Besluit van 17 oktober 2013 tot wijziging van het Besluit voertuigen in verband met het verstrekken van tellerstanden aan de Dienst Wegverkeer

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 15 juli 2013, nr. IenM/BSK-2013/143703, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 70m en 70n Wegenverkeerswet 1994;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 31 juli 2013, nr. W14.13.0247/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 16 oktober 2013, nr. IenM/BSK-2013/180563, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In het Besluit voertuigen wordt na hoofdstuk 3a een hoofdstuk ingevoegd luidende:

Hoofdstuk 3b. Tellerstanden

Artikel 23j

De in artikel 70m van de wet bedoelde categorieën motorrijtuigen zijn motorrijtuigen van de rijbewijscategorie B.

Artikel 23k

Erkende bedrijven verstrekken aan de Dienst Wegverkeer de tellerstand van een motorrijtuig van de rijbewijscategorie B bij:

  • a. opname in de bedrijfsvoorraad als bedoeld in artikel 62 van de wet;

  • b. beëindiging van de tenaamstelling als bedoeld in artikel 66a van de wet;

  • c. afgifte van een keuringsbewijs als bedoeld in artikel 72 van de wet;

  • d. het waarborgen dat een wijziging in de bouw of inrichting van een voertuig aan de eisen voldoet als bedoeld in artikel 100, eerste lid, van de wet;

  • e. het waarborgen dat een voertuig aan de eisen voldoet als bedoeld in artikel 106a, eerste lid, van de wet;

  • f. het inbouwen van een alcoholslot als bedoeld in artikel 132f, eerste lid, van de wet;

  • g. melding van het voorgoed buiten Nederland brengen van een voertuig als bedoeld in artikel 46, tweede lid, onder b, Kentekenreglement;

  • h. melding dat tot de bedrijfsvoorraad behorende voertuigen voorgoed buiten gebruik worden gesteld als bedoeld in artikel 46, tweede lid, onder c, Kentekenreglement;

  • i. het indienen van een aanvraag van een tenaamstelling als bedoeld in artikel 46, tweede lid, onder d, Kentekenreglement;

  • j. werkzaamheden aan de boordcomputer taxi krachtens het Besluit personenvervoer 2000;

  • k. onderhoud en reparaties, voor zover deze bedrijfsmatig worden verricht, waarvoor een bedrag van meer dan € 150 verschuldigd is.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 3 oktober 2012 ingediende voorstel van wet Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het wijzigen van de tellerstand van motorrijtuigen (33 424) tot wet is verheven of wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 17 oktober 2013

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de eenendertigste oktober 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Fraude met kilometertellerstanden van auto’s komt in Nederland veel voor. Deze fraude kost consumenten naar schatting per jaar 150 miljoen euro en betekent voor de overheid en voor verzekeringsmaatschappijen jaarlijks een schadepost van enige honderden miljoenen euro’s. Het kabinet pakt deze fraude langs twee wegen aan. In de eerste plaats is er een verbod ingevoerd op het wijzigen van kilometertellerstanden anders dan door met het motorrijtuig te rijden (artikel 70m Wegenverkeerswet 1994). In de tweede plaats is gekozen voor een publiekrechtelijke registratie van tellerstanden door de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) in het kentekenregister. Door middel van deze registratie wordt het mogelijk om «onlogische tellerstanden», standen die lager zijn dan de voorgaande stand in de reeks, te signaleren. Van het strafrechtelijk verbod en de publiekrechtelijke registratie gezamenlijk wordt een preventieve werking verwacht.1

Gekoppeld aan de publiekrechtelijke registratie is de plicht voor erkende bedrijven om de tellerstand in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen te verstrekken aan de RDW. Deze gevallen worden aangewezen in het onderhavige besluit. Dit besluit voorziet daarnaast in vaststelling van de categorie motorrijtuigen waarvoor het verbod om tellerstanden terug te draaien geldt. Hieronder wordt op beide elementen ingegaan.

2. Reikwijdte van het verbod

Artikel 70m van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: de wet) bepaalt dat het eenieder verboden is om de tellerstand van bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde categorieën van motorrijtuigen waarvoor een kentekenbewijs dient te zijn afgegeven zodanig te wijzigen of te doen wijzigen of de werking van de kilometerteller zodanig te beïnvloeden dat de op de teller aangegeven afstand niet overeenkomt met de door dat motorrijtuig werkelijk afgelegde afstand. In het voorgestelde artikel 23j is de reikwijdte van dit verbod beperkt tot motorrijtuigen van de rijbewijscategorie B. Zoals is uiteengezet in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel bestrijding tellerfraude wordt er vooralsnog voor gekozen het verbod alleen te laten gelden voor personenauto’s en bestelauto’s. Volgens de nu bekende gegevens komt tellerfraude bij deze motorrijtuigen het vaakst voor. Na twee jaar zullen de effecten van dit besluit geëvalueerd worden. Aan de hand van de resultaten van die evaluatie zal worden bezien of er aanleiding is de reikwijdte van het verbod aan te passen.

3. Gevallen waarin de tellerstand aan de Dienst Wegverkeer wordt verstrekt

Artikel 70n van de wet bepaalt dat door de RDW erkende bedrijven in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen aan de RDW de tellerstand van een motorrijtuig waarvoor een kentekenbewijs dient te zijn afgegeven moeten verstrekken. Het voorgestelde artikel 23k geeft een opsomming van deze gevallen. Erkende bedrijven zijn bedrijven die in het bezit zijn van een erkenning op grond van de wet. Er is voor gekozen om voor de opsomming aan te sluiten bij de situaties waarin een erkenninghouder ten aanzien van het motorrijtuig zijn bevoegdheid uitoefent, bijvoorbeeld door het motorrijtuig in zijn bedrijfsvoorraad op te nemen, door de tenaamstelling van dat motorrijtuig te beëindigen in verband met de export ervan of door het motorrijtuig in het kader van de algemene periodieke keuring te keuren. Het verstrekken van tellerstanden aan de RDW kan bijna automatisch «meelopen» met deze handelingen en vereist nauwelijks extra inspanning. Onder meer om ook van nog relatief jonge motorrijtuigen (namelijk motorrijtuigen waarvoor de algemene periodieke keuring nog niet geldt) tellerstanden te kunnen registreren is geregeld dat bij onderhoud en reparatie boven een bedrag van € 150 (inclusief BTW) de tellerstand aan de RDW wordt verstrekt. Al met al zal de opsomming in artikel 23k eraan bijdragen dat er snel een goed gevulde registratie van tellerstanden zal zijn, die ook voldoende tellerstanden van relatief jonge motorrijtuigen bevat.

Een aantal onderdelen van de opsomming behoeft nog een korte specifieke toelichting.

Onderdeel d (wijziging in de bouw of inrichting van een voertuig): hieronder valt ook het inbouwen van een lpg-installatie of een snelheidsbegrenzer.

Onderdeel g (export): met het oog op de toenemende internationale samenwerking bij de bestrijding van tellerfraude is het van groot belang dat de tellerstand ook bij export van een voertuig wordt geregistreerd.

Onderdeel h (voorgoed buiten gebruik stellen): met het oog op de praktijk van het «omkatten» van voertuigen is het van belang om ook van voertuigen die buiten gebruik worden gesteld de tellerstand te registreren.

Onderdeel j (werkzaamheden boordcomputer taxi): het gaat hier om een al bestaande verplichting om de tellerstand te verstrekken. Deze is thans neergelegd in artikel 17 Regeling erkenning werkplaatsen boordcomputer taxi. Deze regeling is gebaseerd op de artikelen 79 en 83 van het Besluit personenvervoer 2000. In lijn met het advies van de Raad van State op het wetsvoorstel bestrijding tellerfraude2 wordt deze verplichting thans in onderhavig besluit verankerd.

Onderdeel k (onderhoud en reparatie): met de beperking tot bedrijfsmatig verricht onderhoud en reparaties is bedoeld te voorkomen dat ook op erkende bedrijven die noodzakelijk onderhoud voor zichzelf of binnen het concern uitvoeren de plicht rust om dan de tellerstand aan de RDW te verstrekken. Alleen bij reparaties van een zeker financieel gewicht die worden verricht in opdracht van de eigenaar of houder van een voertuig (niet zijnde het erkende bedrijf zelf), geldt een plicht om de tellerstand aan de RDW te verstrekken.

Het is van belang hier ten slotte te benadrukken dat de verplichting om tellerstanden aan de RDW te verstrekken alleen geldt voor erkende bedrijven en alleen in de gevallen dat zij een op grond van die erkenning verkregen bevoegdheid uitoefenen die in de opsomming van artikel 23k is genoemd. De reden hiervoor is dat het voor de RDW alleen ten aanzien van erkende bedrijven mogelijk is om (steekproefsgewijs) toezicht te houden op de juistheid van de verstrekte tellerstanden. Dit toezicht is van belang om de betrouwbaarheid van de registratie van tellerstanden te kunnen waarborgen. De wijze waarop het toezicht wordt ingericht is geheel overeenkomstig de bestaande toezichtbeleidsregels. Deze worden al gedurende lange tijd door de RDW toegepast met het oog op de naleving van de voorschriften die voortvloeien uit het verlenen van de diverse erkenningen door de RDW.

Na twee jaar zullen de effecten van dit besluit geëvalueerd worden. Aan de hand van de resultaten van die evaluatie zal worden bezien of er aanleiding is de opsomming in artikel 23k aan te passen.

4. Uitvoering

De RDW is vanaf het begin zeer nauw betrokken geweest bij het opstellen van het wetsvoorstel bestrijding kilometertellerfraude en het onderhavige besluit. De RDW kan zich vinden in de keuzes die in het onderhavige besluit zijn neergelegd en acht deze uitvoerbaar. Vanwege de intensieve betrokkenheid heeft de RDW over het onderhavige besluit niet een formele uitvoeringstoets uitgebracht.

5. Gevolgen

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel bestrijding tellerfraude is ingegaan op de administratieve lasten voor bedrijven die de plicht tot het verstrekken van tellerstanden met zich meebrengt. Deze zijn berekend op € 482.300 per jaar en € 24.000 eenmalig.3 Bij de berekening is uitgegaan van de thans in onderhavig besluit (artikel 23k) vastgelegde verstrekkingsmomenten. Actal kon zich vinden in deze berekening en heeft het wetsvoorstel niet geselecteerd voor een advies.

6. Voorhang

Ter voldoening aan de verplichting neergelegd in artikel 2b van de wet is het ontwerpbesluit overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal. Dit heeft niet geleid tot opmerkingen.

7. Inwerkingtreding

Door middel van Artikel II is geregeld dat dit besluit in werking treedt op het moment dat het wetsvoorstel bestrijding tellerfraude tot wet is verheven en in werking treedt.

Voor overgangsrecht bestaat geen aanleiding.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het wijzigen van de tellerstand van motorrijtuigen, Kamerstukken II 2012/13, 33 424, nr. 2 (hierna: wetsvoorstel bestrijding tellerfraude).

X Noot
2

Kamerstukken II 2012/13, 33 424, nr. 4 (punt 5).

X Noot
3

Kamerstukken II 2012/13, 33 424, nr. 3, p. 6–7.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven