Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 17 juni 2013,
nr. IENM/BSK-2013/120985, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, na overleg
met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Overwegingen
Op 15 mei 2013 heeft de raad van de gemeente Voerendaal de beheersverordening «Hellebeuk»
(identificatienummer NL.IMRO.0986.BVOHELLEBEUK-VA01
) vastgesteld. Burgemeester en wethouders van Voerendaal hebben het besluit van de
raad bekend gemaakt in de Staatscourant van 22 mei 2013, nr. 13673.
Bij brief van 24 mei 2013 hebben Gedeputeerde Staten van Limburg Onze Minister van
Infrastructuur en Milieu verzocht om het besluit van de raad voor te dragen voor vernietiging.
Bij brief van 31 mei 2013 hebben GS het verzoek nader gemotiveerd.
Bij brief van 25 mei 2013 hebben de fracties van de PvdA, CDA en VVD van de raad van
de gemeente Voerendaal het verzoek gedaan om het bovengenoemde raadsbesluit voor vernietiging
voor te dragen.
Bij brief van 4 juni 2013 heeft advocaat Sangers te Maastricht namens twee cliënten,
die gezamenlijk eigenaar zijn van vijf recreatiebungalows in het park «Domein Hellebeuk»,
verzocht om het bovengenoemde raadsbesluit voor vernietiging voor te dragen.
Door GS is aangevoerd dat er door de raad een oneigenlijk gebruik gemaakt is van het
instrument van de beheersverordening, dat aan de verordening inhoudelijk gezien juridische
gebreken kleven en dat er sprake is van een doorkruising van het provinciaal volkshuisvestingsbeleid,
hetgeen strijd met het recht en het algemeen belang tot gevolg heeft.
Door de genoemde raadsfracties en door advocaat Sangers is eveneens aangevoerd dat
de beheersverordening niet toegepast had mogen worden. Bovendien is naar voren gebracht
dat er geen rechtsbeschermingsmogelijkheden zijn tegen de vaststelling van de beheersverordening
en dat de raad met zijn keuze bewust het provinciaal volkshuisvestingsbeleid wilde
doorkruisen. Tot slot melden zij dat er ernstige vermoedens zijn dat bij de besluitvorming
sprake is geweest van een (ongeoorloofde) belangenverstrengeling. Door een van de
particuliere verzoekers is bij separate brief van 2 juni 2013 naar voren gebracht
dat met de beheersverordening de recreatieve bewoner in zijn belangen ernstig tekort
wordt gedaan en dat de overlast door de permanente bewoning, hetgeen in strijd is
met het bestemmingplan, groot is. Ook wijst bedoelde verzoeker er op dat de wethouder
en een fractievoorzitter – gesteld wordt dat negen panden in het park in hun bezit
of dat van hun familie zijn – misbruik hebben gemaakt van hun politieke macht.
Gezien het bovenstaande bestaat er voldoende aanleiding te onderzoeken of het genoemde
besluit van de raad van de gemeente Voerendaal op grond van strijd met het recht,
dan wel met het algemeen belang, vernietigd dient te worden.
In afwachting van de uitkomsten van dat onderzoek is het gewenst de inwerkingtreding
van de beheersverordening te schorsen.
Besluit
Gelet op artikel 268 van de Gemeentewet, juncto artikel 10:43 van de Algemene wet
bestuursrecht;
Wassenaar, 17 juni 2013
Willem-Alexander
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
Uitgegeven de twintigste juni 2013
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven