoordelijk voor het beleid. Ik verwacht dan ook die andere kant. IPO en VNG worden genoemd. Het is best wel spannend, want het gaat om 60 miljard en dat is een substantieel bedrag. Mevrouw Van Veldhoven heeft eerder aangegeven dat je, als je launching customer bent, met zo'n bedrag wel een deuk in een pakje boter kunt slaan.

Hoe kun je een community of practice opzetten? Gemeentes hebben best de neiging om best practices te delen en over de grens te kijken, maar je moet dan wel een platform bieden waarop ze die best practices tegenkomen, want iedereen is druk genoeg binnen zijn eigen gemeente- of provinciehuis. Ik maak een opmerking ter zijde. Een provinciehuis van Noord-Nederland ken ik niet; ik hoop dat Drenthe bedoeld werd.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ik ben zeker niet voor ...

De voorzitter: Geen misverstand. Het ging over de provincie Noord-Holland.

Staatssecretaris Mansveld: Gelukkig, want ik was even in verwarring.

Hoe komen de inkopers elkaar tegen? Daar heb ik net al iets over gezegd. Ik ondersteun de vraag om te blijven investeren in professionalisering van harte. Ik denk dat dat echt heel belangrijk is. In die zin ben ik ook wel ingenomen met de brief. Ik neem de kritiek serieus; ik vind echt dat wij daarnaar moeten kijken. De partijen zijn daarmee partner geworden in het brede onderwerp van het duurzaam inkopen. Dat stemt mij tevreden. Ik zal bekijken of het lukt om voor de zomer met een brede reactie te komen met ook een doorkijkje naar de toekomst. Ik zal de vraag van mevrouw Dik-Faber naar een plan op lange termijn voorleggen aan mijn collega en daarop in de brief reageren. Ik vind het prettig om degene die daar verantwoordelijk voor is, zijn eigen invulling te laten geven.

Ik ben het ermee eens dat het Rijk het goede voorbeeld moet geven. Gezamenlijke inkoop is een trend, bijvoorbeeld bij de huisvesting van meerdere ministeries. De Minister voor Wonen en Rijksdienst gaat daar zelf over. Mijn ministerie gaat de komende jaren verhuizen. De renovatie is inmiddels gegund, inclusief de exploitatie, die 25 jaar duurt. Duurzaamheid is een heel belangrijk onderdeel geweest van de uitvraag. Dat heeft zich vertaald in een ontwerp waarmee een zeer energiezuinig gebouw wordt neergezet, waarbij veel aandacht wordt besteed aan hergebruik en herbruikbaarheid van materialen. Dat is wat mij betreft het fundament van duurzaamheid. Ik wil graag dat mijn ministerie als proeftuin fungeert voor het opzetten van pilots circulaire inkooptrajecten. Ik noem minder afval en papiergebruik op kantoor, het gebruik van biokerosine en duurzame werkkleding bij Rijkswaterstaat.

Ik ga ervan uit dat duurzaam inkopen zich steeds verder blijft ontwikkelen, want er is geen weg meer terug. De vraag is meer hoe hard wij eigenlijk gaan. Wij zijn te langzaam, zeggen bepaalde woordvoerders, maar wij gaan wel de goede kant op. Ik zal mij inzetten om samen met de Minister voor Wonen en Rijksdienst de Kamer een plan te doen toekomen. Ik zeg «samen», omdat ik vind dat ik medeverantwoordelijk ben voor het verder dragen van het duurzaam inkopen.

Wij zullen ook een reactie geven op de total cost of ownership, naast de innovatie en het circulair inkopen. Ik ben van mening dat niet alleen deze onderwerpen in elkaar moeten passen, maar dat ook de partijen op de een of andere manier bij elkaar gebracht moeten worden, inclusief de partijen die schrijven, die erin genoemd worden, en de overheid.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Ik dank de Staatssecretaris voor de toezegging dat zij samen met Minister Blok een plan naar de Tweede Kamer zal sturen. Zit daarin ook verwerkt wat er per ministerie wordt gedaan? Dat heb ik vorig jaar bij het AO over groene groei gevraagd. Minister Blok heeft toen een toezegging gedaan, maar ik heb er nog niks van gezien. Ik hoop dat dat er dus ook in zit. Ook hoor ik graag wanneer wij dit plan tegemoet mogen zien.

Staatssecretaris Mansveld: Ik zal deze vraag samen met de Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Minister van Economische Zaken beantwoorden. Ik vind ook dat wij de vraag moeten combineren met het plan van aanpak ter versterking van de implementatie van duurzaam inkopen bij het Rijk en de medeoverheden. Ik zal bekijken of wij het in deze brief kunnen opnemen. Zo niet, dan zal de Kamer daarover zo snel mogelijk bericht ontvangen. Het is lastig als een heel taakgebied naar een ander ministerie is overgegaan. Ik wil mijn collega de kans geven om daarin zelf zijn vorm te kiezen.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Het AO over groene groei vond plaats in september vorig jaar, dus de Minister voor Wonen en Rijksdienst heeft wel de tijd gehad om hier eens naar te kijken. Als het nog langer duurt, dan is dat maar even zo, maar dan wil ik wel een briefje naar de Kamer over de manier waarop hiermee verder zal worden omgegaan. Dan weten wij op welke termijnen wij wél zaken kunnen verwachten.

Staatssecretaris Mansveld: Ik vind dat mevrouw Mulder een punt heeft. Het is een AO geweest met de Minister van Economische Zaken. Ik verwijs naar Minister Blok, die hiervoor de verantwoordelijkheid is gaan dragen. Ik zal er in ieder geval voor zorgen dat deze vraag separaat op korte termijn wordt beantwoord. Daar moet duidelijkheid over ontstaan, want na vier maanden moet je er wel uit zijn.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Anders moet ik een VAO aanvragen.

De voorzitter: Maar dat doet u niet.

Staatssecretaris Mansveld: Hoe wordt circulair inkopen gestimuleerd bij de rijksinkoop? Het Rijk draagt via zijn inkoop en zijn bedrijfsvoering bij aan de doelstelling uit het regeerakkoord om die circulaire economie te stimuleren. Ten behoeve van de huisvesting heeft de rijksoverheid afgelopen januari met 60 partners in de samenleving de green deal circulaire gebouwen ondertekend. De green deal circulair inkopen is in november 2013 ondertekend. Daarmee geven wij aan dat naast de rijksoverheid ook het bedrijfsleven en andere overheden in Nederland inzetten op circulaire economie. Ik vind dat zaken beter in elkaar moeten passen en daarom kom ik samen met de Minister voor Wonen en Rijksdienst met de eerdergenoemde brief.

Dit geldt ook voor de vraag van mevrouw Cegerek of ik ga bezien welke kansen worden geboden aan duurzame ondernemingen. Dat is precies waar ik op aanstuur. Daarom is zowel in de aanbestedingswet als in het inkoopbeleid de lijn ingezet om te kiezen voor de economisch meest voordelige inschrijving. Ik vind wel dat je steeds opnieuw moet bekijken hoe je dat weegt om ervoor te zorgen dat wij stappen vooruitzetten. Het is mogelijk om bij de gunning duurzaamheidscriteria mee te wegen. Dat is ook hoe duurzaam ondernemerschap wordt gestimuleerd. Die weging vind ik dus echt belangrijk.

Een jaarlijkse prijs vind ik een leuk idee, dat ik meeneem. Het stimuleren van koplopers is altijd veel leuker dan het moeten plagen of toespreken van mensen die achterblijven. Stimuleringsbeleid is gewoon goed beleid.

Mevrouw Dik-Faber vroeg naar de gehele levenscyclus. Ik vind het belangrijk dat daarnaar gekeken wordt. Het is een andere manier van denken. Op de aanschafprijs is makkelijk te sturen, maar uiteindelijk gaat het om anders denken. Dat geldt niet alleen voor overheden, maar ook voor bedrijven en voor u en mij. Anders denken en gedragsveranderingen zijn helaas het meest ingewikkeld om te verankeren en te bestendigen, maar mevrouw Dik-Faber vindt mij hierin aan haar zijde.

Mevrouw Dik-Faber vroeg of ik met gemeenten in gesprek ga over het waarmaken van duurzaamheidsbeloftes. Ik vind sowieso dat ik hierover in gesprek moet met IPO en VNG. Dat betreft de breedte van het plan en de brief. Ik zal ervoor zorgen dat deze gesprekken vanuit beide ministeries zullen plaatsvinden.

Tot zover mijn reacties over duurzaam inkopen. Ik begrijp dat ik niet alle concrete vragen heb beantwoord, maar ik heb de weg geschetst waarmee ik de Kamer tegemoet wil komen en waarmee ik het goed en grondig en zo ambitieus mogelijk kan doen.

Over duurzaam hout hebben wij een aantal stevige debatten gevoerd. Ik ben inmiddels helemaal vertrouwd met alle afkortingen in het dossier. De leus in het ministerie was steeds dat wij door de bomen het bos niet meer zagen, terwijl wij het zo belangrijk vinden om het bos te blijven zien. Keurmerken zijn voor mij een middel en geen doel op zichzelf. In het inkoopbeleid hebben wij de lat hoog gelegd. Als keurmerken die hoogte niet halen, dan betekent dat niet automatisch dat het om fout hout gaat. Het is van belang dat de discussie over de keurmerken geen afbreuk doet aan de animo voor certificering in houtproducerende landen. Daar is nog een wereld te winnen. Nog geen 5% van het bos in de tropen is gecertificeerd. De overige 95% is zeer kwetsbaar voor kaalkap. Het is voor boseigenaren financieel aantrekkelijk om het bos om te zetten in andere, meer lucratieve toepassingen, bijvoorbeeld oliepalmplantages. Als de bossen niet gecertificeerd zijn, is dat ook nog eens eenvoudiger te realiseren. De certificering geeft duurzaam hout extra economische waarde en beschermt de ecologische waarde van het bos zelf. Dat moet ook de prikkel voor de eigenaar zijn. Ik vind het dus belangrijk om ervoor te zorgen dat certificering lonend is. Ik denk dat wij hieraan kunnen bijdragen met ons inkoopbeleid.

Een aantal leden heeft gevraagd om een terugkoppeling van het bezoek aan Maleisië. Twee weken geleden kwam een delegatie van mijn ministerie en het Ministerie van EZ terug uit Maleisië. Daar is de voortgang besproken met keurmerkorganisatie Malaysian Timber Certification Council (MTCC) en het maatschappelijk middenveld. De keurmerkorganisatie had ervoor gezorgd dat zowel met voorstanders als met tegenstanders van het keurmerk is gesproken. Dat vind ik belangrijk. Er zitten altijd meerdere kanten aan een verhaal. De gesprekken hebben in een open en constructieve sfeer plaatsgevonden. Ik waardeer het dat de MTCC zich hiervoor heeft ingespannen en zich in die zin kwetsbaar heeft opgesteld. Dat is niet altijd in elk land en elke cultuur even gebruikelijk. Het was ook een waarde van het bezoek.

In het gesprek is een aantal zaken duidelijk geworden. Draagt het keurmerk bij aan duurzaam bosbeheer? De keurmerkorganisatie spant zich in om met brede steun van alle stakeholders duurzaam bosbeheer stevig in Maleisië te verankeren. Dat heeft ertoe geleid dat in het westen van het land veel bos is gecertificeerd. In andere delen van het land, waar het bos niet of nauwelijks is gecertificeerd, is het nog steeds kwetsbaar voor kaalkap. Daar vinden ook de meest onduurzame praktijken plaats. Alle stakeholders die bekend zijn met het Malaysian Timber Certification Scheme (MTCS) onderschrijven dat het systeem een belangrijke bondgenoot is in het streven naar duurzaam bosbeheer.

MTCS is op weg om in 2016 volledig aan de Nederlandse criteria te voldoen. Wij zien dat de organisatie hard aan de slag is met de benodigde verbeteringen. Dat heeft ertoe geleid dat knelpunten op systeemniveau lijken te zijn opgelost. De regels over conversie en consultatie van inheemse volken zijn stevig aangescherpt. De certificeerders zien toe op de naleving in de praktijk en geven daarover nu ook positieve signalen.

Ik kan melden dat de kaarten van de gecertificeerde gebieden online staan. Ik had daarom gevraagd, want ik wilde voorkomen dat een van de Kamerleden de iPad zou pakken en de gebieden niet zou vinden. Ik zal de link doorgeven. Een gedetailleerde versie van de kaarten is bij de bosbeheerders beschikbaar. Ik heb de keurmerkorganisatie gevraagd om de onlinekaarten op details te bekijken. Daarover wordt nu gesproken met de bosbeheerders. Het is erg van belang dat vergroting van de transparantie niet leidt tot meer illegale kap en stroperij. Het keurmerk lijkt meer zelfreinigend vermogen te hebben om met incidenten om te gaan. Certificaten worden ingetrokken als een bosbeheerder niet aan de MTCS-criteria voldoet. De organisatie spant zich ook in om alle stakeholders erbij te betrekken, ook de meest kritische. De toetsingscommissie Timber Procurement Assessment Committee (TPAC) gaat in 2016 beoordelen of MTCS volledig aan onze inkoopcriteria voldoet. De Kamer zal nog een tussentijdse rapportage ontvangen. Het team dat Maleisië bezocht heeft, is met bevindingen gekomen die ik de Kamer niet wil onthouden.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik dank de Staatssecretaris voor dit uitgebreide antwoord, dat onwijs positief klinkt. Als het allemaal zo positief is, wat let ons dan nog? Waarom moeten wij dan tot 2016 wachten? Het is bekend hoe de VVD hierin zit. Wij willen meer concurrentie en een gelijk speelveld voor de verschillende keurmerken. Waarom kunnen wij die partijen niet een keer die beloning geven? In heel West-Europa is het geen enkel probleem, omdat het gewoon valt onder die koepelorganisatie, die zegt dat het hout gewoon duurzaam is. Waarom moeten wij een TPAC in de lucht houden, waarom kunnen wij niet gewoon boter bij de vis doen? Waarom moet het zo ingewikkeld?

Staatssecretaris Mansveld: Dit debat hebben wij uitgebreid gevoerd. Ik heb bij de terugkoppeling van de delegatie geen waardeoordelen uitgesproken. Er worden stappen vooruitgezet. Uiteindelijk komt er een audit waarin de vooruitgang objectief getoetst wordt. Dat vind ik belangrijk. Ik ben blij dat er beweging in Maleisië is, dat deze signalen er zijn. Dat geeft iets aan van de kwaliteit van besturen in Maleisië. Nogmaals, ik blijf het belangrijk vinden dat wij de gemaakte afspraken nakomen: conversie, consultatie van inheemse volken, kaarten, enz. De ontwikkelingen worden getoetst en uiteindelijk komt het naar de Kamer. Ik begrijp het ongeduld van de heer Dijkstra, ik ken zijn visie, maar ik denk dat het belangrijk is dat wij keurig deze weg volgen.

De heer Remco Dijkstra (VVD): De feiten zijn in ieder geval positief. Ik bespeur dat het vanwege politieke gevoeligheden of iets dergelijks allemaal wat langer moet duren. Maar wij willen toch allemaal toetsen op feiten? Als de feiten gewoon kloppen, wat let ons dan nog? Waarom moeten wij dan nog allerlei voorbehouden maken en heel veel vertraging inbouwen? Tijd is geld, wij willen door, wij willen gewoon duurzaam hout. Wij hebben liever dat het naar Nederland komt dan dat het zonder labeltje naar China gaat. Laten wij gewoon vaart maken. Dat is mijn boodschap aan de Staatssecretaris. Is zij bereid om dit gewoon voor de zomer af te ronden?

Staatssecretaris Mansveld: Ik heb aangegeven dat het ging om een delegatie van de ministeries. Wij hebben afgesproken dat TPAC de toetsing doet. Dat wil ik zo laten. Ik ben blij met de berichten van de delegatie. De audit vindt door een andere partij plaats. Dat wil ik gewoon laten gebeuren op de tijdstippen die wij hebben afgesproken. Er is geconstateerd dat er in Maleisië goede stappen worden gezet. Uiteindelijk zal de audit dat moeten uitwijzen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik vraag de Staatssecretaris om een reactie op de positie van de inheemse volken. In hoeverre worden hun rechten erkend? Volgens mij heeft de regering daar wel stappen voor willen zetten, maar zit er een heel juridisch verhaal omheen, waardoor er in de praktijk minder van terechtkomt dan de overheid zou willen. Er is een discrepantie tussen de overheid en MTCS.

Staatssecretaris Mansveld: Ik heb de reactie van de delegatie weergegeven. Ik vind het belangrijk dat de discussie over de rechten van inheemse volken goed gevoerd wordt. De plaatselijke ngo's zetten zich in voor een verbeterde wetgeving op dit gebied. De keurmerkorganisatie heeft de interpretatie van de eigen criteria aangescherpt. Bosbeheerders moeten zich harder inspannen. Ik hoor de vraag van mevrouw Dik-Faber. Het lijkt mij goed om hierop specifiek in te gaan in de tussenrapportage die de Kamer binnen enkele maanden zal ontvangen.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Ik zal nog even geduld hebben, maar ik vind het fijn dat het terugkomt in die voortgangsrapportage. Wanneer krijgen wij die rapportage? De VVD wil TPAC afschaffen, maar wat mij betreft doet TPAC volgend jaar nog een laatste check voordat wij hier verdere besluiten nemen.

Staatssecretaris Mansveld: De afspraak is dat dit voor de zomer, in juni, bij de Kamer zal zijn.

De voorzitter: Die toezegging was al gedaan, mevrouw Dik-Faber. Ik kan het mij voorstellen dat u in de lijst van toezeggingen zo nu en dan iets kwijt bent.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Ik vind het toch wel raar. TPAC toetst volgend jaar, voor de zomer of, wat mij betreft, volgende week om te kijken of dit goed is. Ondertussen is het groene paspoort van FSC verlopen. Daar doen wij niks mee en daar gaan wij allemaal mee akkoord. Dat is toch meten met twee maten?

De voorzitter: Ik ga nooit meer iets zeggen over toezeggingen, want de heer Dijkstra is een zeer geraffineerd politicus, die interrumpeert terwijl dat niet mag. Ik zou mij kunnen afvragen waarom hij dat doet.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Als mannen onder elkaar moeten wij elkaar in dit gezelschap een beetje steunen.

De voorzitter: Ik zal niet spreken over mijn ervaringen met de overige collega's. Gelijke monniken, gelijke kappen.

Staatssecretaris Mansveld: Ik reageer op de pittige toon waarop de heer Dijkstra spreekt over de beoordeling van FSC. Ik ben daar duidelijk over geweest. Ik vind dat beoordelingen binnen een bepaalde tijd moeten plaatsvinden. Er moet snel duidelijkheid over komen.

Er is gevraagd naar de EU-harmonisatie van het houtinkoopbeleid. Ik kan daar kort over zijn. Wij zijn echt druk in gesprek met andere partijen, want ik vind het belangrijk dat Nederland hierin voortrekker is, het liefst samen met het Verenigd Koninkrijk, omdat onze systemen zo op elkaar lijken. Wij hebben Duitsland en Denemarken hier inmiddels bij betrokken om ervoor te zorgen dat wij langzaam massa maken. Als wij met vier landen gezamenlijk een voorstel doen, zal dat naar verwachting beter aankomen bij de Europese Commissie. Het krijgt daarmee wat meer body. De inkoop van duurzaam hout zal uiteindelijk het meest effectief zijn als je het met z'n allen doet. Het Europese pad gaat mij eigenlijk nooit snel genoeg. Eén dag per jaar zou je graag dictator in een geweldige democratie zijn. Dan zou je even je zin willen krijgen, maar zo werkt het niet. Ik wil gezamenlijk een goed voorstel schrijven en ik hoop dat wij hiermee eind dit jaar, begin volgend jaar een goede stap kunnen zetten.

Mevrouw Van Veldhoven heeft gevraagd naar de tijdelijke aanpassing van het inkoopdocument. Hiermee is uitvoering gegeven aan de afspraken die wij begin 2014 hebben gemaakt, namelijk dat MTCS tijdelijk toegelaten wordt tot de inkoop. De tijdelijke aanpassing is een generieke aanpassing. Als gevolg hiervan kan MTCS door de overheid worden ingekocht. Rond de legaliteit zijn er geen aparte criteria nodig in het duurzaam inkoopbeleid, want legaliteit is een wettelijk vereiste. De EU-houtverordening verbiedt het op de markt brengen van illegaal hout. Dat kan dus niet door de overheid worden ingekocht. Als mevrouw Van Veldhoven hier nadere al of niet technische vragen over heeft, dan ben ik altijd bereid die schriftelijk te beantwoorden.

De voorzitter: En toch ontkomt u niet aan een mondelinge vraag.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Waarom is het nodig om een generieke uitzondering te maken als het alleen om MTCS gaat? In principe verlagen wij daarmee namelijk de standaard in Nederland, terwijl wij die standaard nu juist met elkaar willen verhogen. Wij gaan het hele traject met Maleisië juist in om die standaard hoog te krijgen.

Van de negen inkoopcriteria is de eerste het respecteren van internationale, nationale en lokale wet- en regelgeving. Zoals de regeling nu in de Staatscourant is gepubliceerd, is zij in strijd met de verplichting uit de verordening dat aan die inkoopcriteria moet worden voldaan. Dat moet echt in orde worden gemaakt. Die strijdigheid moeten wij niet willen hebben.

Staatssecretaris Mansveld: Ik gebruikte zelf het woord «technische». Het gaat om een juridische discussie over de manier waarop iets wat wij hier hebben afgesproken geregeld moet worden. Het lijkt mij goed om de Kamer daar schriftelijk over te berichten. Ik herken de discussie, maar ik ben juridisch niet voldoende onderlegd om hier nu op in te gaan. Ik herken de vraag en ik zal ervoor zorgen dat schriftelijk zal worden aangegeven waarom wij deze weg hebben gekozen. Ik zal in de brief aangeven welk afwegingen zijn gemaakt.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Dank voor die toezegging, maar ik zou wel een VAO willen aanvragen. Dat VAO zouden wij dan kunnen houden na ontvangst van deze brief. Pas dan kunnen wij beoordelen of het op een goede manier is gebeurd.

Ik heb nog een vraag over de kaarten. De gedetailleerdheid van de kaarten is van groot belang om echt te kunnen beoordelen of een stuk bos terecht of onterecht gekapt wordt. De Staatssecretaris zegt dat meer gedetailleerde kaarten bij de bosbeheerders beschikbaar zijn. Zijn ze voor iedereen toegankelijk?

Staatssecretaris Mansveld: Ja, die zijn voor iedereen toegankelijk. Ik geef de stand van zaken in de discussie weer. De kaarten zijn er, maar vervolgens gaat het over de detaillering ervan en over het voorkomen van negatieve bijeffecten daarvan. De delegatie heeft constateringen gedaan waarop ik formeel terugkom in de voortgangsrapportage. Ook TPAC zal ernaar kijken. De kaarten zijn voor iedereen toegankelijk.

De heer Dijkstra wil de evaluatie van TPAC voor de zomer van 2015. In het licht van de EU-harmonisatie vind ik het goed om de werkwijze en het functioneren van TPAC tegen het licht te houden. Wij moeten bekijken hoe wij het hier doen en hoe dat zou passen binnen de Europese Unie. Ik zal die evaluatie zo spoedig mogelijk inzetten. Ik vind het belangrijk dat de evaluatie grondig gebeurt. Ik wil niet dat het een quickscan wordt, omdat de uitkomst volledig en zorgvuldig moet zijn. Dan kunnen wij erover praten en er conclusies aan verbinden. Of dat voor de zomer lukt, weet ik niet. Ik vraag in dat opzicht het geduld van de heer Dijkstra. Ik begrijp zijn argumenten, maar ik wil niet dat er straks vragen resteren over de zorgvuldigheid van de evaluatie, want dat levert zeker meer vertraging op.

De voorzitter: Ik zie instemmend geknik van de heer Dijkstra. Hij mag niks zeggen, maar ik wil hem helpen.

Staatssecretaris Mansveld: Het zal in ieder geval zeker dit jaar worden. Een evaluatie opstarten, grondig verrichten en afronden vergt natuurlijk wel wat tijd.

De heer Dijkstra heeft gevraagd naar dubbele petten bij ngo's, zoals hij het noemde. Hoe zit dat en wat gaat de Staatssecretaris daaraan doen? Bij het houtinkoopbeleid mogen alle belanghebbenden informatie inbrengen over keurmerken. Er is een onafhankelijke commissie TPAC, die dat beoordeelt. Bij biomassa en het SER-akkoord zitten ngo's aan tafel voor het opstellen van duurzaamheidscriteria. Ook bijvoorbeeld de energiebedrijven zitten daarbij. De keurmerkorganisaties zijn daar niet vertegenwoordigd. Mijn uitgangspunt is dat iedereen in de rol waarin hij bij een overleg aanwezig is, zijn input levert. Ik ga niet over het bestuur van FSC. De partijen die bij het energieakkoord aan tafel zitten, zijn niet alleen de ngo's. Het is een zeer breed gezelschap.

De heer Dijkstra vroeg of Greenpeace de duurzaamheidscriteria voor vaste biomassa bepaalt en of daarmee FSC wordt bevoordeeld. Over de borging van ieders betrokkenheid heb ik al gesproken. Kort na 1 maart informeert de Minister van Economische Zaken de Kamer over de uitkomst van de onderhandelingen over dit onderwerp rond het energieakkoord.

Over de EU-harmonisatie heb ik al wat gezegd. Wanneer is het geregeld? Ik word rustiger, maar het ongeduld blijft er altijd. Mijn visie blijft echt dat het de snelheid enorm zal bevorderen als wij met vier landen een goed doorwrocht voorstel neerleggen. Ik verwacht volgend jaar de eerste resultaten.

Is Staatssecretaris Dijksma bereid om te komen tot concrete aanbevelingen bij de evaluatie van de houtverordening? Ik zal haar vragen om deze vraag schriftelijk te beantwoorden.

Ik kom op de biobrandstoffen. Met een motie heeft de heer Vos gevraagd om het bedrijfsleven zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de jaarverplichting. Deze motie is uitgevoerd. Het besluit is 1 januari 2015 van kracht geworden. Er is gekozen voor een verhoging van 0,75% per jaar tot een jaarverplichting van 10% hernieuwbare energie in 2020.

Mevrouw Mulder heeft gevraagd naar de controle op fraude rond frituurvet. Met de Europese Commissie deel ik deze zorgen. Daarom heeft de Commissie vorig jaar bepaald dat de keten tot en met het inzamelpunt in beeld moet worden gebracht. Ik blijf dit volgen.

Mevrouw Dik-Faber vroeg naar de transparantie rond fossiele brandstoffen. Transparantie vind ik belangrijk, maar de resultaten van de motie van de heer Vos geven inzicht in wat er nationaal mogelijk is.

Mevrouw Van Tongeren vroeg waarom ik niet instem met het voorstel voor de Richtlijn Brandstofkwaliteit. Ik vind dat wij ons moeten onthouden van stemming, omdat dit naar mijn mening de nuance weergeeft van het Nederlandse standpunt. Er leven ook in de Kamer zorgen over teerzandolie, maar het is ook noodzakelijk dat de CO2-reductieverplichting voor de keten fossiele brandstoffen kan worden uitgevoerd. Dit kan niet zonder dit voorstel. De Europese Commissie heeft al aangegeven niet met een nieuw voorstel te komen. Vandaar dat ik mij onthoud van stemming. Soms heb je weinig optimale oplossingen nodig om toch weer een stap verder te zetten. De uitdrukking van mevrouw Van Tongeren spreekt voor zich.

Mevrouw Cegerek (PvdA): Er is zojuist gevraagd naar de uitwerking van de motie van Jan Vos over het wegnemen van juridische en economische belemmeringen ...

De voorzitter: De Staatssecretaris zegt dat zij antwoord gaat geven op die vraag.

Mevrouw Cegerek (PvdA): Er werd daarnet ook al aan gerefereerd, maar dat ging iets te snel. Daarom wilde ik vragen ...

De voorzitter: ... komt er nog wat van?

Staatssecretaris Mansveld: Er werd gesuggereerd dat het rapport er al tijden ligt. Dat is niet waar; het is in december gereedgekomen. Daarna heeft afstemming plaatsgehad met Economische Zaken. Om tot een afgewogen kabinetsreactie te komen, vind ik het belangrijk dat wij een gesprek aangaan met de oliemaatschappijen en de ngo's. Dit gesprek zal binnenkort worden georganiseerd. Daarna zal ik het rapport met een reactie naar de Kamer sturen. Dat gaat sowieso dit kwartaal lukken.

Ik kom op de sportverenigingen en de scholen in relatie tot het Afvalfonds Verpakkingen. De Kamerleden kennen mij inmiddels iets beter. Dit is natuurlijk gewoon een hartstikke leuk idee. Ik vind dat ik daarin moet meedenken. Het belonen van koplopers is belangrijk. Voor elke gemeente is geld gereserveerd voor het bestrijden van zwerfafval in de openbare ruimte. Deze vrije keuze is formeel vastgelegd in de raamovereenkomst. Ik zal het idee, dat ik onderstreep, naar de gemeenten doorgeleiden. Wat vind ik belangrijk als het om afval gaat? Afval gaat over uw straat, mijn straat, het park om de hoek, het schoolplein en de zaterdagmarkt. Wij willen de gemeenten de vrijheid laten om het zo te doen dat het het meest effectief is en dat de mensen erbij betrokken zijn die erbij betrokken moeten zijn. Scholen en sportverenigingen zijn niet de verdachten. Sterker nog, het zijn juist de partijen die er echt heel betrokken bij zijn. Ik vind het heel goed als dit lokaal gebeurt. Lokaal moet die betrokkenheid op een goede manier worden geborgd. De ene voetbalvereniging is nu eenmaal de andere niet. Het kan per gemeente verschillend liggen. Met het samengaan van gemeenten begrijp ik dat ook voetbalverenigingen soms over meerdere dorpen gaan.

Dan de deadline inventarisatie asbest. Ziekenhuizen hebben hun zaak voor een heel groot deel op orde. Ik meen dat het zelfs om 93% gaat. Wij hebben al een gesprek gehad over de scholen. Ik heb gezegd dat ik de scholen jaarlijks een brief zal sturen. Er komen nieuwe ouderraden, er komen nieuwe docenten. Je zult duidelijk moeten maken dat een inventarisatie belangrijk is. De afspraak is dat er geen spijker in de muur gaat voordat die inventarisatie is gedaan. Op grond van de huidige regelgeving kan er geen deadline worden gesteld. Wat wel kan, is de ziekenhuizen en de gemeenten aansturen. Dat doe ik jaarlijks steeds opnieuw: o ja, asbest. Dat vind ik onder meer voor de ouderraden belangrijk. Iedereen moet zich er steeds opnieuw bewust van zijn dat er geen spijker in de muur mag zonder een inventarisatie.

Tot slot de warmetruiendag. Ik vind het belangrijk dat er warmtebeheer in een gebouw is. Zo'n warmetruiendag heeft een gewichtige symboliek. Het maakt je bewust van een aantal zaken. Ik leef thuis met iemand die het altijd kouder heeft dan ik, dus ik loop de hele dag te denken: kan die verwarming niet naar beneden? Als je maar lang genoeg samenwoont, vind je daar een middenweg in. Ik wil niemand een kledingkeuze opleggen, maar ik begrijp de boodschap. Ik heb geen trui bij me, maar ik zal morgen thuis in ieder geval een deel van de dag die trui aan doen. Ik zal er een foto aan wagen.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Dat is sportief van deze Staatssecretaris. Dank.

De voorzitter: Zit de Staatssecretaris op Twitter?

Staatssecretaris Mansveld: Nee, maar ik zal iemand anders laten twitteren.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Ik doe dat met plezier.

Staatssecretaris Mansveld: Ik zou het prettig vinden als mevrouw Van Tongeren er dan ook een foto van mevrouw Van Tongeren in trui bij twittert.

De voorzitter: Dat gaan wij allemaal morgen doen. Ik constateer dat de Kamer behoefte heeft aan een korte tweede termijn.

Mevrouw Cegerek (PvdA): Voorzitter. Ik ben erg blij met de beantwoording door de Staatssecretaris. Ik heb een aantal vragen over duurzaam inkopen gesteld en de suggestie van een prijs gedaan. Ik ben benieuwd hoe snel de Staatssecretaris hierover gaat overleggen met haar collega. Zij zal voor de zomer een brief naar de Kamer sturen. Ik doe de suggestie om daarbij goed de doelen en de middelen te schetsen. Dan hoeven wij niet opnieuw om uitleg te vragen.

De Staatssecretaris heeft verwezen naar het loket duurzaam inkopen. Wordt dat een website of ook een fysiek loket?

Elke keer als wij het over duurzaam hout hebben, gaat het over Maleisië. Ik vraag de Staatssecretaris om een brief met een overzicht van de landen waaruit wij hout importeren en om welke hoeveelheden en bedragen het hierbij gaat. Hout is bij uitstek een grondstof die voor vele producten kan worden gebruikt, maar ook heel goed kan worden hergebruikt. In die zin is het goed om een totaalbeeld te krijgen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66): Voorzitter. De Staatssecretaris heeft goed begrepen dat er in deze commissie grote behoefte bestaat aan actie om duurzaam inkopen tot een groot succes te maken. Ik zou haar willen vragen wanneer zij samen met haar collega Blok met de brief komt. Dan kunnen wij bekijken of wij die brief kunnen betrekken bij het VAO of bij een ander AO.

De Staatssecretaris zei in het kader van asbest dat er geen spijker in de muur gaat zonder een inventarisatie. Ik zou dat niet durven garanderen. Ik kom dagelijks op een basisschool en ik zou niet durven garanderen dat daar een inventarisatie is gemaakt en dat de conciërge of een juf of een meester niet af en toe een spijker in de muur slaat. Zolang er geen inventarisatieplicht is, kun je dat niet garanderen en lopen wij dus risico's. Er is wel een inventarisatieplicht zodra er verbouw- of sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd, maar in al die oude scholen die voorlopig nog niet verbouwd worden, wil men ook weleens wat ophangen. Een inventarisatieplicht zou ook die laatste scholen zekerheid geven. Ik vraag de Staatssecretaris om daar toch nog eens over na te denken.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA): Voorzitter. Ik dank de Staatssecretaris voor haar beantwoording en de positieve benadering van de scholen en de sportverenigingen. Het is een mooie toezegging, maar ik had al eerder gevraagd om overleg met de VNG. Ik ben benieuwd of dat overleg al heeft plaatsgevonden.

Wanneer krijgen wij de brief met een reactie op de brief van De Groene Zaak en anderen?

Ik dank de Staatssecretaris voor de toezegging dat zij met een brief komt met het overzicht van de manier waarop er per ministerie duurzaam en innovatief wordt ingekocht. Natuurlijk wordt dit straks een onderdeel van een groter geheel. Dat juichen wij toe, maar wij willen die brief graag voor het VAO hebben.

De heer Remco Dijkstra (VVD): Voorzitter. Ik dank de Staatssecretaris voor haar antwoorden. Duurzaam inkopen hoeft niet duurder te zijn en het is goed om te bekijken of wij het wat moderner en flexibeler kunnen maken. Wij willen af van die bureaucratische afvinklijstjes. Ik verwijs ook naar de regels die wij al hebben voor de aanbestedingen. Het is heel goed mogelijk om de total cost of ownership en de levenscyclusanalyse toe te passen. Volgens mij gebeurt dat ook en zijn inkopers hartstikke serieus en professioneel met hun vak bezig, ook bij gemeentes en provincies. Ik heb dus niet zo veel behoefte aan heel veel nieuwe dingen, behalve een open mind om te bekijken hoe je het beter kunt doen.

Ik werd getriggerd door de antwoorden van de Staatssecretaris over het hout. Wij zijn al een tijd bezig. De Staatssecretaris gaat met een aantal landen iets opstellen en misschien hebben wij dan eindelijk in 2016 een inkoopbeleid voor de hele EU. Ik wil niet dat wij zelf beleid ontwikkelen en alle landen achter onze filosofie proberen te krijgen, nee, ik wil dat wij ons aansluiten bij wat internationaal gebruikelijk is. Wij hebben een koepelorganisatie FSC of PEFC die bepaalt of iets duurzaam is of niet. Dat moeten wij accepteren. Ik dring aan op spoed. Ik zal de schriftelijke antwoorden goed bestuderen, dus ik hou een slag om de arm.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Ook ik ga met interesse de antwoorden van de Staatssecretaris op de vragen van de VVD-collega lezen, maar ik denk wel dat ik er met een andere bril naar zal kijken.

Ik proef bij deze commissie en ook bij de Staatssecretaris een stuk urgentie als het gaat om duurzaamheid en duurzaam inkopen. Ik ben blij dat de Staatssecretaris de brief aan De Groene Zaak met de Kamer wil delen. Ik vraag haar wanneer die brief er precies komt. Ik zou eigenlijk één woord voor die brief willen onderstrepen, namelijk het woord «regie». Het is nu versnipperd. Het ligt bij decentrale overheden, het ligt bij waterschappen. Ik vind het heel belangrijk dat wij niet op de stoel van gemeenten gaan zitten, maar ergens zal er regie moeten worden gevoerd. Voor het bedrijfsleven en voor de burgers is er gewoon dé overheid. Als overheid moeten wij één duidelijke strategie hebben. Ik daag de Staatssecretaris uit om die regie op te pakken en om in de brief te duiden hoe zij er invulling aan wil geven.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks): Voorzitter. Ook GroenLinks steunt de richting die de Staatssecretaris met duurzaam inkopen is ingeslagen. Net als de andere woordvoerders wachten wij de beantwoording in de brief af. Ik heb begrepen dat de waterschappen het echt behoorlijk goed op orde hebben. Kunnen wij daar lessen uit trekken die wij kunnen uitrollen voor andere overheden? Verder sluit ik mij aan bij de eerder gemaakte opmerkingen, met uitzondering van die namens de VVD-fractie.

Staatssecretaris Mansveld: Voorzitter. Ik heb de waterschappen al genoemd en ik vind het belangrijk dat zij meegaan en hun inbreng leveren.

Duurzaam inkopen ligt bij de Minister voor Wonen en Rijksdienst. Er is gevraagd om een plan tot 2020. Dat betekent dat die brief niet binnen twee weken klaar is. Ik heb eerder het tijdstip net voor de zomer genoemd. De brief zal mede namens Minister Blok geschreven worden. Ik wil laten blijken dat ik de inbreng alhier serieus neem, ik wil reageren op de genoemde brief en ik wil de VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen bij het verhaal betrekken. Mevrouw Dik-Faber heeft gelijk: er is één overheid. Maar die ene overheid is op 12 plus 393 plus zo veel departementen gehuisvest. De uitstraling van één overheid is belangrijk, maar die overheid heeft natuurlijk heel veel vestigingen en locaties. Het is best een beweging die moet worden gemaakt. Het is een kwestie van langzaam of hard vooruitgaan en niet van achteruitgaan.

De heer Dijkstra wil dat het proces met de EU sneller gaat. Het is belangrijk dat wij kunnen aansluiten bij andere landen. Ik heb al gezegd dat het VK daar makkelijk in is, want onze methodieken lijken op elkaar. Maar er is nu nog geen Europees kader. Dat werkt het snelst als er een goed voorstel komt van een aantal landen. Dan kan het voorstel omarmd worden en in proces worden gebracht. Er is volgende week overleg met het VK. Dat gaat niet in het tempo dat de heer Dijkstra graag zou zien. Het tempo in de EU ligt iets lager, omdat het op een andere manier vormgegeven wordt. Helaas kan ik daar weinig aan doen. Het enige wat ik kan doen, is het systeem zo goed gebruiken, dat er maximale snelheid in komt. Dat doe ik samen met het VK, Denemarken en Duitsland.

De stand van zaken bij scholen en sportverenigingen kan ik op dit moment niet geven, maar ik zal het graag later naar de Kamer sturen.

Over asbest heb ik een heel uitgebreide brief gestuurd. Ik kan mij het debat nog vrij goed herinneren. Eigenlijk is het punt van mevrouw Van Veldhoven weer de kern van dat debat. Ik beloof dat ik er nog eens naar zal kijken, maar ik stap op dit moment niet zomaar van mijn standpunt af.

Het loket Pianoo is een onlineloket met een telefoonnummer. Het is een community voor professionals. Het is digitaal, maar er worden ook workshops en trainingen gegeven. Dat is de huidige vorm.

Uit welke landen importeren wij hout? Binnenkort komt de Monitor duurzaam hout uit. Dit soort vragen wordt daarin beantwoord. Ook wordt ingegaan op de marktmeting van 2013. Afhankelijk van de vraag of de monitor vragen voldoende beantwoordt, zal ik dit meenemen in de voortgangsrapportage. Ik zal de informatie bundelen en in dezelfde context plaatsen.

De voorzitter: De Staatssecretaris heeft een aantal toezeggingen gedaan:

  • Samen met de Minister voor Wonen en Rijksdienst en de Minister van Economische Zaken stuurt de Staatssecretaris een plan van aanpak inzake duurzaam inkopen naar de Kamer. Hierin zal worden ingegaan op de vragen die in dit algemeen overleg zijn gesteld. Ook zal worden ingegaan op de brief van 27 januari 2015 van een zestal partijen inzake duurzaam inkopen. Deze brief zal waarschijnlijk voor de zomer bij de Kamer arriveren.

  • De Staatssecretaris zorgt op korte termijn voor een brief over het tijdpad van het plan van aanpak duurzaam inkopen. Zij zal daarbij mogelijk ingaan op de plannen per ministerie.

  • De Staatssecretaris stuurt de Kamer een brief over de afwegingen die zijn gemaakt bij de tijdelijke aanpassing van het houtinkoopbeleid en eventuele negatieve neveneffecten daarvan.

  • De Staatssecretaris stuurt de Kamer dit jaar een evaluatie van TPAC.

  • De Staatssecretaris zal de Staatssecretaris van Economische Zaken vragen om schriftelijk in te gaan op de vragen van het lid Dik-Faber inzake de evaluatie van de houtverordening.

  • De Staatssecretaris stuurt het rapport van Ecorys inzake de barrières voor fossiele transportbrandstof nog dit kwartaal naar de Kamer, inclusief een kabinetsreactie.

  • De Staatssecretaris stuurt de Kamer een brief over de stand van zaken rond duurzame initiatieven van sportverenigingen.

Ik dank de Staatssecretaris en haar staf voor hun aanwezigheid. Ik dank de mensen op de publieke tribune en de woordvoerders. Ik wens u allen een genoeglijke avond.

Sluiting 17.05 uur.

Naar boven