Besluit van 19 juni 2013, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 22 november 2012 tot wijziging van de Wet bodembescherming met het oog op het terugbrengen van de administratieve en bestuurlijke lasten en enkele verbeteringen van de uitvoering (Stb. 2012, 621) alsmede het besluit van 27 mei 2013 tot wijziging van enige besluiten in verband met de wijziging van de Wet bodembescherming met het oog op het terugbrengen van de administratieve en bestuurlijke lasten en enkele verbeteringen van de uitvoering (Stb. 2012, 621) (Stb. 2013, 199)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 12 juni 2013, nr. IenM/BSK-2013/95566, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VII van de wet van 22 november 2012 tot wijziging van de Wet bodembescherming met het oog op het terugbrengen van de administratieve en bestuurlijke lasten en enkele verbeteringen van de uitvoering (Stb. 2012, 621) en artikel VI van het besluit van 27 mei 2013 tot wijziging van enige besluiten in verband met de wijziging van de Wet bodembescherming met het oog op het terugbrengen van de administratieve en bestuurlijke lasten en enkele verbeteringen van de uitvoering (Stb. 2012, 621) (Stb. 2013, 199);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Met ingang van 1 juli 2013 treden in werking, in de hieronder aangegeven volgorde:

  • 1. Artikel I, onderdeel N, en artikel III, onderdeel 2, van de wet van 22 november 2012 tot wijziging van de Wet bodembescherming met het oog op het terugbrengen van de administratieve en bestuurlijke lasten en enkele verbeteringen van de uitvoering (Stb. 2012, 621), en

  • 2. het besluit van 27 mei 2013 tot wijziging van enige besluiten in verband met de wijziging van de Wet bodembescherming met het oog op het terugbrengen van de administratieve en bestuurlijke lasten en enkele verbeteringen van de uitvoering (Stb. 2012, 621) (Stb. 2013, 199).

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 19 juni 2013

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Uitgegeven de zesentwintigste juni 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van het nieuwe artikel 55ab van de Wet bodembescherming. Daartoe laat het de twee overige onderdelen in werking treden van de wet van 22 november 2012 tot wijziging van de Wet bodembescherming met het oog op het terugbrengen van de administratieve en bestuurlijke lasten en enkele verbeteringen van de uitvoering (Stb. 2012, nr. 621).

De overige onderdelen van de genoemde wetswijziging zijn met ingang van 1 februari 2013 reeds in werking getreden. Dat was gewenst vanwege de met de wetswijziging samenhangende verlaging van de uitvoeringslasten en administratieve lasten, als ook de verbetering van de uitvoerbaarheid van de regels voor bodemsanering. Bovendien gaf de wetswijziging invulling aan een bezuinigingsdoelstelling.

Het nieuwe artikel 55ab van de Wet bodembescherming, inzake een verplicht nader onderzoek op bepaalde bedrijventerreinen, kon echter nog niet in werking treden omdat hiervoor eerst een algemene maatregel van bestuur moest worden vastgesteld, die inmiddels is gepubliceerd (Stb. 2013, 199). Deze maatregel en de daaraan ten grondslag liggende onderdelen van de wetswijziging kunnen daarom nu gezamenlijk in werking treden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven