Besluit van 4 april 2014, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 18 december 2013, met uitzondering van artikel I, onderdelen Xb en Xc, tot wijziging van de Waterwet en enkele andere wetten (aanvulling en verbetering; vereenvoudiging van de verontreinigingsheffing; opheffing van de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving) (Stb. 2014, 21) en van artikel I, onderdelen R, S en T, van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de uitvoering van verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Stb. 2013, 140)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 31 maart 2014, nr. IenM/BSK-2014/68757, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VI van de wet van 18 december 2013 tot wijziging van de Waterwet en enkele andere wetten (aanvulling en verbetering; vereenvoudiging van de verontreinigingsheffing; opheffing van de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving) (Stb. 2014, 21);

Gelet op artikel II van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de uitvoering van verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Stb. 2013, 140);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De wet van 18 december 2013 tot wijziging van de Waterwet en enkele andere wetten, met uitzondering van artikel I, onderdelen Xb en Xc, (aanvulling en verbetering; vereenvoudiging van de verontreinigingsheffing; opheffing van de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving) (Stb. 2014, 21), treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

  • 2. Artikel I, onderdelen R, S en T, van de wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de uitvoering van verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Stb. 2013, 140) treedt in werking met ingang van dag na publicatie van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 4 april 2014

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de zeventiende april 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

De wet van 18 december 2013 tot wijziging van de Waterwet en enkele andere wetten, met uitzondering van artikel I, onderdelen Xb en Xc (aanvulling en verbetering; vereenvoudiging van de verontreinigingsheffing; opheffing van de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving) (Stb 2014, 21) treedt in werking met ingang van 1 juli 2014. Dit betreft de artikelen en onderdelen daarvan met bepalingen die leiden tot technische aanpassingen in de Waterwet, vereenvoudiging van de verontreinigingsheffing en opheffing van de Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving.

De artikelonderdelen die leiden tot verruiming van de doelen van het deltafonds (artikel I, onderdelen Xb en Xc) treden naar verwachting met ingang van 1 januari 2015 in werking. De hiervoor benodigde middelen worden naar verwachting opgenomen in de Rijksbegroting voor 2015.

De wet van 28 maart 2013 tot wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de uitvoering van verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (Stb. 2013, 140) strekt ter uitvoering van een aantal verordeningen op het gebied van luchtvaartveiligheid. Het merendeel van de wet is op 15 maart jongstleden in werking getreden. Abusievelijk is een drietal onderdelen toen niet in werking getreden. Het onderhavige besluit herstelt deze omissie.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven