Wet van 1 oktober 2013, houdende wijziging van de Drank- en Horecawet teneinde enkele leeftijdsgrenzen te verhogen van 16 naar 18 jaar en de preventie en handhaving te verankeren

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele leeftijdsgrenzen van de Drank- en Horecawet te verhogen en de preventie en handhaving te verankeren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Drank- en Horecawet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na het onderdeel «barvrijwilliger» een onderdeel ingevoegd luidende:

bezoeker:

een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:

  • 1°. leidinggevenden;

  • 2°. personen die dienst doen in de inrichting;

  • 3°. personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is;

B

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «16 jaar» telkens vervangen door: 18 jaar.

2. Het tweede lid vervalt onder vernummering van het derde tot en met het zevende lid tot het tweede tot en met het zesde lid.

3. In het tweede lid (nieuw) wordt «een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt» vervangen door: een bezoeker van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.

4. In het derde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het eerste tot en met het derde lid» vervangen door: bedoeld in het eerste en tweede lid.

C

In artikel 24, vierde lid, wordt «artikel 20, eerste tot en met vierde lid» vervangen door: artikel 20, eerste tot en met derde lid.

D

In artikel 25b, tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 20, vierde lid» vervangen door: artikel 20, derde lid.

E

Na artikel 43 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 43a

  • 1. De gemeenteraad stelt uiterlijk zes maanden na inwerkingtreding van dit artikel voor de eerste maal een preventie- en handhavingsplan alcohol vast. Vervolgens wordt dit plan elke vier jaar gelijktijdig met de vaststelling van de lokale nota gezondheidsbeleid, bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Wet Publieke Gezondheid, vastgesteld. Het plan kan tussentijds worden gewijzigd.

  • 2. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet.

  • 3. In het plan wordt in ieder geval aangegeven:

    • a. wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;

    • b. welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet Publieke Gezondheid;

    • c. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen;

    • d. welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.

F

In artikel 44a, eerste lid, wordt «20, eerste tot en met vijfde lid» vervangen door: 20, eerste tot en met vierde lid.

G

In artikel 44aa, eerste lid, onderdeel b, wordt «20, eerste tot en met vijfde lid» vervangen door: 20, eerste tot en met vierde lid.

H

In artikel 45, eerste lid, wordt «Het is degene die de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt» vervangen door: Het is degenen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, met uitzondering van personen van 16 of 17 jaar die dienst doen in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waaronder begrepen het zijn van barvrijwilliger in een inrichting in beheer bij een paracommerciële rechtspersoon.

ARTIKEL II

In de Wet op de economische delicten wordt in artikel 1, onder 4°, in de zinsnede met betrekking tot de Drank- en Horecawet «20, eerste tot en met zevende lid» vervangen door: 20, eerste tot en met zesde lid.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te Wassenaar, 1 oktober 2013

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Uitgegeven de zeventiende oktober 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 341

Naar boven