Besluit van 30 augustus 2013 tot wijziging van het Besluit van 16 september 1965, houdende vaststelling van het bewijs van verzekering voor de niet-kentekenplichtige motorrijtuigen en enkele regelen met betrekking tot het bewijs van vrijstelling (Stb. 1965, 414) in verband met de vaststelling van de kenmerken van de verzekeringsplaat

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 9 juli 2013, nr. IenM/BSK-2013/128841, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op de artikelen 14 en 38 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 juli 2013, nr. W14.13.0208/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 21 augustus 2013, nr. IenM/BSK-2013/155459, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit van 16 september 1965, houdende vaststelling van het bewijs van verzekering voor de niet-kentekenplichtige motorrijtuigen en enkele regelen met betrekking tot het bewijs van vrijstelling (Stb. 1965, 414) wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel b wordt «Onze Minister van Verkeer en Waterstaat» vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.

B

In artikel 2, eerste lid, onder a, wordt «artikel 3, tweede lid», vervangen door: artikel 3, eerste lid.

C

Artikel 3 komt als volgt te luiden:

Artikel 3

  • 1. De verzekeringsplaat, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, wordt bevestigd op het achterspatbord in verticale of nagenoeg verticale stand en in de breedterichting van het gehandicaptenvoertuig, op zodanige wijze dat de op de plaat vermelde letters zich boven de op de plaat vermelde cijfers bevinden en de letters en cijfers goed zichtbaar zijn. Indien het gehandicaptenvoertuig meer achterwielen heeft, behoeft slechts één verzekeringsplaat op één van de achterspatborden te worden aangebracht. Indien het gehandicaptenvoertuig is voorzien van een bak of opbouw mag de verzekeringsplaat in plaats van op het achterspatbord ook worden bevestigd op de achterzijde van de bak of opbouw, zoveel mogelijk aan de uiterste linkerzijde daarvan.

  • 2. De verzekeringsplaat kan worden gebruikt met ingang van 1 januari van het kalenderjaar dat erop staat vermeld. De geldigheidsduur van de plaat eindigt op 30 april van het daarop volgende jaar om 24.00 uur.

  • 3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de kenmerken van de verzekeringsplaat.

D

In artikel 5, achtste lid, wordt «Artikel 3, eerste en derde tot en met zesde lid» vervangen door: Artikel 3, tweede lid.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 30 augustus 2013

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de negentiende september 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Met dit besluit zijn enkele technische voorschriften met betrekking tot de verzekeringsplaat van niet-kentekenplichtige voertuigen gedelegeerd naar ministerieel niveau. Het betreft de uiterlijke en technische kenmerken van de verzekeringsplaat, zoals de afmetingen en kleur van de plaat en van de tekens op de plaat, en de plaats en volgorde van aanduidingen als «Nederland» en het jaartal. Deze kenmerken kunnen vanwege hun technische aard bij ministeriële regeling worden vastgesteld.

De kenmerken van de verzekeringsplaat wisselen jaarlijks met het oog op de handhaafbaarheid van de wettelijke verzekeringsplicht voor niet-kentekenplichtige voertuigen. Doordat de kleur, volgorde en plaats van de aanduidingen per jaar verschillen, is eenvoudig vast te stellen of een motorrijtuig verzekerd is. Deze technische kenmerken werden voorheen jaarlijks bij ministeriële regeling vastgesteld door de Minister van Infrastructuur en Milieu. De keuze voor bepaalde kenmerken verliep niet volgens een vast patroon. Bovendien vereiste dit systeem een jaarlijkse aanpassing van de regelgeving, waardoor deze onvoldoende bestendig was. Omwille van de efficiëntie in het proces van deze jaarlijks terugkerende vaststelling van kenmerken van technische aard, is er voor gekozen een vaste systematiek voor de vaststelling van de kenmerken bij ministeriële regeling mogelijk te maken door een delegatiebepaling ter zake op te nemen. Hierdoor hoeft de regelgeving niet elk jaar te worden gewijzigd.

Bij ministeriële regeling is een systematiek vastgesteld volgens welke de verschillende kenmerken jaarlijks wisselen. Op die manier is automatisch gewaarborgd dat de verzekeringsplaten ieder jaar andere kenmerken hebben. Bovendien kan rekening gehouden worden met het risico dat bepaalde kenmerken herhaaldelijk terugkeren in vaste combinaties. Met de nieuwe systematiek wordt bijvoorbeeld voorkomen dat de kleur rood altijd gecombineerd wordt met de aanduiding «Nederland» gevolgd door het jaartal.

Dit besluit is juridisch-technisch van aard en heeft geen invloed op de administratieve lasten, uitvoeringslasten en regeldruk.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven