Besluit van 1 september 2014, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 25 november 2013, houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid, het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 in verband met aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wijzigingen van wetgevingstechnische of anderszins ondergeschikte aard (Stb. 2013, 492)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 20 augustus 2014, nr. IENM/BSK-2014/168169, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV, eerste lid, van het Besluit van 25 november 2013, houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid, het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 in verband met aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wijzigingen van wetgevingstechnische of anderszins ondergeschikte aard (Stb. 2013, 492);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De artikelen I en II van het Besluit van 25 november 2013, houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid, het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 in verband met aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wijzigingen van wetgevingstechnische of anderszins ondergeschikte aard (Stb. 2013, 492) treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 1 september 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Uitgegeven de vijfentwintigste september 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit voorziet in de inwerkingtreding van de artikelen I en II van het Besluit van 25 november 2013, houdende wijziging van het Registratiebesluit externe veiligheid, het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 in verband met aanpassing aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen en wijzigingen van wetgevingstechnische of anderszins ondergeschikte aard (Stb. 2013, 492) (hierna: Besluit van 25 november 2013).

Het Besluit van 25 november 2013 bevat voornamelijk wijzigingen van het Registratiebesluit externe veiligheid (Stb. 2006, 656; hierna: Registratiebesluit) die noodzakelijk zijn in verband met de inwerkingtreding van het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Stb. 2010, 686; hierna: Bevb), (grotendeels) met ingang van 1 januari 2011 en deels met ingang van 1 juli 2011, onderscheidenlijk 1 juli 2013.

Tevens voorziet het Besluit van 25 november 2013 in enkele correcties van het Bevb en in enkele wijzigingen van wetgevingstechnische of anderszins ondergeschikte aard van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo 1999).

Het Registratiebesluit geeft uitvoering aan de registratieplicht voor risicovolle situaties uit de artikelen 12.12 en 12.13 van de Wet milieubeheer (Wm) en wijst categorieën van inrichtingen, buisleidingen en transportroutes aan waarover het risicoregister gevaarlijke stoffen (het risicoregister) gegevens moet bevatten. Daarnaast bevat het Registratiebesluit voorschriften over de inhoud van het register en termijnen voor de verstrekking van gegevens. Risicogegevens over inrichtingen, buisleidingen en transportroutes moeten door het bevoegd gezag worden verstrekt aan de beheerder van het risicoregister, zodat deze in het register worden opgenomen. Welk bestuursorgaan het bevoegd gezag is, hangt af van het soort risicovolle situatie. Dit is uitgewerkt in artikel 12.11 van de Wm.

Artikel IV, eerste lid, van het Besluit van 25 november 2013 bepaalt dat het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I en II van dat besluit bij koninklijk besluit wordt vastgesteld. Artikel IV, tweede lid, van het Besluit van 25 november 2013 voorzag al wel in de inwerkingtreding van artikel III van het Besluit van 25 november 2013 omdat dat artikel diende ter implementatie van een Europese richtlijn.

Artikel I van het Besluit van 25 november 2013 heeft betrekking op het vervoer door buisleidingen van stoffen die op grond van artikel 2 van het Besluit externe veiligheid buisleidingen bij ministeriële regeling zijn aangewezen. Deze buisleidingen hebben externe veiligheidseffecten voor de omgeving en moeten daarom door de Minister van I en M tevens worden opgenomen in het risicoregister gevaarlijke stoffen dat gegevens over de externe veiligheid bevat. Het risicoregister geeft onder andere de ligging aan van de 10-6 per jaar contour en indien beschikbaar tevens de 10-5 en de 10-8 per jaar contour van het plaatsgebonden risico. Ook kunnen in het risicoregister gegevens over het groepsrisico worden opgenomen. Artikel I kon pas in werking treden wanneer de stoffen waarvoor registratie moet plaatsvinden van de buisleidingen waardoor zij worden vervoerd, waren aangewezen. De Regeling externe veiligheid buisleidingen die daarin voorziet, is op 1 juli 2014 in werking getreden.

Artikel II bevat wijzigingen van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Het artikel is gebaseerd op artikel 5.1 van de Wet milieubeheer. Volgens artikel 21.6, vijfde lid, van de Wet milieubeheer moest hiervoor een nahangprocedure worden gevolgd. Deze nahangprocedure liep nog op het moment van inwerkingtreding van artikel III, maar is inmiddels afgelopen.

Het was de bedoeling dat het Besluit van 25 november 2013, vanwege de samenhang met de Regeling externe veiligheid buisleidingen, net als die regeling in werking zou treden op 1 juli 2014. Om redenen die hierna nog zullen worden toegelicht, is het niet gelukt om hierin te voorzien.

Het is om de volgende redenen wenselijk dat artikel I van het Besluit van 25 november 2013 zo spoedig mogelijk in werking treedt.

Als gevolg van de niet-tijdige inwerkingtreding van artikel I sluit het Registratiebesluit sinds 1 juli 2014 niet goed aan op het Besluit externe veiligheid buisleidingen en de Regeling externe veiligheid buisleidingen. Onder meer is nu niet geregeld op welke manier het plaatsgebonden risico en het groepsrisico voor buisleidingen wordt vastgesteld. Dit is ongewenst, omdat het juist de bedoeling van het risicoregister is uit een oogpunt van (informatie over) veiligheid de risicocontouren van het plaatsgebonden risico en (eventueel) het groepsrisico aan te geven. Daarvoor is nodig dat deze risicocontouren voor alle leidingen eenduidig kunnen worden berekend. Voorts voorziet het Besluit van 25 november 2013 in de vermelding van enkele andere gegevens die relevant zijn voor het risico van buisleidingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Het Besluit van 25 november 2013 voorziet verder in verwijzingen en andere kleine aanpassingen om ervoor te zorgen dat de regelgeving met betrekking tot de gegevens over de risico’s van inrichtingen, buisleidingen en transportroutes die in het risicoregister moeten worden bijgehouden, consistent is.

Het is wenselijk dat artikel II van het Besluit van 25 november 2013 eveneens zo spoedig mogelijk in werking treedt om verkeerde verwijzingen en enkele andere kleine maar hinderlijke omissies die als gevolg van de niet-tijdige inwerkingtreding van artikel II in het Bevi zijn blijven bestaan, ongedaan te maken.

In de nota van toelichting bij Besluit van 25 november 2013 is uiteengezet dat uit het besluit geen lasten voor bedrijven en burgers en evenmin bestuurlijke lasten voortvloeien.

Wat betreft de reden waarom het Besluit van 25 november 2013 niet zoals voorzien op 1 juli 2014 in werking is getreden, wordt het volgende opgemerkt.

Aanvankelijk was het de bedoeling dat het besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 25 november 2013 zou worden meegenomen in een besluit dat tevens zou voorzien in de inwerkingtreding van een aantal regelingen die verband houden met de Wet basisnet, waarvan inwerkingtreding met ingang van 1 juli 2014 was beoogd. Omdat de nahangprocedure op 1 juli 2014 echter nog niet was afgerond, kon de beoogde datum van inwerkingtreding niet worden gehaald. Het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet basisnet en daarmee verband houdende regelgeving is op dit moment nog onzeker omdat zij afhankelijk is van de afronding van de nahangprocedure. Met het onderhavige besluit wordt alsnog afzonderlijk voorzien in de inwerkingtreding van het Besluit van 25 november 2013 op de kortst mogelijke termijn na 1 juli 2014. Dit is mogelijk omdat het Besluit van 25 november 2013 geen verband houdt met het basisnet en de nog lopende nahangprocedure.

De uitzondering op de voorgeschreven inwerkingtredingstermijn is in overeenstemming met aanwijzing 174, vierde lid, onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving omdat hierdoor aanmerkelijke ongewenste publieke voor- of nadelen worden voorkomen, met name dat burgers onnodig veiligheidsrisico’s lopen als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen en informatie hierover niet openbaar beschikbaar wordt gesteld.

Voor het overige is de uitzondering op de voorgeschreven inwerkingtredingstermijn in overeenstemming met aanwijzing 174, vierde lid, onder c, van de Aanwijzingen voor de regelgeving, waarin een uitzondering wordt gemaakt voor reparatieregelgeving waarvan de inwerkingtreding niet kan wachten. De artikelen I en II bevatten wetgevingstechnische reparaties van het Registratiebesluit externe veiligheid en het Besluit externe veiligheid buisleidingen die als zodanig moeten worden aangemerkt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven