Besluit van 30 oktober 2013 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 30 oktober 2013, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 443386;

Gelet op artikel VI van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 januari 2014 treedt de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap in werking, met uitzondering van:

  • artikel I, onderdeel C, onder 2, onderdeel E, onder 2, zevende tot en met negende lid van artikel 383, onderdeel G, onder 1, vierde en zesde zin van het eerste lid van artikel 386, onderdelen K en L, onderdeel P, zevende tot en met negende lid van artikel 435, onderdeel U, onder 2, onderdeel W, onderdeel AA, onder 3, onderdeel BB, tweede lid van artikel 459 en onderdeel CC;

  • artikel III;

  • artikel V.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 30 oktober 2013

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Uitgegeven de zesde november 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap per 1 januari 2014, met uitzondering van de onderdelen van de Wet die betrekking hebben op de kwaliteitseisen en op de beloning van curatoren, bewindvoerders en mentoren. Op grond van artikel 383, 435 en 452, zevende lid, dienen curatoren, bewindvoerders en mentoren die drie of meer personen onder hun hoede hebben, aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen kwaliteitseisen te voldoen. De betreffende algemene maatregel van bestuur is in voorbereiding. Dit heeft tot gevolg dat deze bepalingen, alsmede de bepalingen die zien op de overlegging van verklaringen en verslagen omtrent het voldoen aan de kwaliteitseisen, nog niet in werking kunnen treden. Hetzelfde geldt voor de bepalingen inzake de beloning van curatoren, bewindvoerders en mentoren. Een ministeriële regeling omtrent de beloning is eveneens in voorbereiding.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven