29 628 Politie

33 199 Beleidsdoorlichting Veiligheid en Justitie

Nr. 738 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2017

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft mij geïnformeerd over de onderwerpen waarvoor zij bijzondere belangstelling heeft bij de behandeling van de eindrapportage van de commissie Evaluatie Politiewet 2012 en de bijbehorende kabinetsreactie.1 Aanvullend heeft de vaste commissie een aantal vragen gesteld over de aangekondigde beleidsdoorlichting multidomein 2012–2017 (verder: multidomein).2 Hieronder geef ik een reactie op beide brieven.

Ik heb conform het verzoek van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie de onderwerpen waarin zij in het bijzonder geïnteresseerd is bij de evaluatie van de Politiewet 2012, doorgeleid naar de voorzitter van de commissie Evaluatie Politiewet 2012. De commissie heeft mij naar aanleiding daarvan aangegeven dat zij conform de Politiewet 2012 een evaluatie uitvoert over de doeltreffendheid en effecten van de wet in de praktijk3:

«De Politiewet 2012 ziet op een wijziging van het politiebestel en brengt een andere inrichting van de politieorganisatie mee. Het spreekt vanzelf dat de onderwerpen die de vaste commissie naar voren brengt zoals: gezag en beheer (waaronder de relatie Minister korpschef, sturing en toezicht), inrichting van het korps (bedrijfsvoering, ICT) en effectiviteit en financiën worden behandeld.

Andere onderwerpen die de commissie noemt zoals HRM (o.a. diversiteit, arbeidsomstandigheden, rol vakbonden, kwaliteit van de opsporing), preventie en privacy, worden niet primair door deze wet geregeld en zijn om die reden geen zelfstandig voorwerp van onderzoek in het kader van deze wetsevaluatie

De commissie verwacht in de loop van november 2017 de eindrapportage af te ronden. De commissie heeft mij verzocht om de instelling van de commissie – die liep tot 1 oktober 2017 – daarom te verlengen. De Regeling instelling commissie Evaluatie Politiewet 2012 is daarom gewijzigd.4

Ik maak graag van de gelegenheid gebruik om enkele processtappen rond de evaluatie en de vorming van de nationale politie nader te duiden.

Ik zal het eindrapport van de commissie na ontvangst onverwijld aan de Staten-Generaal aanbieden. Omdat de evaluatie van de Politiewet 2012 naar zijn aard vraagstukken over de werking van het politiebestel omvat, is het van groot belang om de gezagen, andere bij de politie betrokken partijen en de politie zelf bij de standpuntbepaling over de uitkomsten en aanbevelingen van de commissie Evaluatie Politiewet 2012 te betrekken. Dit om tot een standpunt te komen dat een breed draagvlak heeft. Ik verwacht daarom dat mijn opvolger het kabinetsstandpunt in het eerste trimester van 2018 zal kunnen aanbieden aan de Staten-Generaal.5

Naar verwachting medio december 2017 ontvangt uw Kamer de reguliere voortgangsbrief politie. Deze omvat in ieder geval de volgende punten:

  • Appreciatie stand van zaken na vijf jaar vorming nationale politie

    • Eindstand van de «basis op orde» / herijking en het validatieoordeel van de Inspectie Veiligheid en Justitie daarop.

    • Het afrondende onderzoek van de Inspectie Veiligheid en Justitie over de realisatie van de vorming nationale politie.

    • De voortgang op het terrein van de versterking van de opsporing.

    • Cultuur.

  • De voortgang van het aanvalsprogramma ICT politie

    • Eindrapport van de Review Board Aanvalsprogramma ICT politie.

Op de onderwerpen waarvan de vaste commissie aangeeft bijzondere belangstelling te hebben maar waarvan de evaluatiecommissie aangeeft dat zij deze niet meeneemt in de evaluatie van de Politiewet 2012, zal ik ingaan bij deze voortgangsbrief – voor zover er niet recent al met uw Kamer over is gecommuniceerd.

In reactie op de vragen van de vaste commissie over de aangekondigde beleidsdoorlichting multidomein 2012–2017 kan ik melden dat dit een reguliere beleidsdoorlichting is zoals voorgeschreven in de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek. Het betreft een beleidsdoorlichting van begrotingsartikel 31.3 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Dit artikel bevat de posten «beheer multisystemen», «internationale samenwerkingsoperaties» en enkele kleinere posten als «bijdrage medeoverheden» en enkele subsidies en opdrachten. Een aantal van deze kleinere posten heeft betrekking op (subsidies voor) de ondersteuning van de kwaliteit, arbeidsvoorwaarden en ICT politie. Voor de helderheid merk ik op dat de budgetten voor personeel en ICT van de politie deel uit maken van artikel 31.2 «Bekostiging Politie» en derhalve geen onderdeel uitmaken van de beleidsdoorlichting multidomein.

Gezien de omvang van de budgetten ligt de focus binnen artikel 31.3 op het «beheer multisystemen» en «Internationale samenwerkingsoperaties». De beleidsdoorlichting zal daarom vooral op die twee onderwerpen ingaan. De beleidsdoorlichting heeft geen betrekking op de arbeidsvoorwaarden van politie. Naast het reeds uitgevoerde onderzoek naar het huidige beleidskader internationale samenwerkingsoperaties door het WODC en het aangekondigde beleidsonderzoek multidomein is mij geen ander onderzoek op het terrein van internationale samenwerkingsoperaties bekend.

Vanzelfsprekend worden – voor zover van toepassing – bevindingen uit de evaluatie van de Politiewet 2012 en uit het interdepartementale beleidsonderzoek «Effectiviteit politie» meegenomen in de beleidsdoorlichting multidomein en de kabinetsreactie daarover.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok


X Noot
1

Brief van 15 september 2017

X Noot
2

Brief van 11 oktober 2017

X Noot
5

Mogelijk buiten de termijn van drie maanden zoals vermeld in artikel 24 Kaderwet adviescolleges.

Naar boven