Besluit van 9 november 2012 tot wijziging van onder meer het Besluit vaste boekenprijs in verband met de eerste evaluatie van de Wet op de vaste boekenprijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 mei 2011, nr. WJZ/300539 (8312), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 8, 9, vijfde lid, 13 en 14 van de Wet op de vaste boekenprijs, artikel 9, eerste lid, van de Archiefwet 1995 en artikel 3 van de Archiefwet BES;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 14 juli 2011, nr. W05.11.0265/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 november 2012, nr. WJZ/455143 (8312), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit vaste boekenprijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1, 2, 3, 4, tweede en derde lid, 5, tweede lid, 8, tweede lid, en 9, tweede lid, wordt telkens «levering» vervangen door: verkoop.

B

In artikel 2, onderdeel a, wordt na «rechtspersonen» de zinsnede ingevoegd: op basis van samengevoegde individuele bestellingen.

C

In artikel 3, tweede lid, wordt na «in het kader van de uitoefening van hun bibliotheekfunctie,» de volgende zinsnede ingevoegd: en bij verkoop aan openbare bibliotheken in het kader van de uitoefening van hun publieksfunctie,.

D

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «eenmalig» geschrapt.

2. Er wordt een lid toegevoegd dat luidt:

  • 4. Indien voor een boek of muziekuitgave reeds een actieprijs is vastgesteld, stelt de uitgever of importeur geen nieuwe actieprijs voor dat boek onderscheidenlijk die muziekuitgave vast dan twaalf maanden na de ingangsdatum van de laatste actieprijs.

E

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «eenmalig» geschrapt.

2. In het tweede lid wordt «verschillende boeken» vervangen door «boeken» en wordt «andere artikelen» vervangen door: andere producten.

3. Er wordt een lid toegevoegd dat luidt:

  • 4. Artikel 7, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

F

In artikel 12, eerste lid, onderdeel c, wordt «levert» vervangen door: verkoopt.

G

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «welk product verplicht geleverd wordt» vervangen door: welke producten verplicht geleverd worden.

2. In het derde lid wordt voor «een waardebon» de zinsnede ingevoegd: per product.

3. Er wordt een lid toegevoegd dat luidt:

  • 4. Met betrekking tot de koopverplichting, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onder b, kan bij ministeriële regeling per product een minimale waarde worden vastgesteld.

H

In artikel 14, derde lid, wordt «twee achtereenvolgende kwartalen in het boekenaanbod zijn opgenomen» vervangen door: twee achtereenvolgende maanden in het boekenclubaanbod zijn opgenomen.

ARTIKEL II

Indien artikel III van het Besluit van 7 september 2012 tot wijziging van het Archiefbesluit 1995 en het Archiefbesluit BES onder meer in verband met de invoering van de nieuwe selectieaanpak (Stb. 444) in werking is getreden, komt dat artikel te luiden:

ARTIKEL III

De artikelen I, onderdeel D, onder 3, en II, onderdeel C, onder 3, zijn niet van toepassing op selectielijsten:

  • a. waarvan het ontwerpen op het moment van de inwerkingtreding van genoemde bepalingen zo ver is gevorderd dat aanpassing aan die bepalingen voor de zorgdrager onredelijk bezwarend zou zijn, dan wel

  • b. die voor de inwerkingtreding van genoemde bepalingen zijn vastgesteld.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 9 november 2012

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Uitgegeven de vierde december 2012

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

NOTA VAN TOELICHTING

I. Algemene toelichting

De eerste evaluatie van het functioneren van de Wet op de vaste boekenprijs van 28 januari 20101 heeft geleid tot de onderhavige wijziging van het Besluit vaste boekenprijs (verder: Besluit). De wijziging van het Besluit staat inhoudelijk los van de wijziging van de Wet op de vaste boekenprijs2, die eveneens heeft plaatsgevonden naar aanleiding van de evaluatie van het functioneren van die wet.

De wijzigingen in het Besluit zijn grotendeels van technische aard en betreffen aanvullingen of preciseringen van enkele bepalingen. Inhoudelijk wijzigen twee onderdelen in het Besluit.

Ten eerste wordt de huidige praktijk verankerd dat vaker dan slechts eenmaal voor dezelfde titel een actie- of combinatieprijs kan worden vastgesteld. De artikelen 7 en 8 van het Besluit bepaalden dat de uitgever of importeur voor een boek of muziekuitgave slechts «eenmalig» een actie- of combinatieprijs kan vaststellen. Het Commissariaat voor de Media had evenwel al in een bestuurlijk rechtsoordeel geoordeeld dat deze bepalingen zo moesten worden gelezen dat eenmalig per jaar een bijzondere prijs kan worden vastgesteld.3 Het vaststellen van bijzondere prijzen was namelijk onder de voorganger van de Wet op de vaste boekenprijs – het Reglement Handelsverkeer voor boeken in Nederland – ook eens per jaar mogelijk en de nota van toelichting bij het Besluit vermeldt dat waar mogelijk en wenselijk wordt aangesloten bij het Reglement Handelsverkeer in het Besluit. Daarnaast is een dergelijke interpretatie ook in lijn met het doel van de wet om prijsconcurrentie te voorkomen. Een andere lezing zou namelijk tot gevolg hebben dat de uitgever gedwongen is voor een herhaalde promotieactie de vaste prijs van de betreffende titel definitief op te heffen, te verlagen dan wel een nieuwe editie van de titel uit te brengen. In het Besluit is nu ook expliciet vastgelegd dat eens per jaar een bijzondere prijs kan worden vastgesteld.

Ten tweede is de termijn verkort voor hoe lang boeken in het boekenaanbod van een boekenclub opgenomen moeten zijn voordat zij als welkomstaanbieding mogen dienen. Artikel 14, derde lid, van het Besluit schreef voor dat een boek eerst gedurende twee kwartalen in het boeken(club)aanbod moet zijn opgenomen voordat het kan worden aangeboden als welkomstaanbieding aan nieuwe leden. Op voorstel van de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak, die de boekenclub in staat wil stellen meer recente titels in te zetten voor welkomstaanbiedingen, is de termijn verkort tot twee maanden. Omdat een boekenclubprijs op grond van de wet pas geldt vier maanden nadat het boek in de reguliere verkoop is gebracht, betekent dit dat de boekenclub een boek, waarvoor de uitgever een boekenclubprijs heeft vastgesteld, zes maanden na verschijnen kan selecteren als welkomstaanbieding in plaats van na tien maanden. De window van zes maanden is lang genoeg om geen nadeel op te leveren voor de reguliere boekhandel en is derhalve niet strijdig met het oogmerk van de wet.

De wijzigingen in onderhavig besluit hebben geen gevolgen voor de administratieve lasten. De mogelijkheid om vaker actie- of combinatieprijzen vast te stellen kan een lichte stijging van de administratieve lasten tot gevolg hebben. Omdat deze lasten erg laag zijn en in de praktijk het al toegestaan was om vaker actie- en combinatieprijzen vast te stellen, is deze stijging niet vermeldenswaardig.

Onderhavig besluit is door het Commissariaat voor de Media op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid getoetst. Het Commissariaat kan zich vinden in het besluit en heeft geen opmerkingen met betrekking tot de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdelen A en F

In het Besluit is telkens het werkwoord leveren of het zelfstandig naamwoord levering vervangen door verkopen onderscheidenlijk verkoop. Overeenkomstig artikel 6 van de Wet op de vaste boekenprijs wordt de vaste prijs toegepast bij de verkoop en niet bij de specifieke handeling van levering. Slechts daar waar specifiek wordt gedoeld op de verbintenis tot levering van een boek of muziekuitgave wordt deze term nog gebruikt.

Onderdeel B

Met de toevoeging in artikel 2, onderdeel a, wordt in het Besluit expliciet aangegeven dat de korting aan onderwijsinstellingen of gemandateerden slechts toegepast kan worden als de aanschaf van boeken geschiedt op basis van vooraf samengevoegde individuele bestellingen. De onderwijsinstelling of gemandateerde verkoopt de boeken dus niet door, maar bundelt slechts individuele bestellingen. Dit moet onderscheiden worden van de situatie dat een verkoper boeken voor studie inkoopt en verkoopt zonder voor deze boeken vooraf een collectieve bestelling te hebben ontvangen. Deze invulling van artikel 2, onderdeel a, volgde al uit de toelichting bij dit artikel, maar is nu ook in het besluit zelf duidelijk vastgelegd.

Onderdeel C

De met dit onderdeel ingevoegde zinsnede ontbrak ten onrechte in artikel 3, tweede lid, van het Besluit. Met de toevoeging wordt geregeld dat de kortingsmogelijkheid ook geldt voor levering aan openbare bibliotheken, net als in het eerste lid van artikel 3.

Onderdelen D en E

Met deze onderdelen is de praktijk van het ten hoogste eens per jaar kunnen vaststellen van een actie- of combinatieprijs wettelijk verankerd. Zie het algemeen deel van deze nota van toelichting voor een nadere uitleg over deze aanpassing.

Onderdeel E, onder 2. Artikel 8, tweede lid, is op twee punten technisch aangepast. Ten eerste is het woord «verschillende« geschrapt. Dit woord is overbodig. Als in het meervoud over boeken wordt gesproken dan zijn dit verschillende boeken. Bij dezelfde boeken wordt namelijk in het Besluit over exemplaren gesproken. Verder is «artikelen» vervangen door producten. Dit was namelijk de enige keer dat in het Besluit over artikelen in plaats van producten werd gesproken.

Onderdeel G

In artikel 13 zijn twee wijzigingen doorgevoerd ter verduidelijking dat het om de koopverplichting van vier producten gaat (artikel 12, eerste lid, onder b, van het Besluit). In artikel 13, tweede lid, wordt nu in meervoud gesproken over de aan te wijzen producten ter nakoming van de koopverplichting van vier boeken. En in het derde lid is aangegeven dat de waardebon steeds in de plaats treedt van één aangewezen product en de waardebon dus niet in de plaats kan treden van de gehele jaarlijkse koopverplichting.

Daarnaast is aan het artikel een lid toegevoegd dat de Minister de mogelijkheid geeft om een minimale prijs vast te stellen voor elk product dat op grond van de koopverplichting door een lid van een boekenclub wordt aangeschaft. Deze bepaling is toegevoegd om mogelijk misbruik van de regeling voor boekenclubs te voorkomen. Zo zou een boekenclub het segment zeer laaggeprijsde producten in zijn aanbod kunnen uitbreiden respectievelijk speciaal promoten ten behoeve van zijn ledenwerving. Leden zouden dan tegen een minimale koopverplichting de mogelijkheid verkrijgen om naar believen boeken uit het boekenclubaanbod aan te schaffen tegen fors lagere prijzen dan in de boekhandel moet worden betaald. Voor de vervangende waardebon was al geregeld dat de Minister een prijs kan vaststellen (artikel 13, derde lid).

Onderdeel H

Met de wijziging van artikel 14, derde lid, is de termijn verkort waarna boeken uit het boekenclubaanbod als welkomstaanbieding kunnen dienen. Zie voor een nadere toelichting op deze wijziging het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel II

Gebleken is dat het vereiste dat de systematische opsomming van categorieën archiefbescheiden in de selectielijst in overeenstemming is met de voor het archief geldende ordeningsstructuur, een ruimere overgangsbepaling behoeft, gelet op het aantal in ontwikkeling zijnde selectielijsten dat niet aan dat vereiste voldoet en waarvan de vaststelling niet is afgerond voor de inwerkingtreding van het vereiste. Die verruiming wordt hierbij geregeld. Het betreft selectielijsten in wording waarvoor met gebruikmaking van de zogenoemde PIVOT-methode een concept is opgesteld door de desbetreffende zorgdrager. Het gaat hierbij om een uiterst bewerkelijk proces waarvoor in sommige gevallen een extern bureau is ingeschakeld. In alle gevallen is sprake van substantiële inzet van mensen en middelen. Daarnaast is met betrekking tot de bedoelde concepten door het Nationaal Archief vastgesteld en aan de zorgdrager medegedeeld dat zij een voldoende basis bieden voor waardering van de betrokken archiefbescheiden. In die gevallen zou het onredelijk bezwarend zijn indien het nieuwe vereiste op die selectielijsten van toepassing zou worden.

Overigens is het uitgangspunt dat vaststelling na de inwerkingtreding van het Besluit van 7 september 2012 (Stb. 444) van een selectielijst waarvoor nog de oude procedure (met een adviesaanvraag aan de Raad voor cultuur) is gevolgd, geen probleem vormt. Alleen voor het nieuwe vormvereiste van overeenstemming van de lijst met de ordeningsstructuur is expliciet eerbiedigende werking nodig geacht, niet ook voor de procedurele vereisten. Daaruit kan worden afgeleid dat is beoogd dat procedurele stappen van vóór de inwerkingtreding van het Besluit van 7 september 2012 (Stb. 444) niet worden geraakt door de wijzigingen.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra


X Noot
1

Kamerstukken II 2009–2010, 32 300, nr. 1.

X Noot
2

Kamerstukken II 2010–2011, 32 641.

X Noot
3

Bestuurlijk rechtsoordeel van 15 december 2005 over bijzondere prijzen in het Besluit vaste boekenprijs, gepubliceerd op www.cvdm.nl.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven