Besluit van 16 april 2013, houdende wijziging van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (uitbreiding flexibiliteitsregeling)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 5 maart 2013, nr. IenM/BSK-2013/18900, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn 2011/88/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 november 2011 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG wat betreft de voorschriften voor motoren die in het kader van de flexibele regeling in de handel zijn gebracht (PbEU L 305) en artikel 9.5.1 van de Wet milieubeheer;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 maart 2013, nr. W14.13.0055/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 10 april 2013, nr. IENM/BSK-2013/65556, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt «Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer» vervangen door: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

p. flexibele regeling:

procedure waarbij een motorenfabrikant in de periode tussen twee opeenvolgende stadia van grenswaarden een beperkt aantal in niet voor weggebruik bestemde mobiele machines in te bouwen motoren in de handel mag brengen die uitsluitend voldoen aan de emissiegrenswaarden uit het vorige stadium.

B

Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het dertiende lid wordt «volgens de procedure, bedoeld in artikel 4, zesde lid, van richtlijn 97/68, in de handel worden gebracht.» vervangen door: volgens de flexibele regeling in de handel worden gebracht overeenkomstig de procedure, bedoeld in artikel 4, zesde lid, van richtlijn 97/68.

2. Onder vernummering van het veertiende en vijftiende lid tot vijftiende en zestiende lid wordt na het dertiende lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 14. In afwijking van het in artikel 3 gestelde verbod kunnen motoren als bedoeld in bijlage I, punt 1, onder A, onderdelen i, ii en v, van richtlijn 97/68 volgens de flexibele regeling in de handel worden gebracht overeenkomstig de procedure, bedoeld in artikel 10, zevende lid, van richtlijn 97/68.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 16 april 2013

Beatrix

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Uitgegeven de zesentwintigste april 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

In richtlijn 1997/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen tegen de uitstoor van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines worden de typegoedkeuringseisen gesteld waar genoemde motoren aan moeten voldoen. Deze eisen zijn per 1 januari 2010 aangescherpt voor nieuwe typekeuringen en per 1 januari 2011 voor het op de markt brengen van deze motoren.

Ter beperking van de gevolgen van de economische crisis voor met name het midden- en kleinbedrijf hebben het Europees parlement en de raad van de Europese Unie een reeks maatregelen genomen. De maatregelen houden onder meer in dat gedurende de periode van de in de richtlijn 97/68/EG genoemde fase III B of tot maximaal drie jaar, gerekend vanaf het begin van die fase, vrijstellingen van diverse technische eisen worden vastgesteld. Om aan de grenzen van fase III B te voldoen, moeten namelijk de huidige motoren aanzienlijk worden aangepast. De technische oplossingen die ervoor moeten zorgen dat motoren aan de voorschriften van fase III B voldoen, zijn in veel gevallen nog niet afgerond. Dit zorgt voor aanzienlijke kosten voor de fabrikanten, die door de vrijstellingen worden voorkomen.

Per saldo houdt dit in dat het reeds bestaande percentage van vrijstellingen van 20% door de richtlijn wordt verhoogd tot 40% van het per jaar door de trekkerfabrikant in de handel gebrachte aantal trekkers met motoren in die bepaalde motorcategorie (berekend als het gemiddelde van de verkoop op de markt van de EU in de laatste vijf jaar). Het effect op de luchtkwaliteit is daarmee gering, terwijl de verruiming de betrokken bedrijven toch wat meer tijd geeft om het ontwerp van hun machines aan te passen.

De overige wijzigingen, door richtlijn nr. 2011/88/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot wijziging van Richtlijn 97/68/EG wat betreft de voorschriften voor motoren die in het kader van de flexibele regeling in de handel zijn gebracht in artikel 4 en in bijlage XIII van richtlijn 97/68/EG, zijn voor de toepassing van het bepaalde in het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines en de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren in werking getreden op 9 juli 2012 (Stcrt. 2012, nr. 13936).

Richtlijn 2011/88/EU

Richtlijn 2011/88/EU bevat met de wijziging van artikel 10, zevende lid, van richtlijn 1997/68/EG een uitbreiding van de flexibiliteitsregeling naar locomotieven. Hiertoe bleek wijziging van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines nodig, die met dit besluit wordt aangebracht. Onder locomotieven worden in dit verband verstaan: voertuigen op rails met eigen aandrijving die zijn ontworpen voor het verplaatsen of voortstuwen van voertuigen die zijn ontworpen voor het vervoer van vracht, passagiers en andere apparatuur, maar zelf niet zijn ontworpen of bedoeld voor het vervoer van vracht, passagiers (buiten de personen die de locomotief bedienen) of andere apparatuur. Hulpmotoren of motoren die bedoeld zijn ter aandrijving van apparatuur welke bedoeld is om onderhouds- of aanlegwerkzaamheden aan de rails uit te voeren worden niet onder dit lid geclassificeerd (bijlage I, punt 1, onder A, onder v, van richtlijn 97/68/EG). Het gaat dus uitdrukkelijk niet om railvoertuigen met eigen aandrijving die specifiek zijn ontworpen voor het vervoer van goederen en/of passagiers.

Lasten voor het bedrijfsleven

Het onderhavige besluit leidt niet tot een verhoging van de administratieve lasten. Door de verlenging van de geldigheidstermijn van de typegoedkeuring voor bepaalde (motoren voor) mobiele machines zullen de nalevingskosten voor de betreffende bedrijven de komende jaren wat lager zijn dan eerder was voorzien.

In Nederland worden geen (motoren voor) locomotieven geproduceerd. Er is daarom in Nederland geen wijziging in de administratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

Onder punt 2 wordt een definitie gegeven van het begrip flexibele regeling. Deze regeling ziet erop fabrikanten van uitrustingen in de gelegenheid te stellen in de periode tussen twee emissiefasen een beperkt aantal motoren te in de handel te brengen die niet voldoen aan de tijdens deze periode toepasselijke emissiegrenswaarden, maar zijn goedgekeurd overeenkomstig de voorschriften die onmiddellijk aan de fase vooraf gaat.

Artikel I, onderdeel B

In dit onderdeel wordt concreet aangegeven over welke motoren gesproken wordt. Verwezen wordt naar bijlage I, punt 1, onder A, onderdelen i, ii en v richtlijn 97/68/EG.

Vaste verandermomenten

Dit besluit treedt de dag na plaatsing in het Staatsblad in werking. In verband met de in de richtlijn 2011/88/EU bepaalde datum van omzetting in het nationale recht wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten zoals vastgelegd in Aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze afwijking berust op de vierde afwijkingsgrond die betrekking heeft op Europese of internationale regelgeving.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

BIJLAGE

Transponeringstabel behorende bij de implementatie van de richtlijn nr. 2011/88EU tot wijziging van Richtlijn 97/68 wat betreft de voorschriften voor motoren die in het kader van de flexibele regeling in de handel zijn gebracht.

Artikel richtlijn

Artikel wetsvoorstel of bestaande wet- of regelgeving

Toelichting

Artikel 1, eerste lid.

Regeling van de Staatssecretaris tot wijziging van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

Geïmplementeerd in de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 5 juli 2012, nr. IenM/BSK-2012/128257, tot wijziging van de Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (Stct 2012 nr. 13936, 9 juli 2012)

Artikel 1, tweede lid

Besluit van de Staatssecretaris tot wijziging van het Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

Artikel 1, tweede lid, is als volgt geïmplementeerd:

1. 1ter geeft lidstaten de mogelijkheid om genoemde motoren voor motortreinstellen en locomotieven in de handel te brengen. Nederland kiest ervoor dit niet te doen;

2. 1quater: De aanduiding ruilmotor is geregeld in het bestaande besluit art. 6, eerste lid, onder c;

3. onderdeel c is overgenomen in het wijzigingsbesluit.

Artikel 2

 

Bepaling behoeft uit haar aard geen implementatie


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven