Besluit van 6 februari 2012 tot inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatsecretaris van Financiën van 1 februari 2012 (DB 2012/29);

Gelet op artikel XLIII van de Wet uniformering loonbegrip;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet uniformering loonbegrip treedt in werking met ingang van 1 januari 2013, met dien verstande dat de artikelen III en XXX eerst toepassing vinden nadat de artikelen II en VI van het Belastingplan 2012 zijn toegepast.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 februari 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers

Uitgegeven de tiende februari 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip. Geregeld wordt dat de Wet uniformering loonbegrip met ingang van 1 januari 2013 in werking treedt, met dien verstande dat de daarin opgenomen wijzigingen in de loon- en inkomstenbelasting pas plaatsvinden nadat de ingevolge het Belastingplan 2012 per 1 januari 2013 in de loon- en inkomstenbelasting aan te brengen wijzigingen hebben plaatsgevonden. Dit laatste hangt samen met de omstandigheid dat bij de formulering van de laatstgenoemde wijzigingen is uitgegaan van de wetteksten zoals deze op dit moment – zonder de in de Wet uniformering loonbegrip opgenomen wijzigingen – luiden.

Voor zover technische aanpassingen noodzakelijk zijn als gevolg van wijzigingsmaatregelen in andere wetten die tot stand zijn gekomen in de periode tussen indiening van het wetsvoorstel Wet uniformering loonbegrip en de datum van inwerkingtreding van de laatstgenoemde wet, zullen deze plaatsvinden voorafgaand aan de inwerkingtreding van de laatstgenoemde wet. Dat geldt in het bijzonder voor de maatregelen in de artikelen XVII, XIX en XXXV van de laatstgenoemde wet die zijn gericht op regelgeving die inmiddels is vervallen. Het betreft in deze artikelen opgenomen wijzigingen in de Wet investeren in jongeren, de Wet werk en inkomen kunstenaars en de Waterleidingwet, die alle voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip tevens moeten vervallen.

Voor wat betreft (de vormgeving van) de maatregelen in het zogeheten aanvullend pakket kan pas bij de augustusbesluitvorming besloten worden. Mocht de noodzaak tot aanpassing zich voordoen dan worden wijzigingen opgenomen in het wetsvoorstel Belastingplan 2013.

De inwerkingtreding van de Wet uniformering loonbegrip per 1 januari 2013 is in lijn met mijn brief van 25 maart 20111. De Belastingdienst heeft inmiddels de benodigde voorbereidingen getroffen om te zorgen voor een zorgvuldige invoering van de Wet uniformering loonbegrip. Ook voor het overige is gebleken dat de voorbereidingstijd voor de uitvoeringspraktijk voldoende is. Het mag vanzelfsprekend geacht worden dat de voorbereidingen ook in de periode tot de datum van inwerkingtreding nauwlettend gevolgd worden.

De Staatssecretaris van Financiën, F. H. H. Weekers


X Noot
1

Kamerstukken II 2010/11, 32 131, nr. 15.

Naar boven