Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 juni
2013, nr. 2013-0000078432;
Gelet op artikel XVII, eerste lid, van het Besluit van 29 december 2008 tot wijziging
van het Besluit SUWI en enkele andere besluiten in verband met de evaluatie van de
Wet SUWI en deregulering (Stb. 2008, 597);
Hebben goedgevonden en verstaan:
Wassenaar, 21 juni 2013
Willem-Alexander
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher
Uitgegeven de tweede juli 2013
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten
NOTA VAN TOELICHTING
Artikel XVII van het Besluit van 29 december 2008 tot wijziging van het Besluit SUWI
en enkele andere besluiten in verband met de evaluatie van de Wet SUWI en deregulering
(Stb. 2008, 597) bepaalt dat dat besluit in werking treedt indien de Wet van 24 juni 2008 tot Wijziging
van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en enkele andere wetten
in verband met de evaluatie van deze wet, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen
en deregulering in werking treedt.
Er is een uitzondering gemaakt voor artikel VI, onderdeel C, onder 1°, dat in werking
treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Voor de datum van inwerkingtreding
van dit onderdeel is aansluiting gezocht bij de datum van inwerkingtreding van de
Verzamelwet SZW-wetgeving 2009. Aanleiding daarvoor is dat de basis om een maatregel
aan een vrouwelijke beroepsbeoefenaar op arbeidsovereenkomst of de vrouwelijke zelfstandige
op te leggen wegens het niet tijdig aanvragen van een uitkering in verband met zwangerschap
en bevalling, is gegeven in de Verzamelwet SZW-wetgeving 2009. Als gevolg van de Verzamelwet
SZW-wetgeving 2009 is in artikel 3:27, vijfde lid, van de Wet arbeid en zorg, geregeld
hoe het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) handelt indien sprake is
van een te late indiening van een aanvraag voor een uitkering in verband met zwangerschap
en bevalling door een vrouwelijke zelfstandige of een vrouwelijke beroepsbeoefenaar
op arbeidsovereenkomst. Bepaald is dat het UWV in dat geval handelt overeenkomstig
artikel 45 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ).
Dat onderdeel van de Verzamelwet SZW-wetgeving 2009 is in werking getreden op 28 juli
2009 en werkt terug tot en met 4 juni 2008. Bij het Besluit van 29 december 2008 tot
wijziging van het Besluit SUWI en enkele andere besluiten in verband met de evaluatie
van de Wet SUWI en deregulering is vervolgens artikel 3, onderdeel a, van het Maatregelenbesluit
socialezekerheidswetten aangepast. Op grond van deze wijziging en artikel 3:27, vijfde
lid, van de Wet arbeid en zorg kan een maatregel worden opgelegd van de eerste categorie
als bedoeld in het Maatregelenbesluit sociale zekerheidswetten bij een te late indiening
van een aanvraag voor een uitkering.
Het onderhavige besluit voorziet in de inwerkingtreding van de wijziging van artikel
3, onderdeel a, van het Maatregelenbesluit sociale zekerheidswetten. Artikel 3:27,
vijfde lid, van de Wet arbeid en zorg is weliswaar met terugwerkende kracht in werking
getreden op 4 juni 2008, waardoor wel de grondslag voor het opleggen van de maatregel
bestaat. Echter de omvang van de maatregel is geregeld in het onderdeel van het Maatregelenbesluit,
dat nu in werking treedt en waaraan wegens het karakter van de maatregel geen terugwerkende
kracht kan worden verleend.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher