Wet van 27 september 2012 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid teneinde deze in overeenstemming te brengen met de motie van het voormalige Eerstekamerlid Jurgens c.s.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die toestaan dat daarvan bij lagere regeling kan worden afgeweken in overeenstemming te brengen met de motie van het voormalige Eerstekamerlid Jurgens c.s.;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE ALGEMENE NABESTAANDENWET

De Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 15, tweede lid, 23, tweede lid, en 27, tweede lid, vervalt «, die afwijken van het eerste lid».

B

Artikel 32a, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering of wezenuitkering ontstaat voor:

    • a. de nabestaande of het kind, indien de nabestaande, de halfwees of het kind werkzaamheden verricht in het algemeen belang en niet in Nederland woont;

    • b. de nabestaande of het kind, indien de nabestaande, de halfwees of het kind in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba woont; of

    • c. de gezinsleden van de in de onderdelen a of b bedoelde nabestaande of het kind.

C

Aan artikel 63a, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. de gewezen verzekerde, bedoeld in artikel 63d, tweede lid.

D

Artikel 63d wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De artikelen 63 tot en met 63c zijn van overeenkomstige toepassing op de gewezen verzekerde die op 31 december 2005 vrijwillig verzekerd was op grond van een algemene maatregel van bestuur die gebaseerd was op artikel 63, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid teneinde deze in overeenstemming te brengen met de motie van het lid Jurgens c.s.

E

Artikel 63e vervalt.

F

In artikel 67, achtste lid, vervalt «en zo nodig afwijkende».

ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE ALGEMENE OUDERDOMSWET

De Algemene Ouderdomswet wordt als volgt gewijzigd:

A

De aanhef van artikel 8a, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat recht heeft op toeslag:.

B

De aanhef van artikel 9a, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat recht heeft op ouderdomspensioen alsof hij in Nederland woont:.

C

Aan artikel 35, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. de gewezen verzekerde, bedoeld in artikel 40.

D

Na artikel 39 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 40

De artikelen 34 tot en met 39 zijn van overeenkomstige toepassing op de gewezen verzekerde die op 31 december 2005 vrijwillig verzekerd was op grond van een algemene maatregel van bestuur die gebaseerd was op artikel 40, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid teneinde deze in overeenstemming te brengen met de motie van het lid Jurgens c.s.

E

Hoofdstuk IVA vervalt.

ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE ARBEIDSOMSTANDIGHEDENWET

De Arbeidsomstandighedenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde en zesde lid, aanhef, wordt «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur.

2. In het zesde lid wordt «kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» vervangen door: kan bij algemene maatregel van bestuur.

B

In artikel 23 vervalt «, voor zoveel nodig in afwijking van deze wet,».

ARTIKEL IV WIJZIGING VAN DE WERKLOOSHEIDSWET

De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 11, derde lid, vervalt «en zonodig afwijkende».

B

Aan artikel 17 wordt een zin toegevoegd, luidende: Voor de vaststelling van het aantal van 26 weken worden ook in aanmerking genomen weken waarin de werknemer geen arbeid heeft verricht maar die bij ministeriële regeling zijn gelijkgesteld met weken waarin als werknemer arbeid is verricht.

C

Artikel 17a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na «Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» ingevoegd: , tenzij bij ministeriële regeling is bepaald dat weken waarin arbeid is verricht meer keren in aanmerking worden genomen.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld omtrent de berekening van het in artikel 17 bedoelde aantal van 26 weken. Deze regels hebben betrekking op de gelijkstelling van weken waarin geen arbeid is verricht in de dienstbetrekking waaruit de werknemer werkloos is geworden met weken als bedoeld in artikel 17.

D

Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel k, komt te luiden:

  • k. vakantie geniet buiten de bij ministeriële regeling vast te stellen periode, bedoeld in het vijfde lid, onderdeel b;.

2. In het vijfde lid, onderdeel b, vervalt «, in afwijking van het eerste lid, onderdeel j,».

3. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Onze Minister is bevoegd regels te stellen voor gevallen waarin het eerste lid, onderdeel e, buiten toepassing blijft in verband met een ramp.

E

In artikel 45, tweede lid, wordt «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur.

ARTIKEL V WIJZIGING VAN DE WET ARBEID VREEMDELINGEN

Artikel 8, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen komt te luiden:

  • 2. Onder bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden is het eerste lid, onder a, b en d, niet van toepassing op de vreemdeling die de toegang tot Nederland niet is geweigerd en door wie of ten behoeve van wie een asielaanvraag is ingediend en die ten bewijze daarvan door Onze Minister voor Immigratie en Asiel in het bezit is gesteld van een daartoe aangewezen document, dan wel houder is van een al dan niet voorwaardelijke vergunning tot verblijf en niet beschikt over een aantekening als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, gelet op de verbetering van de kwaliteit van het verblijf van die vreemdeling arbeid mag verrichten.

ARTIKEL VI WIJZIGING VAN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 17, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen nadere regels worden gesteld in ieder geval voor de omstandigheid dat bij één of meerdere werkgevers naast loon uit dienstbetrekking ook een uitkering op grond van een werknemersverzekering of op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg wordt ontvangen.

B

In de artikelen 42 en 117b, achtste lid, vervalt «en zonodig afwijkende».

C

Artikel 96, derde lid, komt luiden:

  • 3. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen met betrekking tot de aansluiting van een of meer categorieën werkgevers bij een sector regels worden gesteld, waarbij voor deze aansluiting andere criteria bepalend kunnen zijn dan genoemd in het eerste en tweede lid.

ARTIKEL VII WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE GEWEZEN ZELFSTANDIGEN

In artikel 10, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen vervalt: en zo nodig afwijkende.

ARTIKEL VIII WIJZIGING VAN DE WET INKOMENSVOORZIENING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKLOZE WERKNEMERS

In artikel 10, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers vervalt: en zo nodig afwijkende.

ARTIKEL IX WIJZIGING VAN DE WET MINIMUMLOON EN MINIMUMVAKANTIEBIJSLAG

In artikel 4 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag vervalt het vierde lid onder vernummering van het vijfde lid tot het vierde lid.

ARTIKEL X WIJZIGING VAN DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 10, vierde lid, en 40, vijfde lid, vervalt «en zonodig afwijkende».

B

In artikel 14, tweede lid, wordt «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur.

C

In artikel 18 vervalt het tiende lid, onder vernummering van het elfde lid tot het tiende lid.

D

Artikel 19, eerste lid, derde zin, komt te luiden:

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld en kunnen dagen waarop niet zou worden gewerkt als werkdag worden aangemerkt.

E

Artikel 20, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de verzekerde, bedoeld in artikel 19, recht heeft op toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering, indien de dag waarop het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering zou ingaan is gelegen in een periode dat de verzekerde niet in Nederland woont ingeval van:

    • a. een verzekerde die werkzaamheden verricht in het algemeen belang;

    • b. een verzekerde die in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba woont; of

    • c. de gezinsleden van de in de onderdelen a of b bedoelde verzekerde.

F

Aan artikel 59b worden een twee leden toegevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het derde lid vindt, indien de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt beëindigd en het niet aannemelijk is dat binnen korte tijd wederom recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering zal ontstaan, uitbetaling van de vakantieuitkering plaats gelijktijdig met de uitbetaling van de laatste termijn van de arbeidsongeschiktheidsuitkering of zo spoedig mogelijk daarna.

  • 7. Indien na de toepassing van het zesde lid wederom recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontstaat en dientengevolge het derde lid of het zesde lid moet worden toegepast, wordt daarbij rekening gehouden met hetgeen met toepassing van het zesde lid reeds werd uitbetaald.

G

In artikel 59c vervalt: , zo nodig van het bepaalde in artikel 59b, eerste lid, afwijkende.

H

In artikel 59e vervalt de tweede zin.

ARTIKEL XI WIJZIGING VAN DE WET WERK EN ARBEIDSONDERSTEUNING JONGGEHANDICAPTEN

De Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:4, derde lid, vervalt.

B

Artikel 3:50, achtste lid, komt te luiden:

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld:

  • a. met betrekking tot het eerste lid;

  • b. ter voorkoming of beperking van samenloop van arbeidsongeschiktheidsuitkering met arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van andere wetten.

C

In artikel 3:51, negende lid, vervalt «en zo nodig afwijkende».

ARTIKEL XII WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 13, derde lid, wordt «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur.

B

Artikel 23, tweede lid, tweede zin, komt te luiden:

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld en kunnen dagen waarop niet zou worden gewerkt als werkdag worden aangemerkt.

C

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid worden onder vervanging van een punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • c. die werkgever kosten heeft gemaakt als bedoeld in het tweede lid en de periode van drie respectievelijk één jaar, bedoeld in onderdeel b, voortijdig wordt beëindigd op initiatief van de werknemer of omdat de werknemer wegens arbeidsongeschiktheid definitief niet in de dienstbetrekking terugkeert;

  • d. die werkgever kosten heeft gemaakt als bedoeld in het tweede lid en de periode van drie respectievelijk één jaar, bedoeld in onderdeel b, voortijdig wordt beëindigd omdat er bij die werkgever geen passende arbeid aanwezig is.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel. Daarbij kunnen regels worden gesteld met betrekking tot subsidie in geval van overgang van onderneming als bedoeld in artikel 662 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, met betrekking tot de te verstrekken gegevens bij een aanvraag voor subsidie. Tevens kunnen daarbij regels worden gesteld met betrekking tot het niet hanteren van een drempelbedrag als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, indien de subsidie wordt verstrekt ten behoeve van een werknemer als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, voor wie de werkgever geen korting als bedoeld in artikel 49 van de Wet financiering sociale verzekeringen kan toepassen.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. De bedragen in dit artikel worden verlaagd naar evenredigheid van de kortere duur van de dienstbetrekking.

D

Artikel 45, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden geregeld dat het recht op een uitkering op grond van deze wet ontstaat of herleeft dan wel dat een dergelijke uitkering niet eindigt ten gunste van:

    • a. een verzekerde, die werkzaamheden verricht in het algemeen belang en niet in Nederland woont;

    • b. een verzekerde, die in Aruba, Curaçao, Sint Maarten of in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba woont; of

    • c. de gezinsleden van de in de onderdelen a of b bedoelde verzekerde.

E

Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid vervalt «of afwijkende».

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien na de uitbetaling van de vakantiebijslag in een andere maand dan de maand mei wederom recht op een uitkering ontstaat en dientengevolge het eerste lid moet worden toegepast, wordt daarbij rekening gehouden met hetgeen in die andere maand reeds werd uitbetaald.

F

In artikel 87 vervalt «en zonodig afwijkende».

ARTIKEL XIII WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 11, vierde lid, vervalt «en zonodig afwijkende».

B

In artikel 15, tweede lid, wordt «Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur» vervangen door: Bij algemene maatregel van bestuur.

C

Artikel 19a, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan bepaald worden dat de verzekerde of zijn in hetzelfde land wonende gezinslid gedurende de periode dat de verzekerde niet in Nederland woont recht heeft op ziekengeld indien hij:

    • a. werkzaamheden verricht in het algemeen belang; of

    • b. in Curaçao, Aruba, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba woont.

D

Artikel 29, derde lid, tweede zin, komt te luiden:

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld en kunnen dagen waarop niet zou worden gewerkt als werkdag worden aangemerkt.

ARTIKEL XIV

Indien het bij koninklijke boodschap van 14 september 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van een aantal wetten ter uniformering van het loonbegrip (Wet uniformering loonbegrip) (32 131) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel B, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan deze wet, wordt in artikel VI, onderdeel A, van deze wet «Artikel 17, zesde lid» vervangen door: Artikel 17, vierde lid.

ARTIKEL XV INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 27 september 2012

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 133

Naar boven