Besluit van 15 april 2014, houdende aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en andere wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van de zorg

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 20 maart 2014, kenmerk 351187-118816-WJZ, gedaan mede namens Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Veiligheid en Justitie;

Gelet op:

  • de artikelen 32, tweede en derde lid, en 34, derde lid, van de Zorgverzekeringswet;

  • de artikelen 5, vierde lid, 7, tweede, derde en vierde lid, 9, tweede lid, 40, eerste lid, en 77 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

  • artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg;

  • artikel 33a, tweede en vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • artikel 1, tweede lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 2 april 2014, no. W13.14.0075/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 april 2014, kenmerk 359023-119540-WJZ, gedaan mede namens Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Veiligheid en Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In de artikelen 3.3, 3,4, eerste lid, 3.5, eerste lid, 3.6, eerste lid, 3.7, eerste lid, 3.8, 3.9, 3.10, eerste, derde en vierde lid, 3.11, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 3.12, eerste en tweede lid, aanhef alsmede onder a tot en met c, 3.13, 3.14, 3.15, eerste en tweede lid, 3.16, eerste lid, 3.17, eerste en tweede lid, 3.18, 3.19, eerste, derde en vierde lid, 3.20, eerste en tweede lid, 3.21, eerste en tweede lid, 3.22, eerste lid, 3.23, eerste en derde lid, 3a.2, eerste tot en met derde lid, 3a.3, tweede lid, en 3a.4 van het Besluit zorgverzekering wordt «College zorgverzekeringen» telkens vervangen door: Zorginstituut.

ARTIKEL II

Het Besluit Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.1, onder l, komt te luiden:

l. Zorginstituut:

het Zorginstituut Nederland, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

B

In de artikelen 4.2, 4.3, 4.4, eerste, tweede, vierde, zesde, zevende lid, 4.5, eerste tot en met vierde lid, 4.6, 4.8, 4.9 en 4.10, tweede en derde lid, wordt «College zorgverzekeringen» telkens vervangen door: Zorginstituut.

ARTIKEL III

In de artikelen 3, vierde lid, 8, vierde, 9, tweede lid, en 10, tweede lid, van het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering wordt «College zorgverzekeringen» telkens vervangen door: Zorginstituut.

ARTIKEL IV

In de artikelen 2, eerste tot en met derde lid, 2a, 7 en 13 van het Inschrijvingsbesluit bijzondere ziektekostenverzekering 1992 wordt «College zorgverzekeringen» telkens vervangen door: Zorginstituut.

ARTIKEL V

Het Besluit SUWI wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, onder q, komt te luiden:

q. Zorginstituut:

het Zorginstituut Nederland, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de ZVW;.

B

In artikel 5.7, onder b, wordt «College zorgverzekeringen» vervangen door: Zorginstituut.

ARTIKEL VI

In de bijlage als bedoeld in artikel 2 van het Besluit BIBOB wordt «College voor zorgverzekeringen» vervangen door: Zorginstituut Nederland.

ARTIKEL VII

In artikel 28a van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 wordt «College zorgverzekeringen» vervangen door: Zorginstituut Nederland.

ARTIKEL VIII

In artikel 3, eerste lid, onder b, van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG wordt «College zorgverzekeringen» vervangen door: Zorginstituut.

ARTIKEL IX

In artikel 19, tweede lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ wordt «College zorgverzekeringen» vervangen door: Zorginstituut.

ARTIKEL X

In Artikel II van het Wijzigingsbesluit Besluit zorgverzekering (bijdrage voor zorgverzekeraars die wanbetalers verzekerd houden) wordt «College voor zorgverzekeringen» vervangen door: Zorginstituut.

ARTIKEL XI

Indien de artikelen II, onderdelen D en E, en III, onderdelen C en D, van het Besluit van 2 oktober 2013, houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met beperking van de ex post compensatiemechanismen voor de vaststelling van de vereveningsbijdrage (Stb. 384), in werking treden, wordt in de artikelen 3.18 en 3.20, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering «College zorgverzekeringen» vervangen door: Zorginstituut.

ARTIKEL XII

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2014. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 maart 2014, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 april 2014.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 15 april 2014

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Uitgegeven de dertiende mei 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Met de inwerkingtreding van de wet die het takenpakket van het College voor Zorgverzekeringen (CvZ) uitbreidt met taken ten aanzien van kwaliteit van zorg wordt de naam van het college gewijzigd in: Zorginstituut Nederland (Wet van 11 december 2013 tot wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg en andere wetten in verband met de taken en bevoegdheden op het gebied van de kwaliteit van de zorg, Stb. 2013, 578). De taken op het gebied van de kwaliteit van de zorg zullen worden uitgevoerd door het Kwaliteitsinstituut, als onderdeel van het Zorginstituut.

Dit besluit strekt tot wijziging van de tenaamstelling van het CvZ in een aantal algemene maatregelen van bestuur en heeft een technisch karakter. Het besluit heeft geen regeldrukgevolgen voor burgers en bedrijven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven